10915 resultaten - Pagina 445 van 728
... 433 - 434 - 435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 ...
[17] Hierop werd Mira rood van schaamte en zei: 'Ware U niet de Heer, dan zou Mijn hart niet zo open zijn voor U; U bent echter de Heer en daarom is er ook niets verborgen voor U, en ik ga nu wel uit deze hut, die ik niet waard ben, nu ik U gezien en helemaal herkend heb!Hoofdstuk 5: Mira's binnenkomst in de hut en haar beproeving, loutering en opname door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[19] De Heer sprak echter: 'Ja, jou zou Ik eindeloos veel vergeven als je een zondares zou zijn, omdat je zo enorm veel van Me houdt! Maar je bent zuiver; blijf daarom ook hier bij Mij zoals je hart het wil, en Henoch zal al het andere in orde brengen! Amen.'
Hoofdstuk 5: Mira's binnenkomst in de hut en haar beproeving, loutering en opname door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] Mira was eerst wat verlegen, zei echter na een poosje: 'Ach, mijn allerbeste, heilige, meest liefdevolle Vader, de vaderen daar buiten zijn vreselijk en ongehoorzaam! Ik heb het hen precies zo overgebracht als U mij hebt opgedragen; maar zij - neen, ik wil het toch niet zeggen!'
Hoofdstuk 7: Mira's vergeefse, onvriendelijke uitnodiging aan de vaderen tot de maaltijd in de hut. De Heer maant tot deemoed. Mira nodigt de vaderen nogmaals uit, nu niet tevergeefs. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[21] Mira zei echter: 'O Heer, U ziet toch immers dat er in mijn hart geen sprake is van ongehoorzaamheid tegenover U!'
Hoofdstuk 7: Mira's vergeefse, onvriendelijke uitnodiging aan de vaderen tot de maaltijd in de hut. De Heer maant tot deemoed. Mira nodigt de vaderen nogmaals uit, nu niet tevergeefs. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Wanneer Ik echter iemand zal roepen, dan zal die roep hem onthullen; hij zal worden ontdaan van de zware last van zijn vlees en zal dan ook weldra in de grote heerlijkheid van het eeuwige, onvergankelijk leven van de geest der liefde binnengaan.
Hoofdstuk 8: De maaltijd in de hut van Purista. De woorden van de Heer over zijn liefdesverbond met de kinderen van de aarde en de zichtbare gemeenschap tussen hemel en aarde. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[22] De Heer zei echter: 'Nog een korte tijd, en je zult tot rust komen! Amen.'
Hoofdstuk 9: Het zichtbaar worden van de geesten Abel, Sehel en Zuriël. Seth en Sehel, Adam en Abel in gesprek. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Vraag je echter af of jij de wereld ziet met je vlees, dat op zichzelf slechts heel ongevoelige materie is, of met je geest vanuit je vlees!
Hoofdstuk 10: Ghemela's vragen over het leven aan deze en aan gene zijde. Het antwoord van de geest Zuriël. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Want wie de liefde heeft, heeft alles; wie echter de liefde alleen heeft ter wille van de wijsheid, de wetenschap en de macht, die zal ook krijgen wat hij hebben wil; maar toch zal hij Mijn hart niet hebben zoals jij nu en voor altijd!
Hoofdstuk 11: Ghemela's uitbundige dank en de woorden van de Heer over de hoge waarde van de liefde. Een belofte aan Ghemela en aan Pura als toekomstige Maria. Pura's opname. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Vooral echter begon de arme Pura te huilen en wist van louter angst en verdriet niet wat te doen.
Hoofdstuk 11: Ghemela's uitbundige dank en de woorden van de Heer over de hoge waarde van de liefde. Een belofte aan Ghemela en aan Pura als toekomstige Maria. Pura's opname. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Hierop zag men nog eenmaal dat Pura het hoofd van de Heer tegen haar borst drukte en daarna werd zij niet meer gezien, want de engel van de Heer bracht haar met vergeestelijkt vlees in het huis van de Heer. Het huis van de Heer echter is de liefde van de Vader.
Hoofdstuk 11: Ghemela's uitbundige dank en de woorden van de Heer over de hoge waarde van de liefde. Een belofte aan Ghemela en aan Pura als toekomstige Maria. Pura's opname. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] U bent God de Almachtige van eeuwigheid vanuit Uzelf, ik echter maar een tijdelijk zwak schepsel van Uw heilige, boven alles machtige wil. Maar zoals U als mijn Schepper met mij verlangt te spreken, spreek ik ook open met U, zoals U mij ook vrij en open hebt geschapen; en daarom zeg ik U ook open en vrij: Schepper, Vader, deze keer hebt U ons, Uw arme kinderen, met Uw verwijt te veel gezegd; de helft daarvan zou genoeg geweest zijn om ons dood te drukken!
Hoofdstuk 12: Adams verontschuldiging en zijn dwaze verzoek aan de Heer om het verwijt en de dreiging van het gericht terug te nemen. Het gedenkwaardige antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[18] Als echter de Vader Zijn kinderen onder bedreiging wil dwingen Hem lief te hebben, zoals je door een voorbeeld zelf hebt toegelicht, dan zou Hij allesbehalve een vader zijn!
Hoofdstuk 12: Adams verontschuldiging en zijn dwaze verzoek aan de Heer om het verwijt en de dreiging van het gericht terug te nemen. Het gedenkwaardige antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Deze woorden van de Heer brachten onze Adam weer tot betere gedachten. Deemoedig ging hij naar de Heer en sprak: 'O lieve, heilige Vader, Uw woord heeft mij weer in een ander licht geplaatst, en in dit licht zie ik in dat ik gloeiend heet ten aanzien van U gezondigd heb. Daarom vraag ik U, o lieve, heilige Vader, reken mij toch deze, beslist mijn allerlaatste fout ten aanzien van U en Uw gehele schepping niet te streng aan, maar vergeef mij, zwakke oude grijsaard, deze laatste dwaasheid!'
Hoofdstuk 13: Adam vraagt om vergeving. De betekenisvolle woorden van de Heer over de mens als de blinde schepper van zijn gericht en als de sluitsteen van de schepping. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Blijven jullie in deze door Mij, de Schepper, voor jullie gegeven orde, dan zal ook de hele aan jullie voorafgaande schepping jullie in de mooiste orde volgen; blijven jullie echter niet in deze orde, maar vormen en maken jullie eigenmachtig een andere, dan ben Ik als Schepper en jullie aller heilige Vader toch zonder enige schuld wanneer de hele voorafgaande schepping jullie navolgt en omslaat in de werking van het gericht dat in haar ligt, jullie vervolgens in haar greep krijgt, in haar eeuwige noodzakelijke gericht trekt en jullie tenslotte zelfs doodt.
Hoofdstuk 13: Adam vraagt om vergeving. De betekenisvolle woorden van de Heer over de mens als de blinde schepper van zijn gericht en als de sluitsteen van de schepping. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Maar voor jullie drieën zal Ik niettemin je knoop ontwarren, - echter niet hier, maar buiten waar niemand ons hoeft te zien! En daarom verlaten wij voor korte tijd het gezelschap hier! Zeg echter van tevoren tegen de vaderen dat niemand ons mag vragen waarheen wij ons nu begeven.'
Hoofdstuk 15: De Heer roept Satana in haar gedaante als draak in het bijzijn van Kisehel, Henoch en Lamech. De brutale woorden van de draak en zijn voorspelling van de kruisiging van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)