Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 456 van 728

...  444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469  ...
[8] Daar echter alle straatbureaus een derde van de boete zelf mochten houden en tegelijkertijd het recht hadden in iedere straat te bepalen welke daden strafbaar waren, kan men zich voorstellen wat er in korte tijd allemaal niet aan strafbare feiten was bedacht. Het kwam dan ook maar zelden voor dat een huisbezitter niet dagelijks een boete moest betalen.
Hoofdstuk 147: De meesterlijke organisatie van de politie in Hanoch. Het zwaarbewapende leger vlucht voor de tien vurige boden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] De waard viel echter uit vrees en ontzetting voor hen neer, want hij was tot de slotsom gekomen dat het werkelijk goden of vuurgeesten waren die de hele stad zouden vernietigen.
Hoofdstuk 147: De meesterlijke organisatie van de politie in Hanoch. Het zwaarbewapende leger vlucht voor de tien vurige boden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] De Heer sprak echter tegen de boden: 'Kom niet te dicht bij het bolwerk en blijf hier staan totdat Ik jullie een weg zal banen!'
Hoofdstuk 148: De tien boden onderhandelen met hun waard. De tocht naar de burcht van de duizend. Het derde vuurwonder: de brand van de bolwerken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Dwing echter niemand door geweld tot omkeer, maar verkondig de gerechte boete en predik in Mijn naam! Eis de opening van de beide tempels en waarschuw de raad indringend voor iedere beelden- en afgodendienst, en verkondig met klem Mijn op handen zijnde gericht. Dat is alles wat jullie hier te doen staat.
Hoofdstuk 149: Voordat de tien vuurboden de burcht betreden geeft de Heer hun instructies. De tien boden spreken de duizend raadslieden in de raadzaal toe. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Verblijf echter slechts vier jaar op het land; en als Ik jullie zal roepen, keer dan zonder omkijken meteen weer naar de hoogte terug!
Hoofdstuk 149: Voordat de tien vuurboden de burcht betreden geeft de Heer hun instructies. De tien boden spreken de duizend raadslieden in de raadzaal toe. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] 'Vrede zij met jullie! Volgens jullie plan zul je ons nooit de stad uitkrijgen; maar als onze tijd voorbij zal zijn, zullen wij deze stad tot jullie ondergang toch al verlaten, - echter niet ten gevolge van jullie laaghartigheid, maar omdat Degene die ons naar jullie toe heeft gezonden dat wil!
Hoofdstuk 149: Voordat de tien vuurboden de burcht betreden geeft de Heer hun instructies. De tien boden spreken de duizend raadslieden in de raadzaal toe. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Mocht zich daaronder echter onzin bevinden, dan zullen jullie als mannelijke wezens van een hoger soort nog beter inzien dan wij, dat wij dat niet kunnen aannemen, dat wil zeggen uit vrije wil.
Hoofdstuk 150: Een van de duizend raadsleden spreekt tot de tien boden. Een van de tien boden richt het woord tot de duizend raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[19] Voor jullie blijft er echter niets anders over dan ofwel blinde gehoorzaamheid, zoals je die van het volk verlangt, of het gericht; want de Heer doet met jullie zoals jullie met het volk doen!
Hoofdstuk 151: De heimelijke bespreking van de duizend raadsheren. De reactie van de tien boden als echte gedachtelezers. Het ultimatum van de tien boden en hun vertrek uit de burcht. De verlegenheid van de raad van de duizend. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[18] Doen wij echter niets en blijven wij hier in de burcht zitten vergaderen, dan zal het volk ons wel weten te vinden en zal het ons met zo'n eerbetoon tegemoet komen, dat ons allen horen en zien zal vergaan!
Hoofdstuk 152: De raad van duizend vergadert. Een van hen spreekt verstandige woorden en stelt voor om te emigreren. Onenigheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Hierop stonden er zeshonderdvijftig op en zeiden: 'Wij volgen je raad op; mocht het ons echter bij de poort waardoor wij weg willen trekken, slecht vergaan, zie er dan op toe dat de door jou zo zeker veronderstelde overwinning van het verstand niet te kortstondig wordt!'
Hoofdstuk 153: De emigratie van de zeshonderdvijftig raadsleden naar Boven-Egypte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Zij sloegen echter de richting in van het huidige Egypte en streken neer in het bovenste deel van dat land, in de buurt van Elephantine (Aswan), en bouwden daar meteen een kleine stad om in te wonen.
Hoofdstuk 153: De emigratie van de zeshonderdvijftig raadsleden naar Boven-Egypte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Een ander weersprak echter de eerste spreker en zei: 'Vriend, je spreekt zonder de gunstige omstandigheid voor ons in overweging te nemen dat het hele volk nu een zeer gunstige indruk van ons moet hebben, doordat wij nu alle schuld van de schandelijke tirannieke willekeur in het staatsbestuur op onze ontsnapte broeders kunnen schuiven. We kunnen er zelfs nog van profiteren omdat we zonder de geringste tegenspraak kunnen zeggen dat wij die tirannen zelf hebben verdreven door de macht van onze woorden, teneinde nu weer de oude, goddelijke orde in te voeren zoals die eens onder Lamech heeft bestaan!
Hoofdstuk 154: De beraadslaging van de achtergebleven raadsheren. De emigratie van nog eens tweehonderdvijftig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] En de eerste spreker antwoordde hem: 'Bij dat gunstig lijkende plan wens ik je veel geluk en daarbij uitzonderlijk mooi weer; dat ik me echter bij zo'n gunstig lijkende toespraak tot het volk enigszins op afstand zal houden, kan ik je garanderen!
Hoofdstuk 154: De beraadslaging van de achtergebleven raadsheren. De emigratie van nog eens tweehonderdvijftig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Heb je dan niet gehoord wat onze vertrokken spreker heeft gezegd over wat iedere leugenaar van de tien boden te wachten staat?! Wanneer jij het volk echter ten gunste van ons wilt voorliegen, - vraag - heb je dan al met de tien gesproken en van hen de verzekering gekregen dat zij van jou bij die gelegenheid niet meteen een brandende fakkel zullen maken?
Hoofdstuk 154: De beraadslaging van de achtergebleven raadsheren. De emigratie van nog eens tweehonderdvijftig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Vervul het vrijwillig, dan zul je ook vrij worden; vervullen jullie het als knechten, dan zul je ook knechten blijven; vervul je het onder dwang dan zul je voortaan onder dwang staan zoals de dieren in het bos en de vrijheid zal jullie nooit ten deel vallen! Vluchten jullie echter, dan zul je vluchtelingen blijven tot aan het einde van alle tijden!
Hoofdstuk 155: De woorden van de Heer tot de tien boden en hun ultimatum aan de honderd achtergebleven raadsheren. De raadsheren in het nauw. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  444 - 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469  ...