Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 449 van 728

...  437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462  ...
[10] Die tempel echter moet een beeld zijn van jullie wijsheid en alles wat daarvoor vereist is.
Hoofdstuk 49: Koning Lamech en Henoch in gesprek over de wijze Spreker en de inwijding van de tempel op de berg. De geestelijke betekenis van de tempel. Koning Lamech nodigt de wijze Man uit voor de inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Maar wanneer je je ten overstaan van mensen rechtvaardigt, dan zoek je hun lof; ik zeg je echter dat dat vruchteloos, zoals ook de lof van de mensen onbeduidend is.
Hoofdstuk 51: Henochs gesprek met koning Lamech over de waarheid. Over gehoorzaamheid en de orde van het hart. Het volk gaat naar de tempel op de berg. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Wil je echter God behagen, dan moet je je zo diep mogelijk deemoedigen voor Hem; daardoor zul je Hem de hoogste lof brengen, en Hij zal je liefhebben met Zijn goddelijke volheid!
Hoofdstuk 51: Henochs gesprek met koning Lamech over de waarheid. Over gehoorzaamheid en de orde van het hart. Het volk gaat naar de tempel op de berg. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Maar Henoch zei tegen Lamech: 'Broeder, ik ben van mening dat de hindernis vóór ons, die ons de weg naar de tempel afsnijdt, meer waarde voor ons heeft dan de tempel; want hier zijn duizend levende tempels van liefde en erbarming vanuit God, ginds echter is alleen maar een dode tempel van steen!
Hoofdstuk 52: Het gedrang van het volk op de berg. Lamechs verlegenheid wegens de op handen zijnde zonsondergang. De raadgevende woorden van de wijze Man over de ware inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Jullie zeggen echter dat ik nu met jullie de tempel binnen moet gaan, - maar ik zeg jullie daarentegen dat ik daartoe niet meer in staat ben; want de plaats waar de tempel is opricht, is nu te heilig geworden, zodat ik die als een veel te onheilig mens nooit met mijn voeten wil ontheiligen.
Hoofdstuk 54: Koning Lamechs deemoedige bekentenis en zijn schroom de tempel te betreden. De Wijze spreekt over het woord van de Heer en over de goddelijke geest van de mens. De intrede in de gewijde tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Jullie zijn echter wel waardig Gods heiligdom binnen te gaan en jullie kunnen altijd handelen volgens de geheime opdracht in je, want God de Heer heeft jullie op de hoogte beroepen en nog nooit heeft een zonde je hart tegenover God ontheiligd, omdat jullie vast altijd met een volkomen rechtschapen gemoed voor de ogen van de Heer hebben gewandeld; maar dat is met mij niet het geval!
Hoofdstuk 54: Koning Lamechs deemoedige bekentenis en zijn schroom de tempel te betreden. De Wijze spreekt over het woord van de Heer en over de goddelijke geest van de mens. De intrede in de gewijde tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Dat hart laat zich echter met een hand van vlees noch met een haak aan een stok naar beneden trekken, maar alleen met de kracht welke de liefde eigen is.
Hoofdstuk 56: Lamechs verkeerde opvatting over het hart boven de tempel en het onderricht door de Heer. Hoe en waar men God moet zoeken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Jouw hart straalt weliswaar van de zuivere, hevig ontvlamde liefde tot God; maar je kunt van zo'n liefde weinig of geen ander nut hebben dan hoogstens dat je in het gebroken licht daarvan in de eventuele nacht iets beter ziet dan anders in de volslagen duisternis. Dat is dan echter ook alles wat je eraan hebt.
Hoofdstuk 56: Lamechs verkeerde opvatting over het hart boven de tempel en het onderricht door de Heer. Hoe en waar men God moet zoeken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Alleen het leven dat eeuwig zal voortduren is immers de hoofdzaak, echter niet alleen maar het licht van het tijdelijke leven, dat tegelijk met dat leven vergaat.
Hoofdstuk 56: Lamechs verkeerde opvatting over het hart boven de tempel en het onderricht door de Heer. Hoe en waar men God moet zoeken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] U, o God, weet echter het best hoeveel een mens in staat is te dragen; daarom laat U hem vast zo geleidelijk aan een steeds dieper inzicht krijgen in Uw eindeloze wijsheid, opdat hij in zijn handelen meer op U zal gaan lijken!
Hoofdstuk 57: Lamech beseft zijn dwaasheid, en herkent de Heer in de wijze Spreker. De woorden van de Heer over het wezen van Gods geest in de mens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Laten we daarom zulk onnuttig werk voor gunstiger tijden bewaren; mettertijd echter wanneer Ik weer zal weggaan mag je Mij wel aan het volk bekendmaken en daarbij verwijzen naar Mijn huidige aanwezigheid.
Hoofdstuk 58: Waarom de Heer Zich als mens maar aan enkelen openbaart. Lamechs vergeefse pogingen om het op de grond liggende volk te laten opstaan. De droefenis van de vereenzaamde Lamech. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Dat ik niets kon bereiken, kan ik niet helpen, want wat ik deed, heb ik immers zo goed gedaan als ik maar kon. Dat ik echter geen wonderen kan verrichten, weet de Heer vast en zeker.
Hoofdstuk 58: Waarom de Heer Zich als mens maar aan enkelen openbaart. Lamechs vergeefse pogingen om het op de grond liggende volk te laten opstaan. De droefenis van de vereenzaamde Lamech. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Wat kan ik echter in deze treurige toestand doen? - Hier blijven tot de zon volledig is opgegaan of alleen afdalen naar de stad en daar de achtergebleven bedienden meedelen wat hier is gebeurd?
Hoofdstuk 59: De beschouwingen van de eenzame Lamech in de ochtendschemering; hij weet niet meer waar hij aan toe is met God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Om te kunnen leven is echter vooral een middelpunt nodig, of beter gezegd een aantrekkingspunt, dus een zwaartepunt dat ten gevolge van zijn aantrekkingskracht alles naar zich toetrekt. En door dat samendringen naar dat punt wordt het noodzakelijkerwijs geprikkeld, verhit en ontstoken. Zo heeft ook deze aarde, zoals nog talloze andere aarden in Mijn eindeloze scheppingsruimte, alsook de zonnen en manen, zo'n middelpunt, dat geheel gelijk is aan het hart van de dieren, en ook van de mensen in hun natuurlijke sfeer.
Hoofdstuk 62: De polaire innerlijke bouworde van de aarde en van alle organische lichamen als gelijkenis voor de door de Heer gekozen volgorde van zitplaatsen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Wanneer echter de hoofdmassa ten gevolge van de traagheid die haar noodzakelijk eigen is, en van haar eigen natuurlijke zwaarte zich toch niet zo ver boven haar massazwaartepunt kan verheffen, maar zeer spoedig weer van haar streven moet afzien om zich dan, daar ze niet anders kan, weer naar haar massazwaartepunt te begeven, dan kan het eigenlijke stimulerende zwaartepunt weer vrij terugkeren en prikkelt dan door de haar eigen aantrekkingskracht weer het trage massazwaartepunt, dat dan weer naar het eigenlijke aantrekkingspunt opdringt. En zodra dat weer onder te grote druk komt te staan begeeft het zich onmiddellijk weer naar de lichte of kleine kant.
Hoofdstuk 62: De polaire innerlijke bouworde van de aarde en van alle organische lichamen als gelijkenis voor de door de Heer gekozen volgorde van zitplaatsen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  437 - 438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462  ...