10915 resultaten - Pagina 443 van 728
... 431 - 432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 ...
[7] Tegen mij heb je duidelijk wijs gesproken, en vandaar dat ik ook op de gedachte kwam dat zo'n wijsheid niet van jezelf komt. Want zij is te veelomvattend, te algemeen; wij mensen kunnen echter onze beperkte ideeën niet zo ver uitbreiden, omdat ons daartoe nog altijd het overzicht heeft ontbroken, en in het bijzonder hebben we dat in de kerker ondervonden.Hoofdstuk 263: De door zijn vriend beleerde twijfelaar op weg naar erkenning van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] 'Kijk nu eens wat er gebeurt! De hardnekkige, die een keiharde eigenzinnigheid had en nauwelijks te bewegen was om aan deze Godsman te geloven, ontvangt zo'n grote genade; wij echter hebben Hem zonder de minste tegenspraak onmiddellijk in ons hart opgenomen en aan ons wordt niet één woordje gewijd! Nou, dat is toch wel merkwaardig !
Hoofdstuk 267: De ontevreden, afgunstige mopperaars. Het antwoord van de Heer aan de mopperaars - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Ik zeg jullie echter: Ik zag het allemaal reeds lang van tevoren, dat jullie harten vol afgunst zijn; daarom liet Ik jullie ook slechts zoveel genade toekomen, dat jullie konden erkennen dat Ik de Heer van hemel en aarde ben.
Hoofdstuk 267: De ontevreden, afgunstige mopperaars. Het antwoord van de Heer aan de mopperaars - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] De vloer echter moet van blauw marmer zijn, het voetstuk van de zuilen van rood en de kapitelen van groen marmer.
Hoofdstuk 268: Lamechs dank voor de aanstelling van Terhad tot hoofdwachter van de voorhof van de tempel. Het plan van de Heer voor een tempel op de gereinigde slangenberg. De Heer wordt wederom onzichtbaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Wanneer de Heer echter volgens Zijn wijze raadsbesluit weer onzichtbaar wil worden, dan sluit Hij hij de mens door Zijn almachtige wil meteen die ogen, en de mens kan dan doen wat hij wil, maar hij zal niet meer in staat zijn de Heer te zien.
Hoofdstuk 269: Henochs wijze woorden over het wezen van God en het geestelijke zien. De stem van de Heer in het hart van de mens. Waarschuwing voor valse profeten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Laat ons nu echter in de zoete rust van de liefde op de komende zon wachten! Amen.'
Hoofdstuk 271: Henochs morgenwijding en zijn woorden tot de broeders. Het geestelijke brandoffer in de morgen op de gezuiverde slangenberg - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Zo werd ik zonder reden gevangen genomen. Tot op de grond van mijn wezen werd alles van mij afgenomen, en watje hier ziet, is alles wat mij, volkomen onschuldig, werd gelaten, - dus niets anders dan deze ellendige gedaante, het bewustzijn van datgene wat ik was, en als enige mogelijkheid het boze te doen, opdat er nooit meer een reden tot erbarmen ten opzichte van mij zou ontstaan, en dan ook nog de volledige kennis van de goddelijke wil, daarbij echter steeds de drang het verkeerde te doen!
Hoofdstuk 273: Henoch en de zeven boden op weg naar de hoogte. Het avontuur met de draak De leugenachtige woorden van de draak over God en Zijn schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Omdat ik nu echter in volle ernst genoeg heb van dit eeuwige onbestendige beheer, heb ik twee dingen voor mijzelf besloten: ofwel God voor eeuwig geheel uit Zijn macht te ontzetten en al Zijn macht aan mij te trekken om dan eindelijk een waarachtig eeuwige bestaansorde voor alle schepselen te grondvesten, - of, mocht mij dat niet lukken, dan wil ik in het tweede geval mijzelf voor eeuwig doden, om daardoor aan de Godheid Zelf een eeuwig einde te maken!
Hoofdstuk 274: Het tweegesprek van Henoch met de draak. De draak verdwijnt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] De ene keer noemt hij heel de heerlijke schepping een vrijblijvend, willekeurig gedachtespel van de Godheid, waartoe wij dus ook behoren; meteen daarop geeft hij echter weer toe dat onze levenskracht een heel klein deeltje van het werkelijk goddelijke Wezen is, dat zich op zijn eigen manier zelfs tegen vernietiging zou kunnen beveiligen, echter zonder daarbij iets te winnen!
Hoofdstuk 275: De woorden van de draak hebben een betoverende uitwerking op de zeven boden. Henoch zet helder uiteen hoe volslagen nietig de leugenachtige woorden van de draak zijn. Oorzaken van verzoeking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Ik zeg jullie echter, mijn lieve broeders: Zalig en waarachtig gelukkig is hij die de aanvechting ondergaat, want als hij die heeft doorstaan, zal hij pas het ware doel van het leven ontvangen, dat de heilige, liefdevolle Vader aan ons allen heeft beloofd, als wij Hem waarachtig van ganser harte liefhebben.
Hoofdstuk 275: De woorden van de draak hebben een betoverende uitwerking op de zeven boden. Henoch zet helder uiteen hoe volslagen nietig de leugenachtige woorden van de draak zijn. Oorzaken van verzoeking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] En Henoch zei daarop tegen hem: 'Luister, de laagte blijft in natuurlijk opzicht, dat wil zeggen ten opzichte van de bergen, nog wel een laagte; in de geest is zij echter een ware hoogte geworden, die gemakkelijk boven de onze uit zal steken!
Hoofdstuk 276: De aankomst en de ontvangst op de hoogte. Henochs vermanende woorden tot Kisehel, die bevreesd is voor de Heer. Uranions vraag naar de toestand van de laagte en Henochs verslag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Ik, jullie aller nog levende aardse vader, heb dat zeker tot jullie grote vreugde meegedeeld; bereid mij daarom nu ook de reeds zo menige dag en nacht verbeide vreugde, en deel mij mee wat ik jullie heb gevraagd, - echter alleen volgens de wil van de heilige Vader! Amen.'
Hoofdstuk 277: De begroeting van de teruggekeerden door Adam en de stamvaderen. Adams vloed van vragen aan Henoch. Henoch maant tot geduld. Pura's en Naëhme's ontmoeting met de vreemde man uit de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Henoch zei echter: 'Luister, als het van mij afhing dan zou ik wel de hele wereld binnen laten komen; maar ik ben geen Heer over de goddelijke orde! De Heer heeft het zo beschikt; dus moeten wij ook zolang in alles Zijn wil doen tot Hij Zelf ons een andere handelwijze zal aangeven.
Hoofdstuk 277: De begroeting van de teruggekeerden door Adam en de stamvaderen. Adams vloed van vragen aan Henoch. Henoch maant tot geduld. Pura's en Naëhme's ontmoeting met de vreemde man uit de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Pura en Naëhme gingen echter iets verderop en beiden baden tot God en schikten zich heel tevreden in hun lot, zij offerden hun vrome nieuwsgierigheid op aan de Heer en loofden en prezen de Vader vol van liefde, genade en erbarmen.
Hoofdstuk 277: De begroeting van de teruggekeerden door Adam en de stamvaderen. Adams vloed van vragen aan Henoch. Henoch maant tot geduld. Pura's en Naëhme's ontmoeting met de vreemde man uit de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Als jullie echter menen met je vleselijke begeerte deze plek niet te verontreinigen, dan zullen deze twee met hun zo zuivere geestelijke begeerte naar God, hem des te minder verontreinigen!
Hoofdstuk 278: De vreemde Man onderhoudt zich met Pura, Naëhme en Ghemela op de heuvel van de verwekking. De ontzetting van de andere vrouwen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)