Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 457 van 1112

...  445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470  ...
[12] U voegde er nog iets aan toe, U zei dat God Zijn uitverkorenen, die zich reeds in de kracht van het geloof en het vertrouwen bevinden, als een liefdevolle Vader zeker nog eerder zal verhoren, wanneer ze op hun reeds bereikte innerlijke levensdag maar ook in hun nacht, die af en toe nog gemakkelijk kan terugkeren, tot Hem om hulp roepen. Daarin komt U niet meer naar voren als nagenoeg onverbiddelijke wereldse rechter, die, omdat hijzelf God is, God niet hoeft te vrezen en ook geen enkel mens, maar als een Vader van degenen die hun innerlijke levensdag reeds hebben bereikt. Zo heb ik het opgevat en ik geloof dat ik mij niet vergist heb.
Hoofdstuk 88: Waar onophoudelijk bidden toe leidt De gelijkenis van de verdrukte weduwe en de hardvochtige rechter (Luc.18:1-8) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Een ander groot deel van de mensen zal zich in een nog veel dichter en duisterder heidens bijgeloof bevinden dan nu alle heidenen op de hele aarde. Geruime tijd zullen ze hun leraren, vertegenwoordigers en beschermers vinden in de groten en machtigen van de aarde van die tijd; maar de kinderen der wereld, die goed toegerust zullen zijn met alle wetenschappen en andere verworvenheden, zullen het zeer duistere bijgeloof met alle geweld onderdrukken en de groten en machtigen der aarde in meer dan grote verlegenheid brengen, omdat door de wetenschap allerlei soort kennis het gewone en lange tijd met alle geweld blind gehouden volk zal beginnen in te zien dat het alleen maar geknecht is geweest ter wille van de wereldse roem en het comfortabele leven van die groten en machtigen, die zelf geen geloof hadden. En als Ik dan kom, zal Ik ook bij hen geen geloof vinden.
Hoofdstuk 89: Hoe het in de toekomst met het geloof gesteld zal zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] In de tijd van de grote duisternis zal Ik geen geloof bij hen kunnen vinden, omdat ze de domste en meest blinde knechten waren van degenen die hen overheersten, die heel goed inzagen waar die volslagen blinden goed voor te gebruiken zijn, en dat zienden zich dat nooit zo zouden laten welgevallen als volslagen blinden. Maar als de blinden ook eenmaal door de wetenschappers ziende zijn geworden, dan zijn ze aanhangers geworden van degenen die hen voor het grootste deel vrij hebben gemaakt van het harde knechtschap van de groten en machtigen; en als Ik dan zou komen en zeggen: 'Luister, volkeren der aarde, Ik ben nu weer naar jullie toegekomen en wil jullie opnieuw de juiste weg naar het eeuwige leven van jullie zielen tonen!' -wat zullen die mensen, die van ieder geloof gespeend zijn, daar dan op zeggen?
Hoofdstuk 89: Hoe het in de toekomst met het geloof gesteld zal zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ze zullen Mij ten antwoord geven: 'Vriend, wie je ook bent, hou op met die oude, versleten en gelukkig in rook opgegane domheid, waarvoor sinds de tijd dat ze voor het eerst ontstond vele stromen van dikwijls geheel onschuldig bloed zijn gevloeid! Als die zogenaamde goede Vader in de hemel, die wij niet kennen en naar wie wij nu ook helemaal geen verlangen meer voelen, zo'n grote vriend van bloed is, dan kan Hij toch gemakkelijk de grote oceaan in bloed veranderen en zich daar uitermate aan verlustigen; maar wij hebben zo'n levensleer absoluut niet meer nodig, die in plaats van het beloofde Godsrijk alleen maar de reinste hel onder de mensen op de toch al schrale aarde heeft gebracht.Wij houden ons nu aan de wetenschappen en haar toepassingen van allerlei aard en leven daarbij in vrede en rust, al is het naar wij vertrouwen ook maar tijdelijk; want een tijdelijk, maar vreedzaam en rustig leven is ons nu veel liever dan een door onnoembaar leed en vele stromen onschuldig gevloeid bloed gekochte en daarbij toch in twijfel getrokken hemel met al zijn mooie zaligheden!'
Hoofdstuk 89: Hoe het in de toekomst met het geloof gesteld zal zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Zie en onthoud goed: uit dergelijke vruchten zullen ook de valse profeten met al hun dwaalleren en valse wondertekenen voortkomen en meer dan driekwart van de aarde tot verderf brengen! Want als men moeite zal gaan doen om Mijn zuivere waarheidsleer te verenigen met de nu onder de mensen bestaande wetenschappen, die met allerlei bijgeloof vermengd zijn, en met weinig zeggende en toepassingen daarvan, in de mening dat die waarheidsleer daardoor des te aannemelijker zou worden voor de mensen, dan zal men Mijn leer vanzelfsprekend steeds meer verontreinigen en zullen de wetenschappen en hun toepassingen, die vol bijgeloof zitten, daardoor nog dieper in de aloude nacht wegzinken dan ze sinds het eerste begin van de mensen ooit gezonken zijn. Ze zullen tenslotte een tijdlang uitsluitend het eigendom worden van de valse profeten, opdat die met behulp daarvan des te gemakkelijker en op grotere schaal het blind gehouden volk voor zich zullen kunnen winnen.
Hoofdstuk 90: Over de nieuwe tijd (19.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] De schriftgeleerde zei: 'Heer en Meester! Ik heb er wel eens over horen spreken, maar er nog nooit een letter van onder ogen gekregen. Men zegt dat die boeken zich ook niet meer in de tempel van Jeruzalem bevinden. Daarom vraag ik U nu om ons die dingen, waar ik om gevraagd heb, zo beknopt mogelijk te beschrijven en te verklaren, zodat wij dan ook weten wat ze zijn en hoe ze zijn ingericht.'
Hoofdstuk 92: De wijsheid van Mozes en Jozua - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Ik zei: ' Zeer zeker, en met name de oerbewoners van Egypte! Maar zoals de mensen zich mettertijd door allerlei zonden steeds meer van de ene, eeuwig ware God verwijderden en tot het blinde heidendom overgingen en duisterder werden, zo ging ook die kennis te gronde, om plaats te maken voor de lege, dichterlijke verhalen en fantasieën met allerlei onjuistheden.
Hoofdstuk 92: De wijsheid van Mozes en Jozua - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Ik zei: 'Van de geest Gods! Hoewel Mozes als aangenomen zoon van de Farao in de Egyptische mysteriën ingewijd was en ook van de oude sterrenkunde en aardrijkskunde veel kennis had opgedaan, was dat toch maar nauwelijks een druppel troebel water vergeleken bij de hele zee van zijn latere inzicht, die hem als uitverkoren leider van het volk Israël door de geest Gods gegeven is, waardoor hij pas een ware geleerde vanuit God werd.'
Hoofdstuk 92: De wijsheid van Mozes en Jozua - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Als deze wetenschap door hun eigen schuld verloren is gegaan voor de mensen hebben zij voor zichzelf het omgaan met de geesten van alle regionen en alle hemelen onmogelijk gemaakt en daarom kunnen ze het geestelijke in de Schrift niet meer vatten en begrijpen. Ze lezen de geschreven woorden volgens de blind aangeleerde klank van de dode letter, en kunnen niet eens begrijpen en zich ervan bewust worden dat de letter dood is en niemand tot leven kan wekken, maar dat het alleen de inwendig verborgen betekenis is, die, aangezien die zelf leven is, alles levend maakt.
Hoofdstuk 93: Over de wetenschap der overeenstemmingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Uit die lichten zal de zon van het leven zich ontwikkelen, dus het nieuwe, volmaakte Jeruzalem, en in die zon zal Ik op deze aarde wederkomen. En nu is het meer dan genoeg geweest over wat er later zal gebeuren!'
Hoofdstuk 94: De wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Maar dat zal niet zo blijven; want op het juiste moment zal Ik mensen wekken voor de zuivere wetenschappen en kunsten, en zij zullen het de mensen dan van de daken verkondigen hoe de dienaren van Bileam hun wonderen hebben gedaan. Zodoende zal de zuivere wetenschap in alle dingen en ook de zuivere kunst tot een onoverwinnelijke voorloper en voorvechter van Mij worden tegen het oude bijgeloof; en als de Augiasstal daardoor gereinigd zal zijn, zal Ik gemakkelijk en heel doeltreffend op deze aarde kunnen wederkomen. Want Mijn zuivere levensleer zal zich gemakkelijk verenigen met de overal zuivere wetenschap van de mensen en op die manier de mensen een volledig levenslicht geven, omdat de ene reinheid de andere nooit kan verontreinigen, evenals de ene zonneklare waarheid de andere niet kan verontreinigen.
Hoofdstuk 90: Over de nieuwe tijd (19.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Ik zei: 'De aarde. Behoort Mij overal toe, en Ik weet op welke plaats Mijn wederkomst het nuttigst zal zijn voor de hele aarde! In die tijd zullen de mensen echter van het ene einde der aarde naar het andere met elkaar in verbinding kunnen treden, en wel zo snel als een bliksem uit een wolk schiet" en door gebruik.te maken van de in vuur en water gebonden geesten zullen de mensen via ijzeren wegen de grootste afstanden op aarde rijdend kunnen afleggen, en wel sneller dan de hevigste storm van het ene einde van de aarde naar het andere jaagt, en de schepen zullen met behulp van diezelfde krachten binnen veel kortere tijd over de grote oceaan varen dan nu de Romeinen van Rome naar Egypte. Dan zal ook het bericht van Mijn persoonlijke wederkomst gemakkelijk binnen zeer korte tijd over de hele aarde verspreid kunnen worden, en dus ook naar Azië.
Hoofdstuk 94: De wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Hierop keken zelfs Mijn leerlingen heel verwonderd en zeiden onder elkaar: 'Zo duidelijk en uitvoerig heeft Hij nog nooit over Zijn toekomstige wederkomst gesproken! Gelukkig zullen de mensen zijn die in die tijd daar zullen leven waar Hij met alle volheid van Zijn genade zal wederkomen maar ongelukkig diegenen die niet in Hem zullen geloven en misschien net als de Farizeeën nu tegen Hem zullen opstaan en Hem naar het leven staan, zich tegen Hem verzetten en hun heidendom willen beschermen. Want zoals Hij al verschillende keren en op de Olijfberg door tekenen aan de hemel heeft getoond, zal Hij hun als een onverbiddelijke rechter tegemoet treden en hun in de hel hun loon geven.'
Hoofdstuk 94: De wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] De schriftgeleerde zei: 'O Heer en Meester, ik heb hier de eindeloos veel betere schat gevonden en zal mij er voortaan wel wijselijk voor hoeden om te dicht bij de wereldse schatten te komen; want als ik dat zou doen, zou hetgeen ik vannacht heb gedroomd wel eens volledig en echt aan mij bewaarheid kunnen worden. Laat die wereldse lieden dus maar zoeken in de resten van de brand zoveel ze willen, ook al zouden ze zich mijn deel toe eigenen; mij is Uw aanwezigheid nu eindeloos veel liever dan alle schatten der aarde. Wees daarom toch zo genadig om alleen maar tot na de middag hier te blijven!'
Hoofdstuk 95: Het middagmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Ik zei: 'jullie weten toch al wat je te doen staat! Wie de goede wil heeft, heeft ook het werk al voor zich. Als jullie voor de armen goede huisvaders zijn, dan doen jullie al evenveel als wanneer jullie alles hadden weggegeven, en Mijn zegen voor jullie zal niet achterwege blijven. Denk vooral aan de arme weduwen en wezen, dan zal Ik aan jullie denken en jullie niet als wezen op deze aarde achterlaten, maar voortaan in de geest bij jullie blijven! Maar ga nu eens kijken, waard, hoe het met het middagmaal staat!'
Hoofdstuk 95: Het middagmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470  ...