Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 447 van 1088

...  435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460  ...
[9] Ik zei: 'Zalig ben je, omdat je gelooft, en Ik wil voor jou ook doen al naar gelang je geloof! Ga daarom nu met Mij mee naar buiten, dan zullen we zien wat echt geloof vermag!'
Hoofdstuk 76: De jongste Farizeeër begint de Heer te herkennen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Hierop zei de schriftgeleerde niets meer, ging naar buiten om te zien hoeveel schade het steeds groter wordende vuur al had aangericht. Maar omdat de stormwind voortdurend zo hevig blies, dat een mens zich nauwelijks rechtop staande kon houden, en de bliksems ook vrijwel onafgebroken met luid gedonder door de lucht en de dikke wolken flitsten, bleef de schriftgeleerde met nog een Farizeeër, die hem begeleidde, niet lang als toeschouwer buiten staan, maar keerde al gauw weer terug in de zaal en vertelde de anderen dat er van de synagoge niet veel meer te redden zou zijn, aangezien het vuur al te hevig was geworden en men in deze plaats te weinig water en te weinig dappere mensen had om te blussen.
Hoofdstuk 76: De jongste Farizeeër begint de Heer te herkennen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] De betere Farizeeër liep echter weer naar Mij toe en zei: 'Meester, U hebt gehoord wat ik tegen onze schriftgeleerde over U heb gezegd; daar kon hij mij geen steekhoudend antwoord op geven en zweeg dus liever, maar ging toch naar buiten om te zien of het wellicht nog de moeite zou lonen de synagoge te blussen en zo ook nog enkele kostbaarheden te redden. Daarmee heeft hij willen aangeven dat hij ook in U zou gaan geloven, als U door Uw wondermacht de brand in de synagoge zou blussen en op die manier ook een paar schatten zou redden. Maar omdat het kwade vuur alles nu wel snel verteerd en vernietigd zal hebben, zal hij nu bij zichzelf denken: 'Daar valt noch met natuurlijke noch met wonderbaarlijke middelen meer iets te redden, en dus blijf ik bij mijn ongeloof.'
Hoofdstuk 76: De jongste Farizeeër begint de Heer te herkennen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Daarop ging Ik met de betere Farizeeër naar buiten en keek met hem naar de felle brand, die reeds in het gehele grote gebouw woedde, en Ik zei tegen hem, terwijl hij zonder vrees of angst bij Mij stond: 'Denk je en geloof je nu nog dat het Mij mogelijk zou zijn om met één woord die geweldige storm te bedaren, de brand te blussen en daardoor tenminste jouw bezittingen te redden?'
Hoofdstuk 76: De jongste Farizeeër begint de Heer te herkennen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Maar Ik beval hem op te staan; want nu begonnen allen, die door angst en vrees naar de grote zaal waren gedreven, naar buiten te komen omdat ze wel merkten dat de storm geheel en al was opgehouden en er door het raam ook niets meer te bespeuren viel van de brand in de synagoge.
Hoofdstuk 76: De jongste Farizeeër begint de Heer te herkennen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Toen bracht de waard lichten, die uit was vervaardigd waren, en iedereen begaf zich naar de synagoge om te zien wat er allemaal door het vuur vernietigd was. De Farizeeën ontdekten al gauw dat het vuur een grote verwoesting in hun woningen had aangericht en begonnen daar hevig over te klagen; maar toen ze in de woning van de betere, gelovige Farizeeër kwamen, waar Ik Mij samen met hem bevond, stonden allen perplex toen ze daar alles onbeschadigd en in goede orde aantroffen.
Hoofdstuk 76: De jongste Farizeeër begint de Heer te herkennen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Toen kwam de schriftgeleerde naar Mij toe en zei: 'Meester, waarom hebt U ook onze woningen niet zo beschermd als deze hier?'
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Waar echter nog enige waarheid en het leven daarvan in het hart van een mens woont, krijgt ook een hogere waarheid gemakkelijk ruimte, die dan het levende geloof en de kracht daarvan voortbrengt. En dat was bij deze metgezel van jullie het geval, en daarom heb Ik het ook laten gebeuren zoals hij geloofde. Dat is de reden van jullie ongeloof en hardheid van jullie hart, die jullie even blind maakt en houdt als jullie soortgenoten overal in het hele land der Joden. Nu heb Ik gesproken en zal Ik weer naar de herberg gaan.'
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Op deze woorden van Mij wist de schriftgeleerde met zijn aanhangers niets te antwoorden; en begeleid door de bekeerde Farizeeër, de waard en de genezen opperknecht begaf Ik Mij direct naar de herberg, waar alle leerlingen nog aan tafel zaten en met elkaar over Mijn leringen en daden spraken.
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Vraag jezelf eens af! Wie kan Degene wel zijn, aan wie winden, stormen, bliksems, vuur en alle andere elementen en krachten van de natuur gehoorzamen? Ik heb Hem herkend en ben daardoor nu meer dan gelukkig; waarom herken jij Hem nog niet, die jou met de lichtste ademtocht van Zijn almachtige wil kan vernietigen of naar de hel kan verstoten? Omdat jij met lichaam en ziel aan het slechte vuil van de wereld hangt en dood en blind bent in je hart!'
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ik zei: 'Vriend, houd je daar maar niet mee bezig; want op deze wereld heeft alles zijn tijd! In de ziel van je metgezel zit nog teveel goud en zilver van deze wereld, en daar kan het rijk Gods niet zo gemakkelijk een plek krijgen als bij mensen wier zielen niet door de mammon van deze wereld verhard en blind zijn geworden. Hij schuift de schuld op God, dat Hij hem veronachtzaamd zou hebben - maar hij bedenkt niet dat ook hij heel veel betekenisvolle waarschuwingen van God heeft gekregen, die hem tot een groot licht voor zijn ziel hadden kunnen worden als die niet reeds van kind af aan met allerlei begeerte naar goud en zilver was gevuld.
Hoofdstuk 78: De geestelijke duisternis van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] De waard vroeg onmiddellijk of Ik naar een eigen slaapvertrek wilde gaan.
Hoofdstuk 78: De geestelijke duisternis van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] De Farizeeër wilde ook bij ons blijven; maar de schriftgeleerde zei tegen hem: 'Kom maar met mij mee naar jouw woning, die ongedeerd is gebleven; ik zal vannacht bij jou verblijven en nog over veel dingen met jou spreken!'
Hoofdstuk 78: De geestelijke duisternis van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] De andere Farizeeën en de schriftgeleerde doorzochten met behulp van de lichten de synagoge met verscheidene bedienden van de waard, om te zien wat er allemaal door de brand was verwoest. Ze hadden dat ook de volgende dag kunnen doen; maar aangezien ze veel goud, zilver en nog andere schatten bezaten, die goed in de synagoge verstopt waren in verschillende hoeken en gaten in de muur, wilden ze zich ervan overtuigen in hoeverre het vuur ook die verborgen schatten al dan niet gespaard had. Toen ze de hoeken en gaten in de muren ijverig doorzocht hadden en toch nog het een en ander onbeschadigd aantroffen, begonnen ze zich iets beter te voelen; maar toch plaatsten ze er tegen een goede beloning een wacht, bestaande uit enkele knechten van de waard, opdat niemand iets van hen zou stelen en hen nog armer zou maken dan ze nu meenden te zijn.
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Maar op heel grove toon brulde hij mij toe: 'Er bestaat hier geen uitweg! Wie eenmaal in deze kloof verdwaald is geraakt, komt er niet meer uit; want wij zien meteen wanneer iemand hier bij ons terechtkomt en versperren hem dan de weg naar buiten, zodra hij onze schatten is gaan bewonderen. In deze kloof hebben al buitengewoon veel machtigen en groten der aarde hun ondergang gevonden, en jij zult niet een van de laatsten zijn!'
Hoofdstuk 79: De droom van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  435 - 436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460  ...