Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 442 van 1166

...  430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455  ...
[9] En zo ben ik dan ook geen bezitter van dat alles, maar alleen een nog altijd zwakke bewerker en beheerder. Degene die nu echter als allerhoogste Levensvriend onder ons leeft en de ware Heer van al het leven is, is als enige ook de ware bezitter van deze en alle goederen van de aarde; en het zal ons eenmaal tot heil strekken als Hij tegen ons zal zeggen: 'Jullie hebben Mijn aan jullie toevertrouwde goederen goed beheerd!"
Hoofdstuk 55: Op het landgoed van Lazarus (17.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Maar die zei (Lazarus): 'Beste vrienden, ik bezit nog wel dertig keer zoveel als wat jullie hier slechts vluchtig hebben kunnen overzien! Maar al deze rijkdom maakt mij niet gelukkig omdat ik die op deze aarde volkomen de mijne kan noemen; want vandaag ben ik volgens de wereldse wetten weliswaar nog de rechtmatige eigenaar, maar morgen eist de Heer mijn ziel op, en die zal tegenover Hem rekenschap moeten afleggen over hoe en tot welk nut zij de aardse goederen die haar toevertrouwd waren getrouw beheerd heeft. En kijk, dan zal het menige ziel wel zwaar vallen om zichzelf tegenover de Heer te rechtvaardigen! Daarom zijn wij wel, bezien vanuit het juiste standpunt ten aanzien van het leven op deze wereld, slechts tijdelijke beheerders van dergelijke aardse goederen, tot nut van de arme mensheid, maar nooit bezitters. Want de eeuwig rechtmatige bezitter is alleen de Heer; wij bezitten alleen het recht om deze aardse goederen tot nut van de behoeftige mensen te beheren en ze doelmatig te bewerken.
Hoofdstuk 55: Op het landgoed van Lazarus (17.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Ik zei: 'Van datgene wat er ooit tegen jullie wil zal gebeuren zullen diegenen rekenschap moeten afleggen die jullie zo nu en dan belemmerend in de weg hebben gestaan. Want de enige rekening die voor Mij geldt zal in jullie hart geschreven staan. En omdat jullie nu Mijn vrienden zijn, zullen jullie dat ook in eeuwigheid blijven!
Hoofdstuk 55: Op het landgoed van Lazarus (17.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Mijn leerlingen zeiden: 'Als U, o Heer, in het vervolg voor niemand meer zichtbaar of hoorbaar zult zijn, hoe zult U dan tot aan het einde der tijden bij de Uwen verblijven?
Hoofdstuk 55: Op het landgoed van Lazarus (17.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Ik zal in de geest, in het woord en in de waarheidbij de Mijnen blijven, en degenen die grote liefde voor Mij zullen hebben, zullen Mij af en toe ook enkele ogenblikken persoonlijk te zien krijgen. Met degenen echter, die volgens Mijn woord zullen leven en zorgvuldig naar de innerlijke waarheid ervan zullen zoeken, zal Ik zo spreken dat ze het in hun hart begrijpen en zo zal Ik Mijn woorden in hun gemoed leggen; en jonge mannen en vrouwen die in Mijn naam goed opgevoed zijn, zullen visioenen krijgen waarin hun Mijn wezen, de hemelen en het eeuwige leven verklaard worden evenals het lot van de afvalligen en kwaden, en ook op die manier zal Ik bij de Mijnen blijven tot aan het einde der tijd van deze aarde. Begrijp dat nu allemaal goed en vraag Me daar niet meer naar!'
Hoofdstuk 55: Op het landgoed van Lazarus (17.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Welnu, toen ik mijn gedachten daarover liet gaan, kwam in mijn hart de vraag op, hoe en om welke reden U, o Heer, zich juist op deze in alle opzichten schamele aarde hebt bekleed met een menselijk lichaam zoals de mensen het op deze aarde hebben, aangezien U voor dat doel toch talloze myriaden van de prachtigste en grootste zonnewerelden ter beschikking gestaan zouden hebben. Zou U ons ook daarover niet nog enige voor ons Romeinen begrijpelijke opheldering kunnen of willen geven?'
Hoofdstuk 56: De bijzondere plaats van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] De eigenlijke reden is natuurlijk gelegen in Mijn wijsheid en Mijn wil. Dat ieder mens net als ieder warmbloedig dier een hart heeft, waar zijn lichamelijke leven afhankelijk van is, zullen jullie allemaal wel weten, maar hoe het hart is opgebouwd weten jullie niet; Ik weet dat echter heel goed en weet daarom ook wat hetgeen is waardoor het hart leeft.
Hoofdstuk 56: De bijzondere plaats van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Toen Ik dus volgens Mijn liefde, wijsheid en orde in Mijzelf besloten had Mij in het lichaam van een mens te kleden, kon Ik dat in overeenstemming met de eeuwige orde in de Grote Scheppingsmens immers ook alleen maar realiseren op dat punt dat, ook al is het uit Mij geschapen, volkomen met Mijn Oerwezen overeenkomt.
Hoofdstuk 57: Overeenkomst tussen de microkosmos en de macrokosmos De redenen voor de menswording van de Heer op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Omdat nu deze aarde sinds de tijd van Adam daartoe uitverkoren was, en Ik op haar bodem nu het lichamelijk menselijke heb aangenomen, zal zij dat ook blijven tot aan het einde der tijden van de gerichte geesten in alle materie, en jullie zullen in de geest ook degenen blijven die het oorspronkelijke leven uit Mij in alle oneindigheid en eeuwigheid uitdragen, en om die reden Mijn ware kinderen zijn.
Hoofdstuk 57: Overeenkomst tussen de microkosmos en de macrokosmos De redenen voor de menswording van de Heer op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Kijk, zo is nu heel in het kort en zo helder mogelijk voor jullie de reden uiteengezet, waarom Ik alleen maar op deze aarde en op geen andere aarde, hoe groot of volmaakt ook, uit pure liefde voor degenen die nu Mijn kinderen zijn het lichamelijke menselijke bestaan heb kunnen aannemen!
Hoofdstuk 57: Overeenkomst tussen de microkosmos en de macrokosmos De redenen voor de menswording van de Heer op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Er zijn evenwel naast deze voornaamste reden ook nog andere redenen, die Mijn wil mede bepaald hebben in overeenstemming met de eeuwige orde. Maar deze bijkomende redenen zijn toch slechts noodzakelijke gevolgen van de eigenlijke hoofdreden en wij hoeven die dus niet afzonderlijk te belichten.
Hoofdstuk 57: Overeenkomst tussen de microkosmos en de macrokosmos De redenen voor de menswording van de Heer op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Zoals een echt mens dat moet doen om in zichzelf de volle heerlijkheid van het leven binnen te gaan, zo heb Ik dat Zelf nu ook gedaan om jullie een waar voorbeeld en een zeer betrouwbare wegwijzer in de Grote Scheppingsmens te geven, en ben Ik op déze aarde gekomen omdat die, zoals reeds gezegd, volgens Mijn eeuwige orde met het beamende, positieve kamertje overeenstemt, om zo tot Mijn eigen en daardoor ook jullie grootste heerlijkheid binnen te gaan in de volledige macht in de hemel en op alle aarden.
Hoofdstuk 57: Overeenkomst tussen de microkosmos en de macrokosmos De redenen voor de menswording van de Heer op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[21] Kijk, dat is dan weer zo'n reden waarom Ik alleen op deze aarde het menselijke vlees heb kunnen aannemen! En dat zijn dan zo de voornaamste redenen voor Mijn menswording op deze aarde.
Hoofdstuk 57: Overeenkomst tussen de microkosmos en de macrokosmos De redenen voor de menswording van de Heer op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Ik zei: 'Jij hebt Mijn woorden bij het beantwoorden van je eerste vraag heel goed begrepen en in de onthulling die Ik jullie gedaan heb een zo treffende en ware toepassing op jullie leven gevonden, dat Ik Zelf die nooit duidelijker aan jullie had kunnen geven; en wie aldus, zoals jij gezegd hebt, door het nauwe poortje in zichzelf zal binnengaan, zal ook in volle werkelijkheid in zijn geest wedergeboren worden tot het eeuwige leven. Maar omdat je de onthulling die Ik jullie gedaan heb zo helder en goed begrepen hebt, is het bijna een wonder dat je het volledige antwoord op je tweede vraag niet ook in jezelf waargenomen en ten volle gevonden hebt.
Hoofdstuk 59: Hoe onze aarde zich verhoudt tot andere werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Weliswaar was Ik reeds van eeuwigheid in Mijzelf in het bezit van alle macht en heerlijkheid, maar toch was Ik voor geen enkel geschapen wezen een zichtbare en te bevatten God, ook niet voor de meest volmaakte engel. Als Ik Mij tot op zekere hoogte zichtbaar wilde maken voor iemand als Abraham, Isaak en Jacob, dan gebeurde dat doordat Ik een engel speciaal zodanig vervulde met de geest van Mijn wil, dat hij op bepaalde ogenblikken Mijn persoonlijkheid voorstelde. Maar van nu af aan ben Ik voor alle mensen en engelen een zichtbare God geworden en heb Ik voor hen de grondslag gelegd voor een totaal volmaakt, eeuwig en zelfstandig vrij en bijgevolg waar leven; en daaruit bestaat dan ook Mijn eigen grotere verheerlijking en daarmee ook die van jullie.
Hoofdstuk 57: Overeenkomst tussen de microkosmos en de macrokosmos De redenen voor de menswording van de Heer op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  430 - 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455  ...