Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 46 van 373

...  34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59  ...
[14] CYRENIUS zegt: 'Vriend uit de hemelen! Als ik volgens mijn verstand te werk zou gaan, zou de ene dwaasheid na de andere te voorschijn komen. Dat ik tot nu toe zo'n succes heb gehad bij de zeer sluwe Farizeeën, heb ik slechts aan de Heer te danken, want Hij gaf mij de woorden en de juiste gedachten in het hart. Mijn inbreng daarbij staat gelijk aan nul. Ik hoop en geloof dat het tot het einde toe zo blijft gaan! Onder deze leiding, vriend, kunnen wij met elkaar volgens de wil van de Heer , de verdere uitvoering van het begonnen werk aan de Farizeeën wel wagen! Wat vind jij ervan, vriend uit de hemelen?
Hoofdstuk 148: De bekentenis van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Het is waar, grote, lieflijke boodschapper van de Heer, dat mijn zojuist vertelde verhaal over de magiër uit Achter-Azië zo goed als geheel door mij werd verzonnen, - maar wel naar de trant van iemand die het mij eens vertelde. Ik vertelde het slechts om je wat nader te testen, maar ik ontdekte dat je werkelijk hart en nieren doorziet en dat je wil echt het onmogelijkste spelenderwijs doet.
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Daarom geloof ik nu ook vast, dat je ondanks je heel mooie lichaam een volmaakte boodschapper van God bent en ik heb nu een grote vreugde in mijn hart dat ook ik eenmaal dat heb beleefd, waarvan in het Boek geschreven staat, dat de vrome vaders in oude tijden dat ook zo nu en dan hebben beleefd!"
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Maar het kan de te blinde en te domme mensheid toch. niet te erg aangerekend worden als zij in haar blindheid alle soorten gruwelijke zonden begaat en daarom zult ook u, vanwege Zacharias, niet geoordeeld worden en dat nog des te minder omdat u die misdaad al heel vaak ernstig berouwd hebt, wat u zeer ten goede gerekend werd. Maar nu is de vraag, wat ~ zou doen als u van aangezicht tot aangezicht met de reeds dertig jaar rn deze wereld onder de Joden rondwandelende en lerende Messias zou komen te staan en wat uw vijftig collega's zouden doen! Zoudt u Hem de verschuldigde eer geven en Hem in uw hart als diegene aanvaarden die Hij is?"
Hoofdstuk 153: Raphaël geeft uitleg over Messiasbeloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Hij is dus hier, daarvan kunt u nu geheel verzekerd zijn. Nader Hem echter eerst in uw hart en neem ook het ernstige besluit al uw oude gewoontes en zonden grondig af te leggen, dan zal Hij weldra tot u komen en u de goddelijke opdracht geven wat u in de toekomst zult moeten doen!
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Ga maar alleen naar de Heer! Uit vrije wil volg ik je nooit! En het verwondert mij trouwens da jij, toen je mij de voorkeur gaf, als alwetende geest vooraf niet hebt gemerkt dat ik deze rotsvaste overtuiging ben toegedaan! Ik blijf bij mijn uitspraak! Mijn lichaam kun je weliswaar daarheen brengen, omdat je daarvoor macht en kracht in overvloed bezit, maar de wil van mijn hart kun je nooit opheffen, tenzij -het je mogelijk is om deze van mij af te nemen en er een andere voor in de plaats te stellen! Maar daarmee heb je mijn huidige ik echt niet in het minst veranderd, maar het alleen vernietigd en in plaats daarvan een ander in deze wrakke machine geplaatst!"
Hoofdstuk 158: Over deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Kijk, vriend, ondanks je zuivere verstand heb je dat niet zo erg best bekeken! Ik ken de tamelijk starre instelling van je hart wel en stelde het daarom slechts uiterlijk op de proef en toen vond ik op de achtergrond van je overigens fijngevoelige hart ook een beetje verkapte hoogmoed, die maakte dat je je door de ware deemoed in jezelf beter achtte dan de anderen. Je wilde namelijk toch in zeker opzicht gelden als een uniek en niet te overtreffen persoon, die wat betreft deemoed uitsteekt boven alle anderen! En tenslotte is het maar de vraag, wie van de twee hoogmoediger is: hij die van alle mensen de laatste en nederigste wil zijn, of hij die de eerste en hoogste wil zijn!
Hoofdstuk 158: Over deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] HEBRAM ging daarop naar overste Stahar en zei: "Kijk, wij zijn hier met dertig man, net als u door de tempel het land ingestuurd om heidenen voor de tempel te werven; een moeilijke zaak! In ontwikkeling zijn de heidenen de huidige tempeljoden echter overal tweehonderd jaar vóór. Moeten wij dan de zienden blind maken en ze in de macht brengen van het vervloekte water van de tempel!? Dat gaat niet en iets anders gaat ook niet! Dat zei ons ons verstandige hart en daarom zijn wij allen Romeinen geworden, en ons getuigenis tégen de tempel zal voor veel mensen erg verhelderend werken. Maar wij kregen hier nog een groot, heilig getuigenis, dat een stralender licht geeft dan duizend zonnen tegelijk. Het is een eeuwig licht, dat reeds vóór de schepping van alle werelden heeft geschenen voor alle engelen, die levende vlammen waren uit de eeuwige vlam in God die liefde heet.
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Het schenkt ons echter erg veel vreugde dat jullie hier ook dat hebben gevonden, wat wij hebben gevonden. Jullie kostte het weliswaar je uiterlijke, prettige bestaan. AI jullie bezit heeft het vuur verteerd en het lekt er nog aan. Net als wij bezitten jullie nu niets meer! Maar de wil van God is eens en voor al deze: Als wij mensen God werkelijk willen naderen en de oprechte wens en wil in ons hart koesteren in alles helemaal door God verzorgd te worden, moeten wij eerst uit grote liefde tot en in het sterkste vertrouwen op -de almachtige Vader, de gehele wereld de rug toekeren en alles wat ons op de wereld als deel van de wereld lief en dierbaar was, tot op het laatste atoom verliezen. Dan pas is God de Heer en Vader bereid ons -die door de wereld verlaten en uitgestoten zijn -als Zijn kinderen aan te nemen en geheel voor ons te zorgen, zodat we dan pas echt voor eeuwig verzorgd zijn.
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Als Floran hen echter met zijn wereldse wijsheid bewerkt, geeft het woord hen een zeker licht dat voldoende is om voor hen de treden naar de tempel van hun hart te verlichten. Zijn zij eenmaal binnen, dan zijn ze ook helemaal gewonnen voor de gehele eeuwigheid! Maar jullie allen bij elkaar zijn nog lang niet zo verstandig als Floran nu is!"
Hoofdstuk 159: Floran bij de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] FLORAN zegt: "Heer van al het leven! Wie zal dan niet blij met U zijn?! Maar ik ben een zondig mens en Uw heiligheid zegt mij: 'Ga weg van Mij!' Ziet u, daarom ben ik niet blij! Ik zou nu zonder zonde waardig voor U willen staan, maar dat is onmogelijk, want ik heb gezondigd, ben daarom een zondaar en schaam mij nu erg voor Uw heiligheid. Maar daarvan beschuldigt mij geen vrolijk hart, maar een bitter berouwen dat is niet erg geschikt om een hart vrolijk te maken. Toch ben ik ook weer mans genoeg en bezit een verstand dat mij een verontschuldiging voor mijn zonden ten opzichte van U geeft en mij ook toont dat ik een mens ben, bestaande uit zeer veel elementen, die zijn voleinding pas dan bereikt, als de vele elementen door de zondige gisting zijn gelouterd en een zuivere, kostelijke wijn voor iedereen zijn geworden, zoals bij jonge wijn in een zak.
Hoofdstuk 159: Floran bij de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Hij kan Zijn goddelijke wezen niet verbergen en als ik zonder alle eerdere voorbereidingen bij Hem gekomen zou zijn, zou ik Hem meteen gezegd hebben: 'U bent geen gewoon mens, in Uw hart moet de goddelijke oergeest geheel en al aanwezig zijn!'
Hoofdstuk 160: Floran spreekt met Stahar over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Maar wees nu stil, want ik zie dat de Heer en Cyrenius zich gereedmaken om naar ons toe te komen! Zorg er voor dat je je in je hart flink houdt, anders verdraag je zijn aanwezigheid niet! Werkelijk, ze komen! Ook de engel en een meisje komen mee; dat meisje zal ook wel een engel zijn!"
Hoofdstuk 160: Floran spreekt met Stahar over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Jullie kunnen Mij wel met je ogen zien en Mijn stem met je oren horen, maar je hart kan Mij dan toch nog niet in geest en waarheid horen en begrijpen! En daarom stel Ik jullie vragen, en een antwoord dat jullie Mij geven, heeft een heel andere uitwerking op jullie hele leven, dan een antwoord dat je aan een van je eigen mensen zou geven.
Hoofdstuk 161: Het getuigenis van Floran. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Daarom vraag Ik jullie nu nog een keer of je wel helemaal zonder te twijfelen gelooft dat Ik Degene ben, die Mozes en de profeten hebben geprofeteerd! Zeg nu zonder vrees wat je in je hart daarvan denkt!"
Hoofdstuk 161: Het getuigenis van Floran. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59  ...