Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 444 van 1088

...  432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457  ...
[16] Toen de waard al gauw weer thuis kwam, stond zijn hele personeel, ongeveer veertig mensen in totaal met grote verbazing en verwondering naar de rots te kijken waar nu zo rijkelijk water uitstroomde, en ze vroegen de waard wie Ik eigenlijk was en hoe Ik het voor elkaar had gekregen dat de rots nu zulk zuiver en zoveel water uit zich liet stromen.
Hoofdstuk 65: De Heer maakt Zich bekend aan de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Allen prezen de herder vanwege zijn goede idee en zijn advies, en sommige knechten pakten direct pikhouwelen, schoppen en bijlen en maakten het in een uur tijd zover voor elkaar, dat het water naar de eerder genoemde laagte kon stromen en zich daar moest verzamelen; en binnen een paar dagen was de hele laagte, die toch alleen maar uit kaal gesteente bestond, in een echt meer veranderd, waar vele reizigers zich later uitermate over verwonderden, omdat ze in vroeger tijden deze streek hoofdzakelijk hadden gemeden omdat daar in de zomer gebrek aan water was.
Hoofdstuk 65: De Heer maakt Zich bekend aan de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[23] En zo keren we nu weer naar onszelf terug!
Hoofdstuk 65: De Heer maakt Zich bekend aan de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Alleen een heel eenvoudige herder, die een kudde schapen naar huis had gebracht en ze direct bij de frisse bron drenkte, zei: 'Jullie raden, vragen en zoeken naar allerlei dingen - en de waarheid lijkt hier toch voor het grijpen te liggen! Iemand die enkel door zijn woord kan doen, wat geen mens vermag, moet vervuld zijn van Gods geest; want alleen God kan zoiets tot stand brengen! En aangezien God ons huis hiermee een meer dan grote genade heeft bewezen, zouden we Hem nu ook eerst moeten danken en Zijn allerheerlijkste naam prijzen; en morgen zouden we direct aan het werk moeten gaan om daar beneden, waar de vlakte van zichzelf al een heel brede verdieping heeft, een vijver te maken, waarin het water dat hier vandaan stroomt zich verzamelt en voor onze kudden gemakkelijker te drinken is dan hier, waar het water te snel van de rots naar het dal stroomt! ,
Hoofdstuk 65: De Heer maakt Zich bekend aan de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ik zei tegen hen: 'Moge jullie geloof je helpen! Keer nu weer terug naar het marktplaatsje en toon je aan een priester, die ook arts is (wat de joodse priesters zich gewoonlijk verbeeldden te zijn), en die zal aan jullie een voor de wereld geldige verklaring afgeven dat jullie nu volkomen rein zijn! Maar ga daarna weg en wees de mensen van nut door het werk van jullie handen, en zondig niet meer, opdat jullie er niet nog slechter aan toe raken dan tot nu toe; want het is de zonde van de geilheid die dergelijke kwalen aan het lichaam teweegbrengt! Ga nu, en doe wat Ik jullie heb bevolen!'
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Toen keerden de gereinigde mensen haastig weer terug naar het marktplaatsje en gingen naar een priester, toonden zich aan hem en vroegen hem hun een getuigenis te geven.
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Met die verklaring gingen ze toen naar een herberg en werden na het tonen van de genoemde verklaring zonder enig bezwaar als gasten m de herberg opgenomen.
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Toen zeiden de anderen: 'je hebt wel gelijk; maar de zon is al ondergegaan en het begint te scheimeren, en Hij zal nu niet buiten voor het marktplaatsje staan wachten tot wij terugkomen en Hem mondeling onze dank bétuigen. Wij danken Hem in ons hart en Hij, die ook weet wat een mens denkt, zal het ons toch niet kwalijk nemen als we Hem nu niet tegemoet gaan naar de plek waar Hij waarschijnlijk niet meer te vinden zal zijn.'
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Maar de ene zei: 'Als de goede Meester Jezus de gedachten van de mensen ook van een afstand kent, zoals wij dat bij Hem al hebben meegemaakt, zal Hij ook weten dat ik nu terugkeer naar de plek waar wij gereinigd zijn, om Hem daar de Hem toekomende eer te geven -of Hij daar nu is of niet!'
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Daarop gingen de negen de herberg binnen, maar die ene keerde terug naar de plaats waar hij gereinigd was, en waar Ik vanwege de heerlijke avond nog met Mijn leerlingen verbleef. Toen hij bij Mij kwam, voelde hij grote blijdschap dat hij Mij nog aantrof op dezelfde plek waar hij een half uur eerder samen met de andere negen van de kwaadaardige melaatsheid was gereinigd.
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Terstond viel hij op zijn aangezicht voor Mij neer en prees God met luide stem aldus (de genezen melaatse): 'O Jezus, beste, goede Meester, Zoon van de levende eeuwige God, die naar aard en wezen één met Hem bent en derhalve ook alles kunt wat de Vader kan, ik dank U en prijs U, omdat U mij en ook de anderen, mijn lotgenoten, zo'n grote genade hebt bewezen! Eer, lof en prijs zij U evenzeer als de Vader in de hemel, die in U, Zijn Zoon, naar ons arme zondaren is gekomen om te vervullen wat Hij door de mond van de aartsvaders en profeten getrouwen openlijk heeft beloofd! O, moge Uw liefde, genade en erbarmen steeds bij ons blijven, en laat, o Jezus, ook de blinden van geest dat inzien!'
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] De Samaritaan knielde nog voor Mij op de grond en Ik zei nogmaals vriendelijk tegen hem: 'Sta nu maar helemaal op en ga naar de herberg; want jouw .geloof heeft je geholpen! Zeg echter ook tegen je metgezellen, die Joden zijn, wat Ik tegen jou heb gezegd!'
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Toen richtte de genezene zich helemaal op en ging naar de herberg, en daar trof hij zijn metgezellen, die zich tegoed deden aan brood en wijn.
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[23] Terwijl wij ons een poosje tegoed deden aan het brood en de wijn, werd het personeel door nieuwsgierigheid naar ons toe gelokt, om te zien en te horen wie wij waren en waar wij vandaan waren gekomen.Toen ze ons echter zagen, realiseerden ze zich dat wij vast en zeker dezelfden moesten zijn, door wie de tien melaatsen gereinigd waren; want die hadden ons van tevoren nauwkeurig beschreven, en zo herkenden de bedienden ons al heel gauw als de wonderheilanden.
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[24] Dat werd ook direct aan de waard verteld -en daarom schonk hij ons ook direct meer aandacht en informeerde naar onze positie en ons werk. Hij kwam aan onze tafel zitten, nam ook brood en wijn en vroeg aan een van Mijn leerlingen, of wij soms dezelfde mannen waren van wie er één, Jezus genaamd, de tien melaatsen enkel door de macht van zijn woord volkomen gereinigd had.
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  432 - 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457  ...