Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 448 van 1088

...  436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461  ...
[7] Toen kwam er een man naar mij toe die mij op ernstige toon vroeg wat ik daar deed.
Hoofdstuk 79: De droom van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Ik stond op en haastte mij van die plek naar een plaatsje toe, dat tamelijk ver van mij weg lag en er vriendelijk en uitnodigend uitzag. Al gauw kwam ik in de buurt van dat plaatsje. Ik zag er heel sierlijke tuinen, waar een groot aantal van allerlei vruchtbomen stonden die ik niet kende en waarvan de takken vol hingen met de meest buitengewone vruchten.
Hoofdstuk 79: De droom van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] De Farizeeër zei: 'Vriend, deze droom die je mij nu hebt verteld lijkt mij niet zo naar en onzinnig te zijn als jij denkt, en hij heeft naar mijn mening een heel diepe levensbetekenis voorjou, die ik je in een paar woorden duidelijk zou kunnen maken!'
Hoofdstuk 80: De Farizeeër verklaart de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De schriftgeleerde zei: 'Doe dat dan; ik wil heel graag naar je luisteren!'
Hoofdstuk 80: De Farizeeër verklaart de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Hierop werd je zo bang en angstig, dat je bewusteloos op de grond viel. Dat is een teken voor jou, dat je naar mijn mening als volgt moet begrijpen: Omdat jij je begeerte begon te verachten en te ontvluchten en daardoor je ziel van haar pantser ontdaan hebt, heb je je oude liefde en derhalve ook je materiële leven opgegeven en viel je als het ware dood op de grond. En omdat je dat hebt gedaan, ontlook er in jou al snel een ander en reeds vrijer leven.
Hoofdstuk 80: De Farizeeër verklaart de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Nu vertoont zich aan jou, nog van grote afstand, een aangenaam plaatsje, waardoor je je helemaal op je gemak begint te voelen. Je haast je naar dat dorp en naar de zeer mooie tuinen daar in de buurt, die rijk zijn aan bultengewone vruchtbomen en vruchten. Die gerieflijke plaats is de in je hart teruggekeerde rust, en de tuinen stellen de nieuwe waarheden uit God voor, waar jij veel genoegen aan beleeft. Maar omdat ze niet jouw eigendom zijn omdat je er nog niet naar handelt, zie je ze als het ware nog buiten jezelf, en de vruchten durf je niet te pakken.
Hoofdstuk 80: De Farizeeër verklaart de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] De Farizeeër vervolgde: 'Luister! De goud en zilverkloof, die jou zo beangstigde en waaruit je geen uitweg meer kon vinden, toonde je de toestand van je ziel die met louter begeerte naar goud bepantserd is en die ondanks al haar denken en zoeken geen uitweg uit die toestand meer kan vinden naar de vrije ruimte van de zuivere en levende waarheid vanuit God. De mijnwerkers, die jij de genoemde metalen in grote klompen uit de bergen zag halen, zijn je eigen onverzadigbare begeerten naar dergelijke aardse schatten. En de mijnwerker die tegen je zei dat er geen weg meer uit die kloof leidde en die jou ook niet zachtzinnig vertelde dat je zeker te gronde zou gaan, is je eigen geweten dat jou - als het ware voor de laatste keer - zeer ernstig vermaande, omdat je geen acht meer sloeg op zijn zachtere vermanende stem.
Hoofdstuk 80: De Farizeeër verklaart de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] De man die toen al gauw naar je toe kwam en je een heel belangrijke vraag stelde, die jij niet kon beantwoorden, was alweer je geweten,jouw geest van gene zijde uit God. Toen hij van je wegging, zag je onmiddellijk een boosaardig dier, dat niets anders was dan jouw oude begeerte, die jou ondanks de reeds vrijere toestand van je ziel in je gemoed achtervolgt. Maar omdat je nu een afschuw hebt van je oude zonde, is zelfs de herinnering eraan voor jou weerzinwekkend en verachtelijk, en je doet moeite om dat boosaardige dier te ontvluchten, opdat het je niet opnieuw grijpt en je te gronde richt en doodt. Zo'n gerechtvaardigde vrees van jou voor jouw kwaadaardige dier wordt door de hemel gezien en deze zendt een bliksemstraal van de levende waarheid uit God. Dit raakt jouw boosaardige dier zo goed, dat het daarna nog wel een poosje steigert en kronkelt, maar tenslotte toch in de afgrond stort en niet meer in jouw ziel tevoorschijn komt. .
Hoofdstuk 80: De Farizeeër verklaart de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Toen de twee uit het huis naar buiten kwamen, zagen ze de plaats waar de grote brand had gewoed, en hoe hun metgezellen bezig waren om hun schatten die nog niet door het vuur vernietigd waren, bij elkaar te zoeken en naar een goede bewaarplaats te brengen.
Hoofdstuk 81: De twee tempeldienaren zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Maar die lette niet op hen en ging met de geheel bekeerde Farizeeër naar de herberg om daar met Mij te kunnen spreken. Maar Ik was nog buiten met Mijn leerlingen, en dus niet in de herberg.
Hoofdstuk 81: De twee tempeldienaren zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] De waard zei: 'De Heer des levens' is nog niet weggegaan! Hij is ergens buiten met Zijn leerlingen; maar waar, dat kan ik jullie niet zeggen, omdat Hij deze zaal al heeft verlaten voordat ik wakker werd. Maar enkele van Zijn leerlingen hadden reistassen bij zich, die ik nog in bewaring heb, en dat is een teken dat de Heer deze plaats nog niet heeft verlaten; en ik denk dat Hij gauw terug zal komen, aangezien het ochtendmaal weldra helemaal klaar zal staan wat Hij zeker weet. Maar ga naar buiten om Hem op te zoeken; want het loont wel de moeite de Heer des levens op te zoeken! Ik zal dat zelf doen, zodra ik deze tafel klaar heb. Mijn genezen opperknecht is al gegaan.'
Hoofdstuk 81: De twee tempeldienaren zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] De twee gaven het kind rijkelijk geld en lieten het nu vol blijdschap naar zijn moeder gaan, die het kind al gauw zag, het heel verbaasd tegemoet rende en alles wilde weten.
Hoofdstuk 81: De twee tempeldienaren zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] De twee liepen echter snel naar de heuvel en bereikten ons juist op het moment dat wij van de grond opstonden om naar de herberg terug te keren.
Hoofdstuk 81: De twee tempeldienaren zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Ik zei: ' Als jullie dat willen, blijf dan! Wij zullen ons nu langs een andere weg naar de herberg begeven en niet door het marktplaatsje gaan. Want Ik heb het blinde meisje ziende gemaakt; ze zal het nu samen met haar moeder aan iedereen vertellen, en als wij nu door het plaatsje zouden gaan, zou al het volk zich om ons verdringen om Mij te zien en te prijzen, wat Ik nu wil voorkomen. Laten we dus gaan!'
Hoofdstuk 81: De twee tempeldienaren zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Na deze woorden van Mij verlieten we snel de heuvel en begaven ons langs een kleine omweg zo snel mogelijk naar de herberg.
Hoofdstuk 81: De twee tempeldienaren zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461  ...