Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 452 van 1112

...  440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465  ...
[3] Daarop zei de waard, nog helemaal verbaasd: 'O vriend, wat mijn geloof in jouw woord betreft, zou je me nu kunnen laten geloven wat je maar wilt, en ik zou je geloven! Werkelijk, jij moet een heel machtige profeet zijn, zelfs nog groter dan Mozes en Elia! Misschien heb je al op vele plaatsen grote tekenen gedaan om het vervallen geloof in de ene ware God van Abraham, Isaäk en Jacob weer opnieuw leven in te blazen en in het hart van de mensen weer de aloude vrees voor God te wekken; maar ik leef hier tussen de bergen, helemaal afgesloten van iedereen, en ik hoor niet veel van wat er in de wijde, grote wereld is en gebeurt, en ook de sporadisch voorbijkomende reizigers op deze oude weg onderbreken hun reis maar zelden bij mij om de eerder aangehaalde redenen -en er kunnen dus al heel veel wonderbaarlijke dingen in de wereld voorgevallen zijn, waarvan ons toch niets ter ore is gekomen. Wat doe je eigenlijk aan het hoofd van deze metgezellen van je; wat is je eigenlijke doel? Want ik heb de indruk dat je niet alleen maar rondtrekt in de wereld om waterloze streken van water te voorzien!'
Hoofdstuk 65: De Heer maakt Zich bekend aan de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Als het in het woord ook tot jou zal komen, geloof het dan en handel ernaar, dan zul je in het Godsrijk een bron worden, waarmee velen die voor het eeuwige leven van hun zielen naar de waarheid dorsten zich kunnen verkwikken. Daarmee heb Ik je het doel van Mijn rondreizen uiteengezet.
Hoofdstuk 65: De Heer maakt Zich bekend aan de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ik zei tegen hen: 'Moge jullie geloof je helpen! Keer nu weer terug naar het marktplaatsje en toon je aan een priester, die ook arts is (wat de joodse priesters zich gewoonlijk verbeeldden te zijn), en die zal aan jullie een voor de wereld geldige verklaring afgeven dat jullie nu volkomen rein zijn! Maar ga daarna weg en wees de mensen van nut door het werk van jullie handen, en zondig niet meer, opdat jullie er niet nog slechter aan toe raken dan tot nu toe; want het is de zonde van de geilheid die dergelijke kwalen aan het lichaam teweegbrengt! Ga nu, en doe wat Ik jullie heb bevolen!'
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Toen keerden de gereinigde mensen haastig weer terug naar het marktplaatsje en gingen naar een priester, toonden zich aan hem en vroegen hem hun een getuigenis te geven.
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Toen richtte de genezene zich helemaal op en ging naar de herberg, en daar trof hij zijn metgezellen, die zich tegoed deden aan brood en wijn.
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[23] Terwijl wij ons een poosje tegoed deden aan het brood en de wijn, werd het personeel door nieuwsgierigheid naar ons toe gelokt, om te zien en te horen wie wij waren en waar wij vandaan waren gekomen.Toen ze ons echter zagen, realiseerden ze zich dat wij vast en zeker dezelfden moesten zijn, door wie de tien melaatsen gereinigd waren; want die hadden ons van tevoren nauwkeurig beschreven, en zo herkenden de bedienden ons al heel gauw als de wonderheilanden.
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] 's Avonds bevonden zich echter ook alle Farizeeën, rabbi's en een schriftgeleerde, die in deze marktplaats een ambt bekleedden, in deze herberg en de waard stelde hen ervan op de hoogte, in de veronderstelling Mij daarmee een aangenaam gezelschap te bezorgen, dat Ik, die tevoren op zeer wonderbaarlijke wijze de tien van hun kwaadaardige melaatsheid had gereinigd, nu ook zijn gast was en Mij met enkele metgezellen in de grote eetzaal bevond.
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Toen de Farizeeën, de schriftgeleerde en de rabbi's dat van de waard hadden gehoord, stonden ze direct op van hun tafel en zeiden onder elkaar: 'Goed zo, die zullen we hier aan de tand voelen om te zien of het inderdaad zo met hem gesteld is als nu wijd en zijd en zelfs onder de heidenen bekend is geworden. Men zegt dat hij de beloofde Messias van de Joden is en het rijk Gods op aarde zal stichten. We zullen zien hoe hij zich tegenover ons staande zal houden.'
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Ik zei: 'Sta op! Want jouw grote geloof heeft je geholpen! jij bent een Samaritaan en hebt Mij herkend, en je bent gekomen en hebt God de eer gegeven zoals het hoort; daarom zul je ook in Mijn liefde blijven. Maar wat is er eigenlijk met de andere negen? Zijn ze niet ook net als jij rein geworden? En als ze rein zijn geworden, waarom zijn ze dan niet met je meegekomen om ook, net als jij, aan God de eer te geven? Is er dan behalve jij niemand die omgekeerd is om de eer te geven aan Hem, die hem gezond heeft gemaakt? Een vreemdeling weet dus beter wat God toekomt dan zij, die zich als de kinderen van God laten eren! Daarom zal die eer ook weldra van de kinderen worden afgenomen en aan de vreemdelingen gegeven worden!'
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Met dat voornemen kwamen ze dan ook, begeleid door de waard, bij ons in de grote eetzaal, lieten direct een tafel voor zich dekken en daar de beste wijn en het beste brood en goed bereide vissen en nog andere spijzen op zetten. Toen de tafel tot groot genoegen van hun dikke buiken rijkelijk voorzien was, gingen ze zitten en lieten door hun woorden en gebaren merken dat zij het in deze plaats voor het zeggen hadden.
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] De Farizeeën merkten dat wij de zeer kostbare edelvissen aten en daar ook de beste wijn bij dronken. Toen wendde een Farizeeër zich tot de waard en zei: 'Waarom heb je voor ons niet ook zulke vissen laten klaarmaken? Zijn wij soms minder dan deze Galileeërs, van wie wij er verschillende goed kennen?'
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] De Farizeeën wisten echter dat dergelijke vissen zeer kostbaar zijn en dat de waard zich voor dergelijke spijzen steeds goed liet betalen, en daarom bestelden ze geen edelvissen. Maar een van de Farizeeën zei, om hun gierigheid goed te praten: ' Als we niet als eersten dergelijke vissen konden krijgen, dan willen wij ze ook als tweeden niet!'
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[24] Toen de Farizeeën dat zagen, ergerden zij zich nog meer en zeiden hardop tegen elkaar: 'En dat moet de door God in deze wereld gezonden Messias zijn? Wat zijn hij en zijn leerlingen toch vreetzakken en zuipers! En bovendien weten wij ook nog dat hij met tollenaars, heidenen en andere zondaars omgaat en zijn brood met ongewassen handen eet, en dan mag hij nog zoveel wonderen doen, een echte schriftgeleerde en Farizeeër zal niet In hem geloven! ,
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[25] Hierop zei de waard: 'Daar zal Hem vast en zeker weinig aan gelegen zijn! Als Hij de Heer is -wat ik nu ook geloof zal Hij, die in Zichzelf de meest volmaakte geest uit God is, het wel niet nodig hebben Zich naar onze wereldse instellingen te richten, maar wij zouden dat moeten doen naar die, welke Hij ons zal geven!'
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[26] De Farizeeën zeiden: 'Wat jij ons zegt ergert ons niet, omdat wij wel weten dat jij meer een Samaritaan dan een Jood bent; wij ergeren ons alleen over het feit dat hij door zijn onderricht en daden vele Joden verleidt en zich uitgeeft voor iets wat hij niet kan zijn, omdat hij zich in veelopzichten niet aan de wet van Mozes houdt!'
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  440 - 441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465  ...