Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 445 van 1490

...  433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458  ...
[19] Toen keek Agricola naar zijn handen en zag in zijn rechterhand de vogel, een soort phoenix, en in zijn linkerhand een soort kleine dolfijn. Hij stond verbaasd te kijken van dit verschijnsel en vroeg dadelijk aan de engel hoe hij deze beide hinderlijke dieren zo snel mogelijk kon kwijtraken.
Hoofdstuk 76: De bevrijding van het materiële - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] De engel zei: 'Deze beide dieren, die totaal geen nut voor je hebben, kun je heel gemakkelijk kwijtraken door je hart helemaal van hen af te keren en het volkomen op de Heer te richten. Als je dat kunt, zullen deze beide dieren je spoedig verlaten; in je lichamelijke handen kunnen ze slechts zolang blijven bestaan als ik ze daar voor je wil houden. En kijk, ik wil dat ze verdwijnen! En zie, je handen zijn al weer vrij! Ik heb je nu alles laten zien wat jou de innerlijke waarheid verder kan verduidelijken; het overige moetje van nu af aan in jezelf zoeken en vinden.'
Hoofdstuk 76: De bevrijding van het materiële - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Agricola wendde zich daarop tot Mij en zei: 'Nee maar, Heer en Meester, het is mij nu na de uiteenzettingen van deze geest heel vreemd te moede en ik kom mijzelf werkelijk voor alsof ik mezelf niet meer ben! Ik heb van U toch veel buitengewone dingen gehoord en gezien en ik voelde mij daar steeds bij thuis; maar bij de engel ben ik gewoonweg van mezelf vervreemd! Hoe kwam dat nu en wat betekent dat?'
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] De geest begint zich dan sterk met de ziel te verenigen en deze treedt dan steeds meer in verbinding met de enig ware leefwereld van de geest. Deze leefwereld ligt, voordien onvermoed en ongekend, vooralsnog diep in het hart van de mens, zoals het zuiver geestelijke vonkje in het kiemhulsje van een zaadkorrel.
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Wanneer je zo iets ervaart, wees dan alleen maar blij en opgewekt, want het is een belangrijk teken dat je innerlijke geest begonnen is zich sterk met je ziel te verenigen! Want zolang je je in je alledaagse en vertrouwde gevoelens bevindt, behoor je nog tot deze wereld en ben je niet in staat om waarachtig Gods rijk te naderen. Want als de zuivere geest eenmaal in de mens ontwaakt en met zijn leven en licht de gehele mens gaat doordringen, dan begint in de mens ook een heel ander en - zeg maar geheel nieuw leven, waarvan hij vóór die tijd geen vermoeden had. En daarin ligt het grootste bewijs dat de mens, nadat het vlees van zijn ziel is afgevallen, een heel nieuw leven begint, waarvan hij tijdens zijn lichamelijk leven geen vermoeden en nog minder kennis had.
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Zolang de zaadkorrel in de aarde niet sterft en uiteenvalt en zich zo ontbindt dat zijn vroegere vaste delen in de overeenkomstige vormen van de geest beginnen over te gaan, zolang ook blijft de geest werkeloos en verborgen. Maar wanneer het vlees van de zaadkorrel in de aarde zacht begint te worden en begint op te lossen, en in zijn steeds etherischer wordende deeltjes meer gaat lijken op de in de kiem wonende geest, dan begint de geest de aan hem gelijke delen te ordenen en doordringt die steeds meer, en dan treedt er -zoals je dat bij iedere ontkiemende en opgroeiende plant goed kunt zien -een totaal nieuwe bestaanstoestand in. En wat je in het klein bij een plant ziet, gebeurt ook in het groot en allesomvattend bij de mens, wanneer hij alle neigingen en begeerten in zijn ziel en ook in zijn lichaam die op de buitenwereld gericht zijn, door zijn ernstige wil in zich vernietigt en oplost, en deze in alles steeds meer gelijk begint te maken aan de innerlijke geest.
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Hij is in zijn wezen al een zuivere geest en kon daardoor ook directer op jouw geest inwerken dan ieder ander nog zo geestelijk ontwaakt mens had kunnen doen, zolang deze de volledige wedergeboorte van de geest nog niet heeft bereikt. Maar dat is niet ten nadele van je ziel, maar slechts tot haar grote voordeel door Mij zo toegelaten. Zit er daarom, zoals Ik al gezegd heb, maar niet over in als het binnen in je wat vreemd en onwennig begint te worden! Verheug je in je hart als dit gevoel je nog vaker zal overkomen, want het geeft je aan, dat het rijk Gods steeds naderbij komt in het hart van je ziel. - Heb je dat goed begrepen?'
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Agricola zei: 'Ik dank U, o Heer, voor deze zeer genadige uitleg van U! Het gevoel heb ik nog wel, maar het bevreemdt me niet meer zo, zoals het me eerder bevreemd heeft. Maar nu zou ik alleen nog willen weten, hoe de engel zo precies kon weten welke dieren mijn oude ereschild sieren, want het schild bevindt zich veilig opgeborgen in Rome, en wij zijn hier. Hoe kan hij zo ver kijken?'
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Na deze vermaning trok Judas Iskariot zich wat wrevelig terug en zei tegen Thomas: 'Ik wist al van tevoren dat ik weer opzij geschoven zou worden!'
Hoofdstuk 78: De waard uit het dal doet verslag over de gebeurtenissen in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Met deze terechtwijzing van Thomas nam Judas Iskariot genoegen en hij ging rustig op zijn oude plaats zitten, en Thomas eveneens.
Hoofdstuk 78: De waard uit het dal doet verslag over de gebeurtenissen in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ik wendde Mij nu tot de waard uit het dal bij Bethanië en zei tegen hem: 'Wel, vriend, vertel eens, terwille van het volk, wat je in de tempel allemaal hebt meegemaakt; want je was vandaag al voor het aanbreken van de dag met velen uit jouw woonplaats in de tempel! Wat zeggen de tempeldienaren over de tekenen die in deze nacht te zien waren, wat zei het volk erover, en wat zeg jij er tenslotte zelf over?'
Hoofdstuk 78: De waard uit het dal doet verslag over de gebeurtenissen in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] De waard zei: 'Heer en Meester! Ik was werkelijk reeds voor het aanbreken van de dag in de tempel, en wel naar aanleiding van de verschijnselen die deze nacht hebben plaatsgevonden en die dermate uitzonderlijk waren, dat geen jood of heiden ooit zoiets gezien zal hebben. Als ik ook maar had kunnen vermoeden, dat U Zich nog in Jeruzalem ophield, en wel hier op de Olijfberg, dan was ik met deze vriend, die U ook goed kent, in plaats van naar de tempel reeds tijdens de verschrikkelijke verschijnselen rechtstreeks hierheen gegaan. Mijn vriend verbleef deze nacht bij mij en wilde vanmorgen weer naar huis reizen -hij kwam uit Galilea, waar hij verschillende zaken te doen had - ; maar de verschijnselen die zich deze nacht plotseling voordeden, weerhielden hem ervan verder te reizen, en wij gingen op naar Jeruzalem om daar mogelijkerwijs iets meer te weten te komen. Toen we haastig de tempel binnenkwamen, was het daar zo'n herrie dat je jezelf niet kon verstaan.
Hoofdstuk 78: De waard uit het dal doet verslag over de gebeurtenissen in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Aanvankelijk hoorde het volk hem heel rustig aan, maar zodra hij weer over strenge boete en grote offers begon te spreken, werd het volk al gauw onwillig en zei: 'Jullie schuiven jullie eigen grove zonden steeds af op ons, armoedig volk, en wij moeten dan als het nodig is altijd voor jullie de zondebokken zijn! Hoeveel offers hebben we al niet aan de tempel gebracht! Wat voor gruwelijke boetedoeningen hebben we al niet gedaan, waarvan jullie zeiden dat Jehova daardoor Zijn volk met vriendelijke ogen genadig zou aanzien! In deze nacht hebben wij echter Zijn vriendelijkheid maar al te goed gezien, en daaruit bleek heel duidelijk dat alle offers die wij aan de tempel hebben gebracht en al onze bloedige boetedoeningen nergens goed voor waren. Het is nu geen ogenschijnlijke, maar een duidelijke waarheid voor ons, dat alle offers die wij gebracht hebben en al onze boetedoeningen onzinnig waren, want zij overschreden alle Mozaïsche wetten en wakkerden Gods rechtvaardige toorn alleen maar aan in plaats van die te verzachten. En de schuld daarvan ligt veel minder bij ons dan bij jullie priesters, die in deze tijd dankzij jullie te grote priesterlijke heerszucht ons al tot heel veel schande en gruweldaden hebben aangezet door te zeggen: 'Als jullie dit of dat doen, kom je op slag in de hemel! ' En daarom zijn alleen jullie degenen die de toorn van God hebben opgewekt, en niet wij, die ons helaas steeds trouw hielden aan dat wat jullie ons geleerd hebben, en die altijd gedaan hebben wat jullie van ons verlangden. Brengen jullie maar liever grote offers, en doe ware boete voor de vele zonden die jullie aan ons en aan de vele door God gezonden profeten begaan hebben, dan zal God ons wel weer aannemen. En dat is de mening van het volk!'
Hoofdstuk 78: De waard uit het dal doet verslag over de gebeurtenissen in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] En deze grote profeet heeft nog onlangs op het feest in de tempel geleerd, en op zo'n wijze manier dat zelfs de boosaardige knechten die Hem moesten grijpen en voor jullie moesten slepen, ten slotte over Hem getuigden dat er nog nooit een mens zo gesproken had als Hij. Maar jullie woede werd steeds groter en groter. En toen Hij jullie met waarlijk goddelijke kracht de waarheid in het gezicht slingerde, werden jullie zo kwaad dat jullie Hem meteen in de tempel wilden stenigen. Maar Hij werd onzichtbaar en jullie hebben de opgeraapte stenen vol ergernis weer moeten neerleggen.
Hoofdstuk 79: Het volk onthult de gruweldaden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Het is nog maar nauwelijks een jaar geleden dat in de woeste omgeving aan de Jordaan, Johannes, een zoon van de door jullie gewurgde Zacharias, door jullie bemoeienis en jullie steekpenningen door de gerechtsdienaren van Herodes gegrepen werd. Maar Herodes, die al gauw merkte dat Johannes een wijs man was en dat Gods geest uit zijn woorden sprak, behandelde hem meer als een vriend en liet de leerlingen van de profeet vrij en ongehinderd in en uit lopen. Maar de satan liet jullie al gauw weten dat het Johannes zo goed ging, en toen zonnen jullie dag en nacht hoe je Herodes zover kon krijgen dat hij de vrome profeet zou laten doden. Na veel piekeren en beraadslagen vonden jullie in de slechte moeder van de mooie Herodias, waar Herodes veel van hield, een heel geschikt middel om de profeet uit de weg te ruimen. En zodoende hebben jullie ook deze profeet gedood omdat hij, in het bijzijn van al het volk, teveel op jullie geweten werkte.
Hoofdstuk 79: Het volk onthult de gruweldaden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458  ...