Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 450 van 1110

...  438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463  ...
[7] Weliswaar hebben jullie Mij nu Zelf gesmeekt om jullie uitje nood te bevrijden, want jullie houden Mij voor een profeet, aan wie God een grote macht gegeven heeft -en kijk, Ik kan en wil jullie nu net zo min verhoren en helpen als God Zelf; want Ik en God, die jullie niet kennen, waarom jullie ook niet in Hem geloven, zijn één van geest, één van wil en één van zin! Wat jullie met jullie manier van bidden en smeken bij God nooit kunnen bereiken, dat bereiken jullie ook bij Mij niet! Doe dus eerst wat Ik jullie heb aangeraden, dan zal Ik jullie ook helpen, ook al overnacht Ik nu niet bij jullie! Maar sommigen van jullie zijn Mij toch helemaal naar Kafarnaüm in Galilea gevolgd; waarom zijn zij daar eigenlijk weer van Mij weggegaan?'
Hoofdstuk 160: Over godsdienst en zinvol bidden (15.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Luister nu naar een gelijkenis, die jullie nog duidelijker moet laten zien waarom Ik de bewoners van het plaatsje, waar we nu doorheen gekomen zijn, het zelfstandig bidden en smeken vol vertrouwen zo ernstig op het hart gedrukt heb!
Hoofdstuk 161: De gelijkenis van de rechter en de weduwe (Luc. 18: 1-8) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Wanneer de valse stoel vermolmd geraakt is en geen stevigheid meer zal hebben, zal Ik wederkomen en Mijn rijk met Mij. Dan zullen ook jullie met Mij mee naar de aarde komen en Mijn getuigen zijn tegenover diegenen bij wie wij nog het ware en zuivere geloof zullen vinden.
Hoofdstuk 162: De ordening in Gods huishouding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Maar er zal in die tijd ook een grote zuivering nodig zijn, opdat de mensen Mij weer zullen kennen en alleen in Mij zullen geloven. Maar over wat Ik jullie nu in vertrouwen geopenbaard heb moeten jullie nu nog zwijgen! De tijd zal wel komen, waarin het luid van alle daken verkondigd zal worden.'
Hoofdstuk 162: De ordening in Gods huishouding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Ik zei: 'O jawel, maar dan zouden de mensen tot pure machines omgebouwd moeten worden! Jullie zeggen ook: 'Maar waarom steeds zulke hevige winden en stormen op zee?' Goed, zeg Ik, dan halen wij die weg, dan zal de zee geen gevaarlijke golven en baren meer voortbrengen en zullen de schippers de zee in alle rust en vrij van ieder gevaar kunnen bevaren. Maar de zeer kalme zee zal dan vuil worden en over alle delen van de aarde epidemieën veroorzaken, en daarbij zal er absoluut geen natuurlijk leven meer mogelijk zijn, niet op het droge land en evenmin in de zee zelf.
Hoofdstuk 162: De ordening in Gods huishouding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Alleen de mens die Mijn leer zal aannemen en ernaar zal leven, zal in zichzelf het licht, de waarheid en de ware levensvrede vinden, hoewel hij daarbij in de wereld ter wille van Mijn naam veel gevechten en vervolgingen zal moeten doormaken, wat ook jullie allemaal aan den lijve zullen meemaken. Maar wanneer Ik voor de tweede keer in deze wereld zal komen, zal ook het gisten, strijden en vervolgen onder de volkeren ophouden, en de oorspronkelijke verhouding van de mensen ten opzichte van de zuivere geesten der hemelen zal normaal en duurzaam worden.
Hoofdstuk 163: Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Door wat Ik jullie nu gezegd en getoond heb zullen jullie gemakkelijk kunnen weten en zien, waarom het wordt toegelaten dat er mettertijd naast de kleine, ware stoel van Aäron, waarop Ik jullie nu zet, een valse en lang bestaande stoel te midden van de heidenen zal ontstaan, en hoe en waarom dan ook de valse profeten en leraren in Mijn naam zelfs worden toegelaten.
Hoofdstuk 163: Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Ik zei: 'Jij hebt goed en juist gesproken. Wat nu hier op de materiële wereld gebeurt, zal de tot nu toe sterk verkommerde geestenwereld waarlijk niet onthouden worden. Maar er zijn nu heel veel mensen die in levende lijve in de graven van de levensnacht op de diepe bodem van de grote zee van waanvoorstellingen begraven zijn; aan hen zullen jullie het evangelie wel verkondigen en dan zullen er ook velen uit hun oude graven komen en het licht des levens zien, en die zee zal haar gevangenen prijsgeven.
Hoofdstuk 163: Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Wanneer dat in het algemeen bij alle mensen zal gebeuren, zal ook de grote en algemene dag van verlossing voor alle bewoners van de aarde helder beginnen aan te breken. Maar het werk is groot en zwaar en er zijn nog maar weinig goede arbeiders; streef er dus vooral naar dat hun aantal weldra groot wordt! Iedere arbeider in Mijn levenswijngaard zal al naargelang zijn vlijt en ijver ook een groot loon kunnen verwachten. Hier op deze aarde zal dat loon weliswaar karig zijn voor jullie lichaam, zoals het tot nu toe was, maar des te groter en rijker zal het zijn voor jullie ziel en geest.
Hoofdstuk 163: Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Daarom moet ieder vooral streven naar de bezittingen van de geest, die het licht, de waarheid en het leven in de ziel is! Wat het lichaam in de juiste mate nodig heeft, zal op deze aarde iedere trouwe arbeider in Mijn wijngaard zeker als vanzelf ten deel vallen; want Ik weet stellig het best wat de mens ook in lichamelijk opzicht, nodig heeft. - Hebben jullie Mij nu allemaal goed begrepen?'
Hoofdstuk 163: Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Ik zei: 'Laat de weg maar zoals hij is - voor ons is het een veilige weg! Jullie zijn met Mij toch de veelonherbergzamere streken bij de Eufraat doorgetrokken, en die waren voor ons veilig en zelfs heel vruchtbaar. En dat zal ook met deze weg het geval zijn. Als wij over de heuvel heen zijn, die daar voor ons ligt en inderdaad behoorlijk lang is, zullen we ook weldra in een plaatsje komen dat ten tijde van Lot één van de tien steden was, maar nu enkel een heel armzalig wat groter dorp is; daar zullen we zien of er iets voor ons te doen valt. Van daaruit komen we dan in verscheidene plaatsjes, en wij zullen zien, waar men ons in een herberg zal opnemen.'
Hoofdstuk 163: Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Ik zei: 'En al zou dat zo zijn, waarom stoort jou dat? Maar Ik wil ter wille van jullie nu eens niet vooruitzien, maar als een mens alles nemen zoals het komt! In het eerste dorp zullen wij evenwel allerlei lieden aantreffen, zoals Farizeeën, oude schriftgeleerden en ook mensen die zichzelf voor heel vroom houden en zich daar erg op laten voorstaan. Met hen zullen wij in het voorbijgaan wel wat te doen krijgen!'
Hoofdstuk 163: Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Ik zei: 'Opdat jij en nog verscheidene anderen die net als jij zijn en die zich net als jij voor vroom en rechtvaardig houden, mogen zien dat Ik jullie wel ken, wil Ik jullie heel in het kort een klein voorval uit jullie leven vertellen. Omdat jullie jezelf voor vroom en rechtvaardig houden, maar andere mensen verachten, van wie jullie oordelen dat ze niet zijn zoals jullie, gaan jullie dan ook naar de feesten in Jeruzalem, brengen de tempel de voorgeschreven offers en rechtvaardig jezelf op die manier in de ogen van de priesters van de tempel,
Hoofdstuk 164: Voor de herberg van een tollenaar De geschiedenis van de Farizeeër en de tollenaar (Luc. 18: 9-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Wie, denken jullie, verliet de tempel als werkelijk gerechtvaardigd in God's ogen: de Farizeeër, die zichzelf verhoogd, of de tollenaar, die zichzelf voor God verdeemoedigd en vernederd had?'
Hoofdstuk 164: Voor de herberg van een tollenaar De geschiedenis van de Farizeeër en de tollenaar (Luc. 18: 9-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Ik zei: 'O, dat genoegen kan Ik jullie wel doen! Ik zeg jullie: deze tollenaar ging gerechtvaardigd de tempel uit, omdat hij zichzelf vernederd had en zijn schuld tegenover God in zijn hart getrouwen waarachtig bekend had, en zo keerde hij ook ten aanzien van de Farizeeër gerechtvaardigd naar huis terug. Wie zichzelf verhoogt, wordt vernederd, en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden!'
Hoofdstuk 164: Voor de herberg van een tollenaar De geschiedenis van de Farizeeër en de tollenaar (Luc. 18: 9-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463  ...