17481 resultaten - Pagina 452 van 1166
... 440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 ...
[1] Nu vroeg een van de Farizeeën, die ook zijn vrouwen kinderen in Bethanië had, aan Mij: 'Heer en Meester, zou U het mij kwalijk nemen als ik weg zou gaan om mijn vrouw en kinderen te begroeten?'Hoofdstuk 99: Uitgekomen en niet uitgekomen voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'O absoluut niet; maar kijk eens naar deze oudste leerlingen van Mij; zij hebben thuis ook vrouwen kinderen en geen van hen vraagt Mij zoiets als jij nu! Maar Ik zeg nu tegen jou, en ook tegen jullie allemaal: wie op de wereld ook nog maar iets meer liefheeft dan Mij, is Mij niet waard, en wie eenmaal zijn hand aan de ploeg legt en achterom kijkt, dat wil zeggen naar datgene wat van de wereld is, die is nog niet geschikt voor het rijk Gods. Denk jij dan dat je vrouwen kinderen beter verzorgd zijn als jij hen deze nacht nog zou zien en spreken? -Dat is nu zo Mijn mening; overigens staat het je volkomen vrij om te doen zoals jou goeddunkt.'
Hoofdstuk 99: Uitgekomen en niet uitgekomen voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Maar tegen degene die nu zegt: 'Kijk, ik bezit vele goederen, heb grote schatten en breng allerlei nieuwe en knappe dingen ten uitvoer; want ik zorg dat ik vakmensen uit alle windstreken krijg, die in staat zijn allerlei dingen te maken!', zeg Ik op Mijn beurt: hoe lang zul je dat allemaal eigenlijk nog het jouwe kunnen noemen? Kijk, morgen al kan je ziel uit je lichaam genomen worden, en wat zal die dan meenemen van alles wat jij nu nog het jouwe noemt? Ik zegje: enkel en alleen het waarachtig goede dat ze op deze wereld voor een ander heeft gedaan! Maar als ze dat niet heeft gedaan, dan zullen de vele hier achtergelaten goederen, schatten en kostbare dingen aan gene zijde een hoge en moeilijk te overstijgen scheidingswand voor haar vormen tussen Mijn rijk en haar wezen, omdat er aan haar kant veel gejammer en tandengeknars zal zijn.
Hoofdstuk 97: Over het materialistische onderzoek van de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Kijk maar bij alle profeten, die toekomstige dingen voorspeld hebben, of er ooit één iets als een onafwendbaar komend feit voorspeld heeft! leder van hen heeft zijn voorspelling steeds alleen maar geformuleerd onder bepaalde voorwaarden, die altijd betrekking hadden op het beter of slechter worden van de mensen. Alleen Mijn vleeswording is de mensen tot hun heil als geheel vaststaand voorspeld, onafhankelijk van hun wil of handelen, daarom is dat ook louter Mijn werk; maar hoewel het dat is, laat Ik toch iedereen die dat maar wil deelnemen aan dit uiterst grote werk van Mij .
Hoofdstuk 99: Uitgekomen en niet uitgekomen voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Jona moest, door Mijn geest gedreven, naar de Ninevieten gaan om hun ondergang aan te kondigen, als ze in hun slechtheid zouden volharden. Hij deed dat niet graag, omdat hij als profeet wel wist dat Mijn vooraankondigingen steeds op voorwaarden gebaseerd zijn. Maar het volk van Nineve beterde zijn leven en de feitelijke uitvoering van Mijn dreigement bleef natuurlijk uit, wat zelfs Jona ergerde.
Hoofdstuk 99: Uitgekomen en niet uitgekomen voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ja, Ik zeg nog sterker: wanneer in zedelijk en staatkundig opzicht alleen maar zou gebeuren wat Ik jullie verkondig, en welonveranderlijk, dan zouden jullie mensen geen hogere bestemming hebben dan de dieren; en waarvoor zouden jullie dan je inzicht, je verstand en je liefde hebben, en van daaruit je volmaakt vrije wil? Ik kan jullie van tevoren alleen maar in zoverre als geheel vaststaand zeggen dat jullie dit of dat zal overkomen, wanneer jullie zus of zo willen en handelen; maar wanneer Ik ooit van tevoren een volk of alleen maar een mens als geheel vaststaand zou laten weten, dat dit of dat vast en zeker zou gebeuren, dan zouden jullie er niet toe bestemd zijn om kinderen van God te worden en zou Ik in Mijn geest jullie Vader niet zijn.
Hoofdstuk 99: Uitgekomen en niet uitgekomen voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] En zo is het vanzelf begrijpelijk dat alles wat Ik jullie voorspeld heb en nog zal voorspellen noodzakelijkerwijs in twee delen uiteenvalt: ofwel de erge dingen gebeuren, ofwel de goede; evenzo wordt ook de tijd nooit als vaststaand aangegeven, maar die richt zich altijd helemaal naar de wil en het handelen van de mensen! Want hoe zou Ik tegen een volk, hoe ontaard ook, kunnen zeggen: 'Omdat jullie zo slecht zijn geworden en geen acht geslagen hebben op Mijn ernstige vermaningen, moeten jullie over zeven dagen, gerekend vanaf vandaag, van de aarde verdelgd worden met bliksem en donder en pek en zwavel uit de hemel! ' -maar als het volk dat zeer ter harte zou nemen, boete zou doen in zak en as en zich naar Mij zou keren?! Zal Ik onder dergelijke omstandigheden ook nog op de zevende dag Mijn dreigement ten uitvoer brengen, omdat Ik dat Zelf verkondigd heb? O nee -Ik zal Mij over dat tot inkeer gekomen volk ontfermen en het zegenen en niet tuchtigen!
Hoofdstuk 99: Uitgekomen en niet uitgekomen voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Daarop stonden allen op en begaven zich naar de plaatsen, waar rustplaatsen voor hen klaargemaakt waren. Ik bleef echter tot de morgen op Mijn ruststoel in de zaal.
Hoofdstuk 99: Uitgekomen en niet uitgekomen voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Kortom, datgene waarvan jullie zien dat Ik het gedoog, moeten jullie ook gedogen! En wat Ik jullie tot ieders zieleheil heb aangeraden, moeten jullie ook diegenen aanraden naar wie jullie door Mijn geest geleid worden, -zonder je eraan te storen of iemand het aanneemt of niet!
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Ook moeten jullie alles eten en drinken wat jullie op tafel wordt voorgezet en geen drukte maken over het materiële uiterlijke jodendom, dat voor Mij geen waarde heeft, maar handelen in de geest van het ware, innerlijke en levende jodendom; dan zullen jullie Mijn waarachtige leerlingen zijn; dan zal Ik welgevallen aan jullie hebben en aan jullie werken en zal in de geest bij jullie blijven tot aan het einde der tijden van deze aarde! - Hebben jullie Mij begrepen?'
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Ik zei: 'Je hebt de aard van deze vogels werkelijk heel goed waargenomen; dat is deze vogels inderdaad gegeven; maar hier geven ze ook iets anders aan. Als jij goed thuis zou zijn in de aloude leer der overeenstemmingen tussen de geestenwereld en de zintuiglijke wereld, watje nog wel zult worden, dan zou je de eigenlijke betekenis van deze vlucht kraanvogels in de ochtend ook helemaal begrijpen; maar nu begrijp je alleen wat je door ervaring uit de aard van deze vogels hebt afgeleid.
Hoofdstuk 101: De vlucht kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Mijn vijver heeft bovendien ook nog nooit de eer gehad dat kraanvogels, die alleen maar zuiver water drinken, met het enigszins troebele water daarvan hun dorst lesten; ze moeten dus wel aangevoeld hebben, dat U met Uw heilige en almachtige wil in stilte het water van de vijver gezegend en voor hen versterkt hebt. Ze hebben dat beslist duidelijk ervaren daarom verhieven ze zich na het drinken van het water om nogmaals rond deze heuvel te cirkelen om U zo in zekere zin dank te brengen voor het zegenen van het water, en pas nadat ze U die dank hadden gebracht verhieven ze zich jubelend tot hun voormalige vlieghoogte en zetten, aldus door U gesterkt, hun geordende vlucht verder voort.
Hoofdstuk 101: De vlucht kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Met een vriendelijk gezicht zei Ik tegen Mijn geliefde leerling: 'Wat heb jij soms toch een kinderlijke geest en kinderlijk verstand! Jullie zullen wat je lichamelijke persoonlijkheid betreft ook niet langer op deze aarde hoeven te leven dan enig ander normaal gezond mens; maar jullie zullen voor een deel geestelijk werkzaam blijven voortleven in al diegenen die jullie in Mijn naam zullen navolgen, - maar voor een ander belangrijk deel zullen jullie bij Mij in Mijn hemelen eeuwig verder leven en van daaruit meer dan nu kunnen inwerken op de mensen van deze aarde, die zoals jullie bekend is bovenal de bestemming hebben om net als jullie Mijn kinderen te worden.
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Daar komt echter nog bij, dat er vanuit de zon en de ether die haar omgeeft steeds opnieuw materie aan die van de aarde wordt toegevoegd, waarvan de hoeveelheid overigens kleiner is dan de jaarlijkse hoeveelheid verloste materie, en in dat licht bezien zullen jullie nog eens te meer begrijpen wat voor zeer lange bestaansduur deze aarde tot aan haar laatste tijden nog beschoren is. Alleen, dat is allemaal door Mij sinds eeuwigheid zo bepaald, en die tijd schijnt alleen de mens lang toe, die nog de last van het vlees draagt; maar in Mijn rijk zullen jullie de tijd en haar duur met heel andere ogen en met een heel ander inzicht en andere wijsheid beschouwen. - Kijk, zo staan de zaken er voor!
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] En dat is nu volgens mijn geheel natuurlijke waarneming en opvatting beslist een waar wonder in de ogen van ieder mens die vanaf zijn jeugd gewend is geweest om alle verschijnselen in de natuurlijke wereld waar te nemen met een scherpere blik en ook met een wakkerder verstand, dan de gewone wijsgeren plegen te doen en in feite in staat zijn te doen. -Heb ik Juist gesproken, o Heer en Meester?'
Hoofdstuk 101: De vlucht kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)