10915 resultaten - Pagina 441 van 728
... 429 - 430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 ...
[12] Als jullie mijn woorden niet willen geloven, dan zijn hier de sleutels! Neem ze, ga er naar toe, doorzoek de tempel, en breng de heerlijke Man hierheen, en die zal Zich dan voor jullie ogen Zelf op mij wreken! Mochten jullie Hem echter niet vinden, dan zullen jullie toch wel geloven dat het is zoals ik jullie nu heb verteld, en dan kunnen jullie niets meer tegen mij hebben?!Hoofdstuk 244: De terugkeer van het gezelschap in de stad en in het huis van Lamech. De volksoploop. Henochs goede raad en Lamechs doeltreffende verklaring aan het volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Hierop weken de schreeuwers terug en zeiden: 'Nu geloven wij dat het zo is als jij hebt gezegd! Vergeef ons echter onze grove opdringerigheid; want die jonge man heeft immers zo onze harten voor zich ingenomen!'
Hoofdstuk 244: De terugkeer van het gezelschap in de stad en in het huis van Lamech. De volksoploop. Henochs goede raad en Lamechs doeltreffende verklaring aan het volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Daarmee wil echter helemaal niet gezegd zijn dat de mens het natuurlijke voedsel niet moet genieten, omdat dat toch door God voor dat doel is geschapen en Hij zichtbaar voor ons allen daarvan met ons heeft gegeten; maar het moet niet onze voornaamste behoefte worden!
Hoofdstuk 245: Henochs woorden over het wezen van de voeding. Een vermaning tot matigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Ik zeg je echter: vraag nu niet verder, maar doe wat ik je heb opgedragen, dan zul je een goede dienaar zijn van hem die nu door God als een goede leider over jou is gesteld!'
Hoofdstuk 246: Lamech laat een broederlijk feestmaal voor de armen en gevangenen bereiden. De verwondering van Brudal, de keukenmeester, en zijn gevangen gehouden familie - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Henoch en alle anderen van de hoogte wisten echter wel wat de reden was, en Henoch stelde een dergelijke vraag alleen om Lamech daarmee in de gelegenheid te stellen, dieper en deemoediger naar zichzelf te kijken.
Hoofdstuk 247: Henochs en Lamechs samenspraak vanwege de vertraging van het feestmaal. Henoch legt de geestelijke overeenkomst uit van de tempel en het binnenste van de tempel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Hier aan mijn zijde zie je al acht van zulke broeders en zusters, tegen wie Lamech als koning diep heeft gezondigd; Lamech als leider wil nu echter in naam van de Heer voor hun tijdelijk en eeuwig welzijn zorgen en is ook vastbesloten, dat allen zoveel mogelijk ten goede te laten komen, die de koning ooit hoe dan ook heeft onderdrukt en met name aan al diegenen te denken, die de koning heeft laten smachten in de gevangenissen.
Hoofdstuk 247: Henochs en Lamechs samenspraak vanwege de vertraging van het feestmaal. Henoch legt de geestelijke overeenkomst uit van de tempel en het binnenste van de tempel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Deze vruchten echter tonen je de vruchten van je daden van je hart en zodoende ook werkelijk het welgevallen van de Heer daaraan; en zo heb je hier voor ogen wat ik je daarstraks in de andere zaal heb voorzegd, namelijk het welgevallen van de Heer.
Hoofdstuk 248: De bijeenkomst van de gasten in de troonzaal. De wonderbaarlijke vruchten op de tafels. De zetel en de oorsprong van het boze in het menselijke hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] En allen namen van de vruchten, die echter op de tafel van de heren niet waren veranderd; maar Lamech had erg veel trek in de edele vruchten.
Hoofdstuk 249: Het grote maal. De strijd tussen de te laat gekomen armen en de dienaren voor de deur van de zaal. De halfnaakte arme als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Henoch zei echter tegen hem: 'Broeder Lamech, de Heer heeft vele dieren geschapen, die alleen bestaan om dag en nacht te vreten; maar ons mensen heeft Hij niet het leven gegeven om alleen maar te eten, maar om ons in de geest te vervolmaken en wij moeten daarom alleen maar met mate eten vanwege het daartoe noodzakelijke lichamelijke leven, maar niet om alleen maar in dit schijnleven als het kan de beste en edelste vruchten van de aarde zonder doel en zonder maat te eten!
Hoofdstuk 249: Het grote maal. De strijd tussen de te laat gekomen armen en de dienaren voor de deur van de zaal. De halfnaakte arme als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Deze woorden van de arme man braken Lamechs hart geheel, zodat hij weende; hij zond ook meteen een andere dienaar om aan de harde dienaren hun vrijheid verkondigen. Lamech echter ging met zijn arme gast de zaal in en gaf hem zijn plaats.
Hoofdstuk 249: Het grote maal. De strijd tussen de te laat gekomen armen en de dienaren voor de deur van de zaal. De halfnaakte arme als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] De arme stond echter op, tot tranen toe geroerd, omarmde Lamech en zei tegen hem:
Hoofdstuk 249: Het grote maal. De strijd tussen de te laat gekomen armen en de dienaren voor de deur van de zaal. De halfnaakte arme als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] De liefde trekt echter alles naar zich toe en wil alles in een nauwe kring om zich heen verzamelen! En zie, dat doet de Vader!
Hoofdstuk 250: Henoch en de Heer als een Arme. Over het wezen van de almachtige Godheid en over de armoede van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] God is echter niet alleen God in en vanuit Zichzelf, maar Hij is God vanuit de liefde in Zichzelf.
Hoofdstuk 250: Henoch en de Heer als een Arme. Over het wezen van de almachtige Godheid en over de armoede van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Zoals echter deze liefde het eigenlijk oorzakelijke wezen is in God, is zodoende ook jouw ziel een fundamenteel wezen van jouw zijn en is een vat ter opname van het eeuwige leven, en alles in haar kan in het eeuwige leven worden omgezet, ook het lichaam, dat een werk of een tempel is van Gods geest door het goddelijke moeten.
Hoofdstuk 250: Henoch en de Heer als een Arme. Over het wezen van de almachtige Godheid en over de armoede van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Deze armoede echter is de grootste zaligheid van de Vader, doordat Hij nu alles weer bij Zich terug ziet komen en Hij alles weer, eindeloos vervolmaakt, in Zijn liefde kan omvatten.
Hoofdstuk 250: Henoch en de Heer als een Arme. Over het wezen van de almachtige Godheid en over de armoede van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)