Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 449 van 1110

...  437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462  ...
[16] Ik zei: 'Maria, ook al zal Ik Mij lichamelijk niet bij en onder jullie bevinden, Ik zal toch in de geest bij jullie aanwezig en werkzaam zijn; want in de geest ben Ik. immers voortdurend alomtegenwoordig, omdat Ik alle dingen in de eeuwige oneindigheid in stand moet houden en moet leiden. Als Ik niet in de geest alomtegenwoordig zou zijn, dan zou ieder bestaan te gronde gaan en zou er geen enkel schepsel bestaan in de hele oneindigheid, - wat je nu wel zult begrijpen. Want door de macht van Mijn uiterst levende en werkzame wil ben Ik Zelf immers van eeuwigheid alles in alles, en alles is in Mij! De Vader, die Mij als een mensenzoon in deze wereld gezonden heeft, is in Mij, en Ik en Hij zijn niet twee, maar volkomen één; de wil van de Vader is derhalve ook Mijn wil, en die is overal werkzaam.
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Wanneer jullie deze woorden goed ter harte nemen, zullen jullie vrolijk zijn in je gemoed; want jullie zullen wel gewaar worden dat Ik ondanks Mijn persoonlijke lichamelijke afwezigheid toch bij jullie zal zijn en blijven. -Maria, heb je deze woorden van Mij goed begrepen?'
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Hierop richtte Ik Mij tot Mijn leerlingen en zei: 'Tot nu toe heb Ik als de Heer en Meester alleen gewerkt, en jullie waren alleen als het ware stomme getuigen van alles w.at Ik geleerd en gedaan heb; maar van nu af aan zullen ook jullie met Mij werken, net zoals Rafaël met Mij zichtbaar voor de ogen van iedereen gewerkt heeft. Laten we nu dus vertrekken!'
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Maar de waard zei: 'Daar weet ik alles van en wij zullen daarover praten wanneer het daar de juiste tijd voor zal zijn; maar nu is er iets belangrijkers te doen! Over ongeveer een uur komt de grote Heer en Meester met Zijn leerlingen hier aan, zorg daarom nu voor een goed en rijkelijk middagmaal voor minstens veertig personen -haast je, zodat Hij, als Hij komt, alles in gereedheid vindt! Want jullie weten allemaal wat voor grote weldaad Hij ons huis vorig jaar bewezen heeft, en daarom is het nu ook onze hoogste plicht om Hem zo goed mogelijk metterdaad onze dank te betonen!'
Hoofdstuk 159: Onderweg naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Alleen wie werkelijk arm en ook niet meer tot werken in staat is, vanwege zijn hoge leeftijd of vanwege verlamming van zijn ledematen of zijn geest, heeft van God het recht om aanspraak te maken op de barmhartigheid van zijn rijkere medemensen. En wie hem iets geeft, die zal God het ook vergelden, en voor degene die het ontvangt zal Hij de gave zegenen en hem ook het loon geven voor zijn geduld, waarmee hij zijn echte armoede verdragen heeft. Als God echter ook de barmhartigheid zal belonen van degene die jullie in zijn onwetendheid een aalmoes aangereikt heeft omdat hij jullie voor echte armen hield, dan zal Hij jullie als bedriegers en huichelaars des te meer en scherper tuchtigen hier en aan gene zijde.
Hoofdstuk 159: Onderweg naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Er staat ook geschreven: 'Wie goed van hart is en een profeet en leraar loon geeft en hem een offer brengt, zal later ook het loon van een profeet ontvangen!' Zijn jullie dan soms profeten, verlicht door Gods geest, om als een licht uit de hemelen de mensen op aarde voor te lichten, die in de nacht van hun zonden wandelen? O, dat zijn jullie nooit geweest, alhoewel jullie om meer aalmoezen van de lichtgelovige mensen te vangen, je al verscheidene keren als zodanig hebben voorgedaan, zonder dat jullie in God geloven, omdat jullie allebei al lang het geloof van de blinde Sadduceeën hebben! Maar daarom zijn jullie des te meer strafbaar, omdat jullie hier de echte armen van deze streek ontnemen wat hun toekomt! Sta dus maar gauw op en ga weg van hier, anders zullen jullie de macht leren kennen van Degene die dit nu tegen jullie gezegd heeft!'
Hoofdstuk 159: Onderweg naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Ik zei: 'Ga heen en handel volgens de belofte die je Mij nu gedaan hebt, dan zullen jouw zonden je vergeven zijn!'
Hoofdstuk 159: Onderweg naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[22] En Ik zei: 'Wat hij bij jou zal vinden, wanneer hij alle schade die hij aangericht heeft weer goedgemaakt zal hebben, dat zul jij te zijner tijd ook bij Mij vinden! Maar ga nu en handel overeenkomstig jullie aan Mij gedane belofte!'
Hoofdstuk 159: Onderweg naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[26] De waard zei: 'O Heer en Meester, alles geschiede naar Uw wil en welbehagen! Ik was met mijn gezin echter een beetje bang geworden dat U misschien toch een andere weg ingeslagen zou zijn; want volgens mijn berekening had U met de leerlingen al ruim een half uur geleden hier kunnen aankomen.'
Hoofdstuk 159: Onderweg naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[27] Ik zei: 'Dat zou ook gebeurd zijn, als Ik jullie heerweg niet van een reeds lang bestaande onzuiverheid had moeten reinigen. Een dergelijk goed en noodzakelijk werk heeft ons enigszins opgehouden en zodoende moest Ik hier een beetje later aankomen; maar toch ben Ik, zoals altijd, op het juiste tijdstip aangekomen.'
Hoofdstuk 159: Onderweg naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[29] Ik zei: 'O vriend! Als Ik jullie levensweg niet zou reinigen, vegen en ordenen, dan zou het met het heil van jullie zielen gebeurd zijn! Ik ben dus een heel belangrijke, goede en echte bouwer en schoonmaker van wegen. Waar Ik de wegen niet baan en reinig, daar zijn ofwel helemaal geen wegen, of als er al schijnbare wegen zijn, dan zijn die toch zo vol vuil en modder dat geen reiziger daarop vooruit kan komen, maar genoodzaakt is om te keren of onderweg in het vuil om te komen. -Begrijp dit beeld goed, dan zal het je wel duidelijk worden hoe en waarom Ik een wegenbouwer en ware wegenmeester ben!'
Hoofdstuk 159: Onderweg naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik hield Mijn pas in en zei tegen degenen die Mij aanhielden: 'Hebben jullie dan niet gehoord dat God almachtig en barmhartig is? Waarom bidden jullie niet tot God en vragen Hem om hulp als jullie in de ellende zitten?'
Hoofdstuk 160: Over godsdienst en zinvol bidden (15.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ik zei: 'O, met deze nietszeggende verontschuldiging van jullie bereiken jullie bij Mij niets! Het ontbreekt jullie nagenoeg geheel aan geloof en echt levend vertrouwen op God en daarom verhoort God jullie gebeden ook niet en slaat Hij geen acht op jullie offers. Waarom bidden jullie zelf eigenlijk niet vol geloof en vertrouwen? Omdat jullie dat te ongemakkelijk lijkt! Daarom hebben jullie in de gemeente bepaalde door de tempel gevolmachtigde voorbidders, die jullie betalen, opdat zij dit of dat voor jullie van God zullen afsmeken. Als jullie je geloof en vertrouwen aan deze huichelaars kunnen schenken, die zich voor hun voorgewende moeite altijd goed laten betalen en wier bidden en smeken jullie nog nooit hulp gebracht heeft - waarom stellen jullie je geloof en vertrouwen dan niet liever op God de Heer en Vader Zelf?
Hoofdstuk 160: Over godsdienst en zinvol bidden (15.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Ik zeg jullie: dat komt door jullie eigen luiheid! jullie zijn aards welgestelde bezitters van goederen en reeds vanaf jullie jeugd gewend om jullie knechten en dienstmaagden tegen een karig loon voor jullie te laten werken en daarbij de strenge heren uit te hangen, en jullie geloven ook dat die voorbidders ook bij God met succes voor jullie moeten werken, omdat jullie hen daar goed voor betalen. Maar dan keert God Zijn aangezicht van jullie af en luistert nooit naar het weerzinwekkende, zinloze en geestloze geblèr van de lippen van jullie huichelachtige godsdienaren. En dat is dan ook de reden waarom God jullie niet kan, wil en mag helpen. Want als God dat zou doen, dan zou Hij als de hoogste, eeuwige wijsheid, liefde en macht jullie nog dieper weg doen zakken in het volledige verderf dat alleen door jullie luiheid veroorzaakt wordt.
Hoofdstuk 160: Over godsdienst en zinvol bidden (15.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Wek daarom jullie geloof in God en de ware, innige liefde voor Hem en een vast vertrouwen in Hem tot leven! Bid en smeek zelf in de geest en in waarheid tot Hem, dan zal Hij jullie ook zeker verhoren! Bidt dus zelf zonder onderbreking, doe ware boete en verdraag ook het leed dat om een goede reden over jullie gekomen is met geduld en ware overgave aan de goddelijke wil, zoals jullie dat van het geduld van Job kunnen leren, dan zal God jullie uit iedere nood helpen, voorzover dat bij het heil van jullie zielen ten goede komt!
Hoofdstuk 160: Over godsdienst en zinvol bidden (15.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462  ...