Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 455 van 1088

...  443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468  ...
[14] En Ik zei tegen de vrouw: 'Wees ook jij steeds zo goed als je man, dan zul je voortaan gezond blijven naar lichaam en ziel! In de toekomst zullen jullie niet meer door nood gekweld worden! Maar ga nu weer aan je werk!'
Hoofdstuk 110: De karavaan uit Perzië in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] De vrouw bedankte Mij nogmaals en ging toen snel naar de keuken, waar ze nog veel te doen had.
Hoofdstuk 110: De karavaan uit Perzië in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Daarop kwamen er een paar Perzen met een tolk naar ons toe, die de waard te spreken vroegen.
Hoofdstuk 111: De Heer geneest de zieke leider van de kooplieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] De tolk zei: 'Beste vriend, wij hebben hier al enkele keren onze intrek genomen en hebben in jou steeds een rechtvaardige, billijke en derhalve ook zeldzame mensenvriend gevonden, daarom hebben we jou ook deze keer bezocht op onze handelsreis naar Tyrus. Wij zijn altijd tevreden over je geweest, en ook jij zult nooit reden hebben gehad om je over ons te beklagen. Deze keer zijn wij op onze reis hierheen door een ondoorgrondelijk raadsbesluit van een god echter door tegenspoed bezocht, wat zeer negatieve gevolgen heeft voor de zaken die wij hier doen ten behoeve van onze familieleden thuis.
Hoofdstuk 111: De Heer geneest de zieke leider van de kooplieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Voor een blindgeborene is de eigen eeuwige nacht zeker geen last, en hij verlangt niet naar het licht, waarvan hij de waarde niet kent; maar wie heeft kunnen zien en blind is geworden zal het licht zeker op pijnlijke wijze missen; en zo voelen wij dat ook, daar wij allang ziende zijn geworden, terwijl wij thuis als het ware geblinddoekt moeten rondlopen.
Hoofdstuk 111: De Heer geneest de zieke leider van de kooplieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Nu zei Ikzelf tegen de tolk: 'Vrienden, laten we de waard de moeite besparen om jullie voor te stellen aan die arts, die alles kan! Ik ben het Zelf en ben omwille van jullie nog hier gebleven; want Ik wist allang van tevoren dat jullie Mij nodig zouden hebben. Ik heb jullie aankomst al een uur geleden aan de waard aangekondigd, met de bedoeling dat jullie vandaag, terwijl het zelfs een nieuwemaanssabbat is, waarop geen enkele Jood zonder toestemming van een priester iets mag doen, toch naar wens verzorgd zouden worden.
Hoofdstuk 111: De Heer geneest de zieke leider van de kooplieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Ik zei: 'Dat zij verre van Mij; want Ik heb voor Mijn levensonderhoud en dat van Mijn leerlingen nu niet en nooit menselijke offers nodig! Maar laten we naar die zieke vriend van jullie gaan, dan zullen we zien of en hoe hij geholpen kan worden!'
Hoofdstuk 111: De Heer geneest de zieke leider van de kooplieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Dat was wat de drie Perzen het meest van alles wensten, en ze brachten Mij naar de zieke, die als een half vertrapte worm kronkelde en kromp van pijn en om hulp dan wel om de dood smeekte.
Hoofdstuk 111: De Heer geneest de zieke leider van de kooplieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Toen Ik naar hem toeliep, legde Ik direct Mijn rechterhand op zijn maagholte, en de vreselijke kramp verliet hem voor altijd. Hij werd dan ook op hetzelfde ogenblik zo volkomen gezond als hij tevoren nog nooit was geweest, aangezien hij reeds vanaf zijn geboorte aan een zwakke maag leed; maar nu werd zijn maag ook van zijn oude zwakheid genezen, en werd de zieke man volkomen gezond.
Hoofdstuk 111: De Heer geneest de zieke leider van de kooplieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: ' Dat heb Ik allemaal nooit ofte nimmer nodig; want als goud belangrijk voor Mij zou zijn, had Ik je ook niet kunnen helpen! Ik kijk alleen naar een trouw hart, dat God boven alles liefheeft en zijn medemensen als zichzelf; waar Ik dat aantref, ook bij een heiden, help Ik iedereen die Mijn hulp nodig heeft. Je kunt je goud dus wel voor andere goede en God welgevallige doeleinden gebruiken, en wel met name voor werken van ware naastenliefde.
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan de Perzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Over ongeveer drie jaar, gerekend vanaf nu, zullen er leerlingen van Mij ook in jullie land naar jullie toekomen en die zullen jullie de komst van het rijk Gods verkondigen en zijn gerechtigheid tegenover alle mensen op deze aarde. Neem hen op in Mijn plaats en geloof hun woorden, dan zullen jullie daardoor het licht ontvangen, waar jullie beteren al zolang naar verlangen, namelijk het licht van de ene, enig ware God en Vader van alle Joden alsook van alle mensen op deze aarde, en daardoor ook het eeuwige leven van jullie ziel. Dit is het enige wat Ik van jullie vraag als beloning voor de aan jullie trouwe leider bewezen liefde.
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan de Perzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Daar zullen jullie ook een wonderbaarlijke jongeman aantreffen; hij zal jullie veel verheven wijsheid meedelen, als jullie naar hem willen luisteren! (Dat is namelijk Rafaël, die van tijd tot tijd zichtbaar aan het hof van Cyrenius verbleef.)
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan de Perzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] De tolk en de genezene begeleidden Mij en de waard nog naar onze kleinere eetzaal en bedankten Mij nog eens voor de aan hen bewezen liefde en genade, zoals ze zich uitdrukten.
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan de Perzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Maar Ik gaf hun ten antwoord: 'Waarom spreken jullie in dit geval eigenlijk over een aan jullie bewezen genade? Weten jullie soms niet dat alleen de koningen der aarde die naar believen uitdelen?'
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan de Perzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] De tolk zei: 'O beste vriend, spreek niet over de genade van een koning! De grootste genade van een koning, die hij in zijn overmoed af en toe aan een blinde troongunsteling verleent, is nog geen dauwdruppel vergeleken bij de hele zee van genade die u ons hebt bewezen. U, vriend, bent met uw goddelijke eigenschap meer dan alle nog zo trotse en zichzelf machtig wanende koningen der aarde! Want u kunt met uw woord en wil een zieke zijn volledige gezondheid teruggeven; maar als koningen ziek worden, kunnen ze noch zichzelf, laat staan een andere zieke helpen. Verwonden en doden kunnen ze wel, maar de gewonden weer genezen en zelfs de doden weer tot leven wekken -dat kunnen ze niet! Daarom is de grootste genade die een koning aan iemand bewijst niet het vermelden waard vergeleken bij deze enig ware genade, die u ons hebt bewezen. Want uw genade ging vergezeld van uw liefde en ware erbarming; maar aan de genade van een koning gaat gewoonlijk de grootste hoogmoed en innerlijke verachting van de arme mensheid vooraf. Wee degene die een grote genade van een koning heeft ontvangen! Want als hij daarna niet steeds als een gehoorzame worm voor de koning kruipt, wordt zijn genade tot zijn grootste onheil. Daarom hebben wij ook nooit verlangd naar de genade van een koning; maar aan u vragen wij of u ons met uw waarachtige genade nooit wilt verlaten!'
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan de Perzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  443 - 444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468  ...