Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 451 van 728

...  439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464  ...
[7] Dat je echter de pijn ervaart alsof je die in je lichaam voelt, komt doordat je geest in al je lichaamsdelen woont op geheel overeenkomstige wijze.
Hoofdstuk 74: Over het wezen van het leven. De oorzaak van het voelen van pijn en van geluk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Maar ik weet wat het is als de geest op menselijke wijze spreekt; jij weet dat echter niet, omdat je nog aan de tong vastzit en niet aan de geest.
Hoofdstuk 75: Henochs woorden over het leven van de geest als noodzakelijke strijd van de polaire krachten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Zolang echter de zwakste wind nu en dan een poging doet de sterkste meester te worden, zolang moet hij zich ook laten welgevallen door de sterkste wind geduwd, gedrukt en uiteindelijk toch overwonnen te worden; maar geeft hij zich meteen over dan is al het duwen en drukken opgehouden, - maar daardoor ook de zelfstandigheid van de zwakste wind!
Hoofdstuk 75: Henochs woorden over het leven van de geest als noodzakelijke strijd van de polaire krachten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] En Lamech antwoordde: 'Ja, broeder Henoch, de Heer zij alle lof, alle prijs en eer en alle dank en al mijn liefde! Tot nu toe is er niets in jouw woorden voorgekomen wat ik niet meteen ten volle heb begrepen; mocht je echter nog iets over het vermogen van de geest om pijn te lijden, en wat pijn in wezen eigenlijk is, willen uitleggen, dan vraag ik je, geliefde broeder, daar nog iets meer over te willen vertellen, want je woorden zijn helder en verkwikken mij buitengewoon!'
Hoofdstuk 76: De drie kanten van iedere omstandigheid in het leven, die berusten op het natuurlijk-menselijke, het geestelijk-menselijke en het goddelijk-menselijke. De ondoorgrondelijkheid van de laatste geheimen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] De eerste twee zijn voor ons te vatten, maar de derde eeuwig nooit, want die is oneindig omdat hij zuiver goddelijk is. Wij echter zijn eindige wezens en kunnen daarom onmogelijk ooit de eindeloze diepten en hoogten van God zien en eraan reiken.
Hoofdstuk 76: De drie kanten van iedere omstandigheid in het leven, die berusten op het natuurlijk-menselijke, het geestelijk-menselijke en het goddelijk-menselijke. De ondoorgrondelijkheid van de laatste geheimen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Maar aangezien dit alles nu gebeurd is voor jouw ogen en voor de ogen van het hier aanwezige volk, dat grotendeels de hele nacht met ons heeft gewaakt, en het volk echter nog niet weet wie Ik ben en vanwaar Ik ben, zeg Ik je nu: als de zonnestraal de toppen van de bergen rood begint te kleuren, ga dan naar de drempel van de open tempel en verkondig het volk onomwonden dat Ik hier verblijf.
Hoofdstuk 77: De inwijding van koning Lamech tot opperpriester van de bergtempel. De troostvolle belofte van de Heer dat Hij voortdurend aanwezigheid zal zijn in de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Dat weten jullie allemaal, omdat je het samen met mij duidelijk hebt gehoord. Weten jullie echter nu al wel wie de wijze Man is?
Hoofdstuk 78: Lamechs woorden tot het volk dat zich om de tempel verzameld heeft. Over de zichtbare bezoeken van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Maak je echter geen zorgen over de drie weggeleide stammen, want ook over hen heb Ik wijze en goede leiders aangesteld, die hun volkeren moeten leiden naar de drempel van het eeuwige, heilige woonhuis waarin Ik altijd eeuwig pleeg te wonen in alle macht en kracht van Mijn liefde!
Hoofdstuk 79: De aanstelling van Henoch en de beide Lamechs als eerste leiders van het hele volk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Wanneer echter deze vlammen binnen korte tijd hun tweevoudige dienst hebben verricht, zal ook spoedig Gods tegenhanger moeten verschijnen om van mij de verdiende berisping te ontvangen en een doeltreffend verbod om nog ooit op wat voor een manier dan ook een reiziger op zijn weg aan te vallen!'
Hoofdstuk 83: De vlammenzee in de grot op de bergweg die naar de hoogte leidt. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Hoe is het echter na slechts enkele dagen met je belofte gesteld?! Je bent je God en je belofte die je getrouw zou nakomen en heel de harde tuchtiging totaal vergeten en je wilde ons hier te gronde richten door de razende woede van je grimmige vuur, terwijl je toch goed moet weten wie ik ben en wie deze broeders van mij zijn!
Hoofdstuk 85: Satans optreden in een verschrikkelijke gedaante. Henochs bevel aan Satan om zijn slechte voornemen mee te delen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Hierop begon Satan te beven en zei: 'Henoch, ik erken jouw macht en mijn totale onmacht ten opzichte van jou, jij bent een getrouwe van de Heer! Ontsla mij echter van die vreselijke schuldbekentenis en de bestraffing, die ik wel heb verdiend, en bepaal de plaats waar ik moet wonen om niet schadelijk te zijn voor de mensen van deze aarde; dan zal ik mij vrijwillig voegen naar jouw uitspraak!'
Hoofdstuk 85: Satans optreden in een verschrikkelijke gedaante. Henochs bevel aan Satan om zijn slechte voornemen mee te delen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Opdat je echter - zo terloops - tot die laatste termijn die Ik je nu gesteld heb, dat vuur zult leren kennen, heb Ik zojuist een vonkje naar het midden van de aarde laten zakken en heb daarin een haard en om de haard een nieuwe woning opgericht; daar zul je vanaf nu van tijd tot tijd naartoe gestuurd worden om dat vonkje te proeven! - En dat zal telkens gebeuren wanneer je zoals nu tegenover Mij hebt gezondigd!
Hoofdstuk 87: Henochs krachtige antwoord aan Satan en Satans verbanning naar het middelpunt van de aarde. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Eén vraag van de zijde van Lamech, gericht aan Henoch toen zij bijna de hoogte hadden bereikt, is echter van groot belang en het antwoord daarop nog des te meer, en mag daarom in dit nieuwe Boek des Levens niet ontbreken; dat willen wij hier nog toevoegen. - Die vraag luidde aldus:
Hoofdstuk 88: Lamechs vraagt hoe een geest door de materie gevangen kan worden gehouden? Henochs antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Mijn huis is gebouwd uit dode leem en stenen en is net zo dood als dat materiaal en zijn bewoners; hier echter is een huis van levende bomen gebouwd en leeft daarom evenals zijn levende bewoners! O, hoe onschatbaar veel meer waard is toch een dergelijk huis dan alle steden in de laagte waard zijn!'
Hoofdstuk 89: De aankomst van de reizigers op de hoogte en hun begroeting door Adam. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Zie, mijn zoon Henoch, dat heeft hier in mijn hut plaatsgevonden! Ik heb Muthaël echter ja noch neen gezegd, en verwees hem ten eerste alleen naar de Heer en vervolgens ook naar jou als je weer aanwezig zou zijn.
Hoofdstuk 91: Adam vertelt hoe Muthaël om de hand van Purista vroeg. Henochs goede antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  439 - 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464  ...