Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 448 van 1490

...  436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461  ...
[4] Na deze opmerking richtte één van hen zich tot Mij en vroeg hoe het met het oude vastengebod stond.
Hoofdstuk 85: Het ware vasten en bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Wat nu het bidden betreft, op de wijze waarop de joden dat doen, dat heeft niet alleen helemaal geen waarde voor God, maar het is Hem een gruwel. Wat voor doel hebben de lange lippengebeden tot God de Alwijze, vooral als deze betaald moeten worden aan bepaalde bevoorrechte bidders, die voor anderen bidden, omdat alleen hun gebed krachtig en doeltreffend zou zijn? Ik zeg jullie: Als duizend van zulke bidders duizend jaar lang hun gebeden voor God zouden opdreunen, dan zou God die nog minder verhoren dan het gebalk van een hongerige ezel; want zo'n gebed is geen gebed, maar alleen maar gekwaak van kikkers in een moeras, omdat het geen zin en geen betekenis heeft en dat ook nooit kan hebben.
Hoofdstuk 85: Het ware vasten en bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Toen zei Lazarus tegen Rafaël: 'Ontmasker deze godslasteraars, dan kunnen we hun nog duidelijker laten zien wiens geesteskinderen zij zijn!'
Hoofdstuk 86: De vermomde tempeldienaren bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Daarop zei Lazarus: 'Willen jullie nu ook nog beweren dat jullie Bethlehemieten zijn, en dat jullie hier gekomen zijn om te vernemen waar de Heiland uit Nazareth zich bevindt, om hem te volgen en zijn leerlingen te worden? Mooie leerlingen zijn jullie, die met touwen en zwaarden volgen, en die op hun kleding het kenteken dragen van de knechten en gerechtsdienaren van de tempel en de Hoge Raad! Wat denken jullie nu te doen? Jullie zijn in mijn macht en deze jongeman is in staat om jullie allemaal net zo te vernietigen als hij jullie armzalige mantels vernietigd heeft! Daarom vraag ik jullie nog één keer: Wat zullen en willen jullie nu doen?'
Hoofdstuk 86: De vermomde tempeldienaren bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Toen zei Agricola tegen Mij: 'Heer en Meester, het zou nu helemaal niet zo gek zijn om van die zwarte, goddeloze afgevaardigden te kunnen horen, wat voor domme en zeker ook slechte meningen zij te berde brengen over het ontstaan en het doel van deze zuil.
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Maar er is er één, die Nikodemus een beetje in bescherming neemt; die zegt: 'Ik wil de mogelijkheid dat deze zuil op die wijze ontstaan is, niet direct uitsluiten, maar ik wil dit oordeel ook niet als een reeds uitgemaakte zaak zonder meer aannemen; want als de duivel op het grondstuk van elke Oudste die het niet in alles volledig met ons eens is, zoals bijvoorbeeld Lazarus van Bethanië, zo'n zuil uit de hel en de aarde omhoog moet schuiven, dan zou er nu wel een groot aantal van die zuilen in het hele joodse land staan.
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Ook voor deze mening zijn er aanhangers. Alleen voegt de eerste beoordelaar er een wijze opmerking aan toe: 'Dat is dan toch wel bijna hetzelfde; want wij weten immers dat zulke tovenaars beslist een verbond met de hel hebben en met hulp van de duivel hun kunsten doen.'
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Bij hen gekomen, stonden zij op van hun zitplaatsen, en een van hen als de woordvoerder zei, nadat hij een diepe buiging gemaakt had: 'Beste, goede vriend! Wij allen komen uit de omgeving van de oude stad van David en zijn vanwege de verschrikkelijke tekenen die in deze nacht te zien waren, nog voor middernacht vertrokken en snel hierheen gekomen om van een wijs man te horen wat ons mogelijkerwijs te wachten staat. Voor dit doel gingen we dadelijk naar de tempel, die open was, en daar vernamen wij het een en ander, wat ons beslist niet geruststelde of bevredigde. Maar er verscheen, toen al het volk in de tempel al erg ongeduldig was geworden, een zeer oude rabbi, die het volk toesprak, en de meeste schuld schoof op de tempeldienaren en hun slechte gedrag ten opzichte van de leer van Mozes, wat voor ons allen maar al te duidelijk de volle waarheid was. Tenslotte begon hij over een zekere profeet Jezus uit Galilea te spreken, waarbij hij tamelijk onomwonden zijn vermoeden uitsprak dat deze Nazarener de beloofde Messias was. En kijk, het hele volk juichte hem toe en viel hem zonder meer bij!
Hoofdstuk 86: De vermomde tempeldienaren bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Jullie zeiden datje uit de omgeving van de oude stad van David komt, - maar in werkelijkheid komen jullie van hier, en iedereen weet dat jullie de meest omkoopbare dienaren zijn van de heers en hebzuchtige Farizeeën! Met welk recht en om welke reden trachten jullie mij dan zo ontzettend te beliegen? Jullie doen alsof je op zoek bent naar een zekere Jezus van Nazareth, en je hebt zwaarden en touwen bij je om die profeet zo mogelijk op te pakken en hem meteen te wurgen of voor jullie Hoge Raad te slepen. Is dat een manier om zo hier bij mij, Lazarus, te komen? Wacht maar, die duivelse vermetelheid van jullie zal je als lesje voor jullie zelf en ook jullie Hoge Raad duur te staan komen! Samen met de Hoge Raad zijn jullie de meest goddeloze vervolgers die er zijn, en deze brutaliteit is te erg om als Romeins burger ongestraft te laten!
Hoofdstuk 86: De vermomde tempeldienaren bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Nadat Ik dat gezegd had, stonden alle aanwezigen weer op en gingen met mij naar het hogere deel van de berg. Ook de groep slavenjongeren ging mee; hun metgezellen bleven echter liever bij elkaar en vermaakten zich met de schapen, waarvan de oorsprong al bekend is. Toen wij ons echter op de geurige hoogte bevonden en ons in goede orde geïnstalleerd hadden, zagen we op de weg naar Emmaüs de afgevaardigden van de Hoge Raad lopen, die bij de wonderzuil van de engel bleven staan en haar van alle kanten met verbazing bekeken, want zij konden zich niet voorstellen hoe zo'n schitterende zuil daar terechtgekomen kon zijn. Het kostte zeker een aantal maanden om zo'n zuil daarheen te brengen en op te stellen, en ze hadden deze weg een paar dagen geleden nog afgelegd en toen was er van deze zuil nog helemaal niets te zien geweest. Nikodemus zou hun dat echter wel het best kunnen uitleggen, omdat de zuil helemaal op zijn grond stond.
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Maar nu komt er een derde die zegt: 'Ook ik ben het met jullie meningen onder bepaalde omstandigheden gedeeltelijk eens, maar voor mijzelf heb ik toch nog een andere opvatting en mening. Die zuil kan ook van de Romeinen afkomstig zijn, die hem hier wellicht 's nachts als een onderscheiding voor Nikodemus hebben neergezet, omdat hij in 't geheim een heel speciale vriend van hen moet zijn. Voor de Romeinen zal zoiets echt niet onmogelijk zijn. Wagens en andere middelen hebben zij in grote hoeveelheden, en ook heel sterke mensen. Als alles voorbereid is, kan zo'n zuil ook wel in één nacht geplaatst worden. Dat deze zuil volgens al onze verschillende meningen niets goeds voor de tempel heeft te betekenen, dat staat wel zo goed al vast. Maar laten we er over ophouden en naar Emmaüs gaan! Daar zullen we wel iets naders over de oorsprong en het doel van deze zuil vernemen.'
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] De oude rabbi geeft als zijn mening: 'Er moet iets bijzonders in de tempel gebeurd zijn, dat deze aartsjoden en Farizeeën bewogen heeft om zich voor niets zo ver buiten de stad te begeven, terwijl zij toch anders geen stap verzetten zonder er veel geld voor te vragen.'
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Nikodemus gaat nu vlug de naderbij komende mannen vriendelijk tegemoet en groet hen volgens het gebruik van de tempel, welke begroeting ook zij meteen beantwoorden. Als allen nu bij elkaar zijn, vraagt onze Nikodemus hun meteen waarom hem deze eer te beurt gevallen is.
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Nikodemus zegt: 'Alleen maar de oude rabbi, Jozef van Arimatea en een paar Romeinen, die hier, zoals jullie weten, mijn buren zijn, en die bij deze gelegenheid toch niet overgeslagen mogen worden. Verder is ook mijn familie hier om zich wat te herstellen van de schrik van de afgelopen nacht. Dus allemaal mensen die jullie kennen!'
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[28] Maar nu we hier toch zijn, vragen we zelf aan jou of je soms weet waar de Nazarener zich ergens kan ophouden. Want als we dat weten, dan weten we al wat ons te doen staat. De tekenen in deze nacht kan hij heel gemakkelijk -mogelijk met medewerking van de doortrapte Essenen - tot stand gebracht hebben; want die moeten met bepaalde arcadische spiegels in staat zijn zulke dingen te produceren. Wij vermoeden dat hij naar de Essenen is gegaan. Mocht dat het geval zijn, dan zouden we natuurlijk met veel aan ons plan hebben. Vriend Nikodemus, wat kun jij ons hier over vertellen en aanraden?"
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  436 - 437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461  ...