Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 450 van 1037

...  438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463  ...
[9] Bovendien hebben wij van alle kanten gehoord dat allen die geprobeerd hebben de Nazarener op te sporen, er slecht vanaf zijn gekomen - en wie weet of hij, die naar men zegt een verbond heeft met alle geheime machten en krachten, niet al precies van jullie voornemen op de hoogte is en onze reis naar het kuuroord, waar hij volgens degenen die wij vandaag naar het kuuroord hebben gebracht mogelijk zou verblijven -wat misschien wel en misschien niet zo is -al helemaal verijdeld heeft; dat hebben wij in Tiberias ook al tegen jullie gezegd, en daar hebben jullie ons om uitgelachen. En nu staan we hier en kunnen niet verder!'
Hoofdstuk 198: De ondergang van de agenten van Herodes (5.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] In Tiberias hielden zich veel gezanten van Herodes op, die de opdracht hadden Mij en Mijn leerlingen op te sporen zodra ze zouden horen waar Ik verbleef en dat vernamen ze door de teruggekeerde schippers, die rond het middaguur de mensen uit Joppe naar Marcus hadden gebracht. Daarom hadden ze verscheidene schepen bemand en die tegen de avond van Tiberias laten afvaren in de richting van Marcus, om Mij te pakken te krijgen. Het Meer van Galilea heeft vanaf de meer heidense dan Joodse stad Tiberias tot aan het dorp van Marcus echter zeer steile en rotsachtige oevers, en tussen de twee bovengenoemde plaatsen, die toch tamelijk ver van elkaar verwijderd liggen, heeft men hoogstens drie plaatsen waar de vissers met hun boten amper kunnen aanleggen.
Hoofdstuk 198: De ondergang van de agenten van Herodes (5.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Toen dit schip als het ware op en neer springend op de golven onze oever begon te naderen, zei Ik tegen de aanwezigen: ' Als iemand van jullie nu naar de oever wil gaan, zal hij de reden voor deze storm zien, die daarna ook onmiddellijk zal gaan liggen. Vier schepen met honderd dertig soldaten zijn door het meer verzwolgen; alleen het ene afgedekte schip, dat de overste met zijn ondergeschikten en tien soldaten draagt, komt hier aan en zij zullen ons niets kunnen doen!'
Hoofdstuk 199: De redding van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Toen Ik dit had gezegd, stonden verschillende van Mijn leerlingen op, en met name de bij Mij aanwezige leerlingen van Johannes, die zeer geïnteresseerd waren in de reden voor de storm; ze gingen onmiddellijk naar de oever en zagen het schip al tamelijk dichtbij naar de oever toe schommelen.
Hoofdstuk 199: De redding van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] De dienaar zei: 'Ik weet wel dat de trotse en hebzuchtige Herodes ook deze landstreek van Rome gepacht heeft; maar deze plaats met alles wat erbij hoort is een uitzondering. Dit is een door Romeinse beschikking voor alle tijden op zichzelf bestaand gastenhuis, en Herodes heeft hier niets te zoeken en nog minder iets te doen en te gebieden, behalve als hij tegen betaling als zieke voor de genezing van zijn lichaam van het bad gebruik wil maken, dat hem evenals ieder ander mens ter beschikking staat. Voor het overige wordt hier helemaal niet naar hem geluisterd, en het wordt hem zelfs niet toegestaan de grond te betreden. Als hij dat met geweld zou willen doen, zou men hem met geweld tegemoet weten te treden. Jullie gehoorzaamheid aan de wil van jullie heer en gebieder gaat ons hier dus niets aan; maar als jullie misschien hier door onze plaats verder willen reizen naar een andere plaats, waar jullie gebieder heerst, dan zal ik onze wachten roepen, om jullie hier te ontvangen en over het grondgebied van onze heer te begeleiden.'
Hoofdstuk 199: De redding van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Toen gingen de soldaten van Herodes dan ook direct aan land, gaven hun wapens af en werden naar een pasgebouwde slaaphut gebracht, waar zich een tafel, voldoende banken en ook heel geschikte, schone rustbedden bevonden. Op de vraag of zij ook iets te eten en te drinken konden krijgen, zei de dienaar:' Alleen brood en wijn, tegen directe betaling; van andere spijzen hebben we geen voorraad meer!'
Hoofdstuk 199: De redding van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Daarop liep de commandant zelf naar buiten en stootte direct op een wacht, die hem onmiddellijk vroeg wat hij buiten de hut te zoeken had.
Hoofdstuk 201: De Heer is de wensen van Herodes' soldaten voor - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] De overste in de hut had zijn wens nog niet geuit, of in huis had Ik Marcus al duidelijk gemaakt dat hij direct nog meer brood en wijn, maar van de beste soort, naar de hut moest laten brengen, wat dan ook onmiddellijk gebeurde; want bij ons in huis werd alles wat er in de hut besproken en overlegd werd, hardop door Rafaël weergegeven, wat grote vrolijkheid teweeg bracht.
Hoofdstuk 201: De Heer is de wensen van Herodes' soldaten voor - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Ons eerste overleg hebben we wel zo zacht en stilletjes gehouden, dat de wacht daar absoluut niets van gehoord kan hebben of begrepen, omdat ik mijn goede mening in het oud-Hebreeuws aan jullie heb meegedeeld; maar onze wens naar nog meer brood en wijn heb ik in het Grieks, tamelijk hardop en goed verstaanbaar uitgesproken, wat de wacht vast gehoord heeft. Hij heeft het direct voorgelegd aan een dienaar van het kuuroord, en die heeft zich gehaast om onze wens voor te zijn, wat ook inderdaad zo was. Dat hij ons nu duidelijk beter bedacht heeft dan de eerste keer, zal wel de volgende reden hebben: de heer van het kuuroord zal onze kostbare wapens eens goed hebben bekeken, de hoge waarde ervan gezien hebben en toen tegen de dienaar gezegd hebben dat hij ons wel beter en rijkelijker mocht bedienen, omdat wij ook in staat zouden zijn voor een rijkelijker en betere bediening te betalen. Zo en niet anders zal het gegaan zijn, en wij hoeven ons hoofd daar niet meer over te breken.
Hoofdstuk 201: De Heer is de wensen van Herodes' soldaten voor - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Als dat zo is -wat heel waarschijnlijk lijkt - zal men ook woord voor woord precies weten wat wij besproken hebben over de bedachtzaamheid die wij in acht zullen nemen, en dan zal die voorzichtigheid weinig baten! Want als de mensen in het herenhuis op een of andere tovertafel direct onze wens naar brood en wijn hebben waargenomen, dan zullen ze ons eerste overleg even goed en precies hebben gehoord en ook heel goed begrepen, ook al zouden we dat in het oud-Egyptisch hebben gehouden.
Hoofdstuk 202: Het gesprek tussen de commandant en de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Toen de commandant dit had gezegd kwam er, door Mij gezonden, nogmaals een dienaar van Marcus naar de gezanten van Herodes toe, maar deze keer zonder brood en wijn.
Hoofdstuk 203: De wens van de commandant en de vervulling daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] De dienaar zei: 'Luister! Degene op wie jij je vertrouwen stelt en met wie jij graag zou willen spreken, is hier en Hij wil dat je naar Hem toe komt en dat Hij met jou spreekt! Volg mij dus naar het herenhuis!'
Hoofdstuk 203: De wens van de commandant en de vervulling daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De commandant ging direct met de dienaar mee naar het herenhuis, waar deze hem direct bij Mij bracht en tegen hem zei: 'Kijk, dat is de Heer!'
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Zoals jouw vertrouwen de weg naar Mij heeft geopend, zo zal ook jouw geloof in Mij de weg naar het eeuwige leven ontsluiten.
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Na deze woorden van Mij was de commandant Leander totaal verbluft en zei: 'O Heer en Meester! Zoals U heeft nog nooit een mens op deze aarde gesproken! Ik heb zeker niet alles ten volle begrepen; maar zoveel is mij uit Uw woorden wel duidelijk geworden, dat U geen kroon en scepter van deze wereld nastreeft, maar alleen dat alle mensen weer terugkeren naar de aloude, reeds sinds zeer lange tijd verloren gegane waarheid van het meest innerlijke geestelijke leven.
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  438 - 439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463  ...