Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 449 van 1112

...  437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462  ...
[9] Kortom, ik heb een overvloed aan geldige bewijzen aangetroffen dat Hij daar geweest was en handelingen had verricht; alleen Hemzelf heb ik tot nu toe nog niet te zien gekregen. Maar van een gegoede Jood uit Bethlehem, die ook heel veel met die grote Godmens opheeft en in Hem gelooft, heb ik gehoord dat Hij zich op alle grote feestdagen in Jeruzalem en wel in de tempel ophoudt en het volk onderwijst, hoewel de duistere en slechte Farizeeën in hoge mate tegen Hem gekant zijn. En daarom wil ik, hoewel ik een door de orthodoxe Joden verachte Samaritaan ben, op het eerstvolgende tempelwijdingsfeest toch naar Jeruzalem reizen en kijken of ik die grote Godmens misschien toch een keer te zien zal krijgen.
Hoofdstuk 51: De waard vraagt naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Voorlopig maakt een reiziger mij echter al meer dan gelukkig, als hij mij maar veel over Hem weet te vertellen; als hij dat kan en zich ook in zijn geloof helemaal richt naar die grote Man, die mij zo heilig is geworden, dan kan hij bij mij in huis zijn tijd doorbrengen zolang hij wil, kan of wenst, en kost zijn verblijf en zelfs het beste eten hem niets. Werkelijk, als jullie mij ook veel over die grote Man weten te vertellen - maar wel helemaal overeenkomstig de waarheid -zullen ook jullie bij mij geen hoge rekening hoeven te betalen. Dus, beste mannen, vertel mij ook iets over Hem!'
Hoofdstuk 51: De waard vraagt naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Kijk, voorzover Ik die Man ken, is Hij naar Mijn beste weten dezelfde Jehova die reeds met Adam, Noach, met Abraham, Isaak en Jacob, met Mozes en niet nog vele andere profeten heeft gesproken. Het verschil tussen toen en nu is alleen, dat Hij destijds als eeuwige Heer van alle schepselen alleen als de zuiverste geest volliefde, leven, vol van de hoogste wijsheid, macht, kracht en gezag met de gewekte geest van de mensen heeft gesproken en Zich op die manier aan hen heeft geopenbaard. In deze tijd echter heeft het Hem behaagd -zoals Hij al meerdere malen door de mond van de profeten heeft beloofd om uit overgrote liefde voor de mensen van deze aarde, die Hij geschapen heeft om Zijn kinderen te worden en aan wie Hij al ten tijde van Adam Zelf die naam gaf, Zelf een lichaam aan te nemen en hen als een zichtbare Vader voor Zichzelf op te voeden, opdat zij eeuwig bij Hem zullen zijn, leven en wonen, daar waar Hij Zich eeuwig Zelf bevindt en schept en de oneindigheid regeert.
Hoofdstuk 52: Het wonder met de edelvissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Daarom staat er immers geschreven: In het begin was het zuivere Woord, en God was het Woord in de mond van de aartsvaders der aarde, alle waarachtige wijzen en profeten. Het eeuwige Woord, God Zelf dus, is nu echter vlees, dus een mens geworden, en zo kwam de Vader tot Zijn kinderen, maar die herkennen Hem niet. Hij kwam dus in Zijn eigendom, en men wil Hem niet als de enig ware en eeuwige Vader erkennen. Maar toch zijn er ook velen die Hem erkennen als Degene die Hij is en zich met alle liefde naar Hem alleen richten. Dat zijn zowel Joden als heidenen, en,de heidenen meer dan de Joden; daarom zal volgens Zijn woord het licht ook van de Joden worden afgenomen en aan de heidenen worden gegeven.
Hoofdstuk 52: Het wonder met de edelvissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Ik zei tegen de waard: 'Laat die lammeren vandaag nog maar in leven, maar kijk in plaats daarvan eens in je grote visbewaarplaats; want Ik heb de indruk dat zich daar nog een heleboel grote en edele vissen uit het Meer van Genezareth bevinden! Als er daar een paar in zitten, laat ze dan, ongeveer veertig stuks, voor ons klaarmaken!'
Hoofdstuk 52: Het wonder met de edelvissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Daarop haastte de waard zich snel de kamer uit naar zijn vrouw, die in de keuken nog bezig was voor het huispersoneel, en zei het tegen haar.
Hoofdstuk 52: Het wonder met de edelvissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Toen zei de waard: 'Werkelijk, hier gebeuren geen natuurlijke dingen! Dat heeft een van die vanavond gekomen gasten gedaan, die allemaal iets raadselachtigs over zich hebben.'
Hoofdstuk 52: Het wonder met de edelvissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] En terwijl hij zich tot zijn vrouwen zijn keukenpersoneel wendde, zei hij: 'Kortom, die vissen zijn er nu eenmaal op wonderbaarlijke wijze plotseling met vele honderden tegelijk' neem er dus in plaats van veertig maar direct vijftig. Maak een groter vuur, en bereidt ze op de beste manier; want van deze vissen zal ik er zelf een paar eten!'
Hoofdstuk 52: Het wonder met de edelvissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Toen het vertellen, dat tot bijna middernacht duurde, was opgehouden, wendde de waard zich tot Mij met het verzoek: 'Mijn beste en zeldzaam wijze vriend,jullie hebben mij nu zoveel over die grote Godmens verteld dat ik me nu al als de gelukkigste mens van de hele wereld beschouw, en ik ben dat voor het grootste deel ook werkelijk; maar ik zou nu helemaal gelukkig zijn en net zo zalig als de hoogste engel in de hemel, als ik alleen nog een goedgelijkende afbeelding van die grote Godmens te zien zou krijgen! Vriend, u hebt me al eerder beloofd dat u mij er een zou laten zien. Als u er een bij u heeft, vraag ik u om mij die te laten zien!'
Hoofdstuk 53: De waard herkent de Heer (31.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Kijk, ook in de toekomst zullen heel veel mensen als ze over Mij horen, Mij en ook Mijn rijk met grote ijver overal zoeken. Maar halfblind in hun ziel als ze zijn, zullen ze Mij toch niet helemaal vinden als ze Mij nu eens hier en dan weer daar achterna zullen reizen, wanneer de mensen tegen hen zullen zeggen als ze Mij zoeken: 'Hij is hier wel geweest en is nu daar en daar; ga daar maar heen, dan kunnen jullie Hem wel vinden!'. Degenen die Mij zoeken zullen zich daarheen haasten om Mij te vinden, en toch zullen ze Mij niet vinden. Want zoals Ik jullie al herhaalde malen heb aangegeven zullen velen zeggen: 'Kijk, hier is Hij!' of 'Daar is Hij!' of 'Hij is in dit huis, of in die kamer!', maar geloof het dan niet. Want als iemand zonder twijfel in Mij gelooft en Mij werkelijk in zijn hart boven alles liefheeft en derhalve ook zijn naaste als zichzelf, en als hij daarbij ook een steeds groeiend verlangen heeft om Mijzelf te aanschouwen en Mij en Mijn wil dieper en duidelijker te leren kennen, zal Ik op dezelfde manier als hier heel onverwacht in zijn meest directe omgeving aanwezig zijn, hoewel hij denkt dat Ik nog ergens op een onbekende verre plaats ben, en dan maak Ik Mij ook weldra in zijn meest directe nabijheid aan hem bekend en zal Ik met hem in een en hetzelfde huis wonen en maaltijd met hem houden.
Hoofdstuk 54: De geestelijke betekenis van de gebeurtenissen in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Ik zei: 'ja,ja, daar heb je natuurlijk wel gelijk in; als alle mensen net als jij zouden denken en hun hart dezelfde gezindheid zou hebben, zouden goud, zilver, parels en alle kostbare edelstenen hun nooit onheil bezorgen! Maar omdat de mensen, die het belangrijk vinden dat God met goud, zilver, parels en edelstenen wordt geëerd, heel anders beginnen te denken en dus ook weldra een andere instelling krijgen, zou het heel onverstandig van God zijn als Hij Zich liet eren met datgene wat in alle tijden het meeste en grootste onheil onder de mensen heeft gesticht.
Hoofdstuk 55: Het prachtvertoon op tafel bij het ochtendmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Maar aangezien niet alle mensen zo vaardig waren in het vinden van de genoemde zaken, om zich daarmee God welgevallig te kunnen betonen, legden zij aan de aartsvaders, die tegelijk ook priesters waren, de vraag voor hoeveel schapen, koeien, ossen of ook kalveren en stieren zij in plaats van zo en zoveel goud of zilver aan God moesten offeren, om Hem even welgevallig te worden als degene die God puur goud en zilver ten offer brengt.
Hoofdstuk 55: Het prachtvertoon op tafel bij het ochtendmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Zijn lichamelijk halfblinde zoon duidt het zintuiglijke en het gemoed van de mens aan. Het zintuiglijke is het oog dat deze wereld nog ziet, het gemoed is het oog dat blind is voor deze wereld en haar bekoorlijkheden en daarom naar binnen is gekeerd, maar dat Ik zie en volkomen genees en verlicht. Zodra dit oog levend wordt, overweldigt het weldra het zintuiglijke oog dat de wereld ziet en keert ook dat naar binnen. Als dat gebeurt, wordt de hele mens verlicht en ziende, en ziet en herkent hij Mij al gauw; en dan verbaast hij zich erover dat hij Mij zo lang niet heeft kunnen herkennen, omdat Ik Mij immers allang heel dicht bij hem bevond en gemakkelijk te herkennen was in Mijn werkzaamheid en Mijn spreken en onderrichten door middel van vele feiten.
Hoofdstuk 54: De geestelijke betekenis van de gebeurtenissen in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Dat de armen de rijken benijdden en door allerlei listen hun rijkdom begonnen te verminderen, waardoor diefstal, roof en moord ook niet lang op zich lieten wachten, is een vanzelfsprekende zaak. Want wanneer het materialisme steeds meer de overhand krijgt, gaat het geestelijke te gronde, en uiteindelijk wordt God voor de mensen een oud, versleten, onbeduidend en waardeloos begrip waar ze zich geen voorstelling meer van kunnen maken. Dan worden totale goddeloosheid en daarmee alle denkbare kwaden op de meest gewetenloze manier algemeen gangbaar onder de mensen, de mensen grijpen naar de wapenen, en het deel van de mensen dat zich beter acht probeert het slechtere deel met geweld te onderwerpen; en als dat gelukt is komen er wetten, waarop bij het niet in acht nemen de strengste straffen staan. En zo ontstaan dan de machthebbers en daar tegenover de slaven op aarde.
Hoofdstuk 55: Het prachtvertoon op tafel bij het ochtendmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] De enige ware verering en verheerlijking die God welgevallig is, bestaat en dient eigenlijk alleen maar te bestaan uit een zuiver, God boven alles en de naaste als zichzelf liefhebbend hart, en dus ook -wat hetzelfde is - uit het trouw houden van de geboden, die Hij door Mozes aan alle mensen heeft gegeven; al het andere is ijdel en dwaas, ook als het door een rein en God welgevallig mens wordt gedaan. Weliswaar wordt God door bepaalde mensen, zoals de Farizeeën en de afgodspriesters en - priesteressen, en ook door schijnvromen, ogendienaren en huichelaars uiterlijk geëerd, terwijl ze zelf helemaal niet in Hem geloven en nooit geloofd hebben, en wel voor geld en andere aanzienlijke offers; maar dat heeft voor God niet alleen geen waarde, maar is een gruwel in Zijn ogen, en zo is het ook met alles wat in de ogen van de wereld groots en schitterend is. Onthoud dat, Mijn vriend, aangezien je het nu gehoord hebt uit de mond van Degene die Zich met geen enkele materie laat eren en prijzen, maar alleen met een zuiver, volkomen aan Hem toegewijd hart en Hem toegewijde wil!'
Hoofdstuk 55: Het prachtvertoon op tafel bij het ochtendmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462  ...