Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 453 van 1112

...  441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466  ...
[28] Ik eet en drink, gedraag me niet als een kwezelaar en kniesoor en treed iedereen vriendelijk tegemoet; Ik help iedereen die naar Mij toe komt, Mij gelooft en Mij om hulp vraagt, en dan zeggen zei: 'Wat is die man toch een zuiper en vreetzak en een vriend van zondaren, tollenaars en heidenen, en hij houdt zich niet aan de geboden van Mozes!'
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[34] Ik zei: 'Je zou nog eerder tien Moren wit kunnen wassen dan dat een van deze huichelaars zich bekeert en boete doet! Wanneer gierigheid, afgunst en heerszucht te diep geworteld zijn geraakt in een mens, is er vrijwel geen sprake meer van echte verbetering! Maar laat ze maar broeden onder elkaar; morgen is er weer een dag, waarop er iets te doen zal zijn!'
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Toen liep de waard onmiddellijk naar de kamer waar de zieke knecht zich bevond, en kijk, de knecht was gezond en hij vertelde de waard dat hij duidelijk de indruk had gehad dat het om hem heen gebliksemd had en dat daarna in één ogenblik alle pijn en zwakheid hem hadden verlaten, en wel zo, dat hij nu direct van zijn ziekbed wilde opstaan! God moest een wonder aan hem hebben gedaan.
Hoofdstuk 68: De Heer geneest de zieke knecht van de waard (22.11.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Na deze woorden van de waard knielde de genezen knecht onmiddellijk aan Mijn voeten, dankte Mij en prees Mij luid; dat deden toen ook de anderen van het personeel, de bedienden en de dienstmeisjes, wat een groot lawaai in het huis teweegbracht, dat ook door de Farizeeën werd gehoord, hoewel ze zich in een kamer bevonden die ver van onze zaal was gelegen, en een van hen kwam kijken wat er aan de hand was.
Hoofdstuk 68: De Heer geneest de zieke knecht van de waard (22.11.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Toen hij hoorde dat Ik de knecht volledig van zijn jicht had genezen, en op welke manier, ergerde hij zich en zei tegen de waard, die hij bij zich riep (de Farizeeër): 'Pas op voor deze volksopruier; want als hij die wonderen doet met hulp van de overste der duivels of door een ander soort toverij, die hij wellicht van de Essenen heeft geleerd, zullen de Romeinen weldra te weten komen dat het hele volk hem achterna loopt en hem tenslotte tot koning over alle Joden wil maken, en dan zullen ze op ons afkomen en ons er flink van langs geven!'
Hoofdstuk 68: De Heer geneest de zieke knecht van de waard (22.11.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Toen de rabbi, die eigenlijk ook al een lagere Farizeeër was, dat van. de waard had gehoord, werd hij nog kwader dan tevoren, zei vervolgens mets meer en begaf zich weer naar zijn metgezellen.
Hoofdstuk 68: De Heer geneest de zieke knecht van de waard (22.11.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Ook het personeel, de bedienden en de dienstmeisjes die onze zaal binnen waren gekomen gingen op bevel van de waard weer aan hun werk; want ze hadden nog veel te doen vanwege enkele vreemdelingen, die voor het merendeel voor handel vanuit Kapernaüm hier naar het marktplaatsje waren gekomen. Alleen de genezen knecht bleef bij ons, en at en dronk met ons mee en sterkte zich.
Hoofdstuk 68: De Heer geneest de zieke knecht van de waard (22.11.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ik zei: 'Als je in acht neemt wat Ik je zojuist heb gezegd, heb je daardoor .al alles vervuld wat er bij Mozes en alle profeten geschreven staat wat je moet doen. De mens moet eten en drinken om zijn lichamelijke leven in stand te houden; maar de spijzen en de drank moeten zuiver en vers zijn. En zo is het voor het lichaam ook goed en gezond om het zo schoon mogelijk te houden, en zo ook in alle dingen zuiver, matig en nuchter te zijn. Dergelijke verordeningen zijn dus niet alleen voor de Joden goed en heilzaam, maar voor alle mensen; want in een ziek lichaam kan ook de ziel zich niet zo gemakkelijk verheffen tot datgene wat haar heil kan bevorderen en haar voor het eeuwige leven kan sterken.
Hoofdstuk 69: De waarde van de instellingen van de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] De waard zei, waarbij de genezen knecht heel dankbaar met hem instemde: 'O Heer en Meester, wij danken U uit het diepst van onze ziel, van gans er harte en met al onze levenskrachten voor Uw heel wijze en waarachtige les, die een heel ander licht in ons heeft ontstoken dan de lange preken van de Farizeeën, die het hele heil van de mensen enkel aten afhangen van het feit of men zich strikt houdt aan die vele uiterlijke dingen en regels; maar of men zich houdt aan Gods geboden, waardoor de ziel gelouterd en voor het eeuwige leven sterker gemaakt kan worden, hechten ze bijna geen waarde en ze zeggen dat de mens in plaats daarvan kan offeren -wat nuttiger voor hem zou zijn dan wanneer hij zich star en met moeite aan de geboden houdt.
Hoofdstuk 69: De waarde van de instellingen van de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] En zo zie je de mensen vaak grote offers voor de deuren van de Farizeeën neerleggen; maar iemand die zich strikt aan de geboden van Mozes houdt, zie je bijna helemaal niet meer. Want de mensen zeggen: als je door offers in Gods ogen hetzelfde kan bereiken en nog meer van je zonden gereinigd wordt dan wanneer je je moeizaam aan de geboden houdt, dan is offeren veel gemakkelijker en je geweten lichter, omdat volgens de woorden van de Farizeeën offers alles voor God verzoenen, maar het houden van de geboden alleen maar voorzover iemand in staat is geweest strikt en gewetensvol het een of andere gebod te houden.
Hoofdstuk 69: De waarde van de instellingen van de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Na dit onderlinge overleg wendden de leerlingen zich tot Mij en zeiden: 'Heer en Meester, U hebt ons al verschillende keren gezegd dat het ons gegeven zal zijn de geheimen van het rijk Gods goed te begrijpen, en U hebt ons ook al zoveel dingen duidelijk onthuld, dat wij in de geest Uw oneindige schepping en nog duizend andere dingen goed begrijpen, waar nog geen enkele geleerde zich ooit een voorstelling van heeft gemaakt en waar hij zich door eigen speuren en zoeken ook nooit een volkomen duidelijke voorstelling van zal kunnen maken, om welke reden alle menselijke kennis tot nu toe dan ook stukwerk is. Zeg ons nu toch ook eens wat meer concreets over Uw wederkomst! In welke tijd zult U wederkomen, en waar en hoe? Want wij zijn van mening dat ook dat hoort bij het begrijpen van de geheimen van Gods rijk.'
Hoofdstuk 70: De wederkomst van de Heer (Luc. 17:22-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Zoals het ging ten tijde van Noach, zal het ook gaan in de tijd van de tweede komst van de Mensenzoon. Ze aten en dronken heel welgemoed, ze trouwden en lieten zich ten huwelijk geven tot op de dag dat Noach in de ark klom en vervolgens de vloed kwam en allen verdronken. En het zal op dezelfde manier gaan als ten tijde van Lot: ze aten en dronken, ze kochten en verkochten en plantten en bouwden. Op de dag dat Lot uit Sodom wegging, zoals Ik jullie op de Olijfberg nader heb verklaard, regende het echter al vuur en zwavel uit de hemel en bracht hen allen om.
Hoofdstuk 70: De wederkomst van de Heer (Luc. 17:22-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Evenzo nog een ander beeld: wie zich op het veld (de vrijheid van inzicht) bevindt, moet zich niet omkeren naar wat er achter hem is ( oude drogleren en de instellingen daarvan) , maar zich het lot van de vrouw van Lot herinneren en in de waarheid voorwaarts streven.
Hoofdstuk 70: De wederkomst van de Heer (Luc. 17:22-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Verder zeg Ik jullie nog: in een en dezelfde nacht van de ziel zullen twee mensen in een en hetzelfde bed liggen. Ook dan zal de een aangenomen en de ander achtergelaten worden, dat wil zeggen: twee mensen zullen zich weliswaar uiterlijk gezien in de sfeer van een en dezelfde geloofsbelijdenis bevinden. maar de een zal in de daad een levend geloof hebben en daarom ook aangenomen worden in het levende en lichte rijk Gods, maar de ander zal enkel vasthouden aan de uiterlijke cultus, die geen innerlijke waarde voor het leven van de ziel en de geest heeft, en zal niet opgenomen worden in het levende en lichte rijk Gods, omdat zijn geloof zonder de werken der naastenliefde als het ware dood is.
Hoofdstuk 70: De wederkomst van de Heer (Luc. 17:22-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Kijk, zo zal het gesteld zijn met de tweede komst van de Mensenzoon en zo zal het zich manifesteren! Als jullie in de toekomst dieper doordrongen zullen zijn van Mijn geest, zullen jullie alles wat Ik heb gezegd ook duidelijk begrijpen; op dit moment kan Ik het jullie echter niet helderder en duidelijker vertellen.'
Hoofdstuk 70: De wederkomst van de Heer (Luc. 17:22-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  441 - 442 - 443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466  ...