15542 resultaten - Pagina 457 van 1037
... 445 - 446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 ...
[5] Toen Ik dat had gezegd, kwamen allen rechtop te staan in de lucht en daalden toen heel kalmpjes weer naar de aardbodem, die hier tevens de vloer van de zaal vormde.Hoofdstuk 8: Een wonder van de Heer ontnuchtert de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Ebal liet dat direct gebeuren, en de drie werden uitstekend verzorgd en aten en dronken. Toen ze zich bij de wijn enigszins hersteld hadden van hun angst en vrees voor Mij, begonnen ze ook harder en moediger te praten, en de commandant wilde al verschillende keren van zijn stoel opstaan en naar Mij toegaan om een gesprek met Mij te beginnen; maar zijn twee dienaren raadden hem dat af, omdat het volgens hen niet raadzaam was zich met grote magiërs in een gesprek te begeven, voordat die dat zelf wensten. Zodoende bleef de commandant nog rustig en liet zich nog meer wijn brengen.
Hoofdstuk 8: Een wonder van de Heer ontnuchtert de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Daarop schreeuwde de commandant vanuit de lucht naar Mij:'Ik smeek je, hoofd van alle magiërs of halve of hele god, bevrijd ons uit deze uiterst onverdraaglijke toestand, dan zal ik helemaal afzien van de uitgesproken straf; want ik zie nu maar al te duidelijk in, dat alle macht van zelfs het grootste rijk op aarde geen wedstrijd met jou kan aangaan! Bevrijd mij uit deze beklagenswaardige toestand, dan zal ik niet alleen de straf die ik jullie heb opgelegd helemaal kwijtschelden, maar me ook verder niet meer in het minst om jullie bekommeren en over deze kwestie zwijgen als een Egyptische piramide, en jullie kunnen in deze stad blijven zolang jullie willen en ik zal niemand van jullie dwingen deze plaats te verlaten!'
Hoofdstuk 8: Een wonder van de Heer ontnuchtert de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Aangezien het nu al zo tegen het einde van de dag begon te lopen en wij al geruime tijd met allerlei nuttige gesprekken aan tafel hadden doorgebracht, vroegen de leerlingen Mij of het geen goed idee zou zijn om een poos naar buiten te gaan.
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ik zei: 'Vandaag is het werk, waarvan het moeilijkste deelons nog te wachten staat, belangrijker dan de omgeving buiten, die hier in Genezareth niet veel liefelijks te bieden heeft. Wie van jullie echter naar buiten wil gaan, is daar vrij in; maar Ik blijf hier.'
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Ik zei: 'Op de manier zoals de Farizeeën het jullie leren, helemaal niets! Want het lichaam, dat voor een korte tijd de ziel als een naar buiten toe handelend instrument dient, zal noch in het dal van ]Josafat noch ergens anders op deze aarde op een bepaalde jongste dag opgewekt en weer met zijn ziel verenigd worden in de vorm waarin het de ziel hier voor een korte tijd heeft gediend.
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Naar waarheid houdt de opstanding van het vlees het volgende in: onder het 'vlees' moeten de werken worden verstaan die de ziel met haar lichaam heeft verricht.
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Hoe zal die er echter uitzien? Kijk, die zal aan gene zijde voor eeuwig tot de prachtigste, van alles uitstekend en rijk voorziene woonomgeving van de ziel worden, waar ze zich in uiterste zaligheid van de ene volmaaktheid naar de andere zal verheffen!
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Toen ze weer vaste voet hadden gekregen, stuurde de commandant zijn soldaten direct weg en gaf ook de wachten, die buiten om de zaal heen stonden, het bevel om zich naar hun woonhutten en kampementen te begeven, wat ook onmiddellijk gebeurde. Zelf bleef hij echter met twee van zijn hoogste onderaanvoerders bij ons in de zaal, ging aan een kleine bijtafel zitten en liet zich brood en wijn geven, en nu zei hij tegen Ebal (de commandant): 'Dat kunnen jij en die almachtige ons voor de volledige kwijtschelding wel toestaan! Had je mij buiten iets gezegd over de macht van deze zeer uitzonderlijke mens, dan zou ik vast en zeker meer menselijke eisen aan je hebben gesteld! Maar wie had ook kunnen vermoeden dat zich onder deze mensen, die volgens jou je oude vrienden zijn, een aan de goden gelijke almachtige magiër bevindt?
Hoofdstuk 8: Een wonder van de Heer ontnuchtert de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] De commandant en zijn twee dienaren hebben nu weliswaar met grote aandacht geluisterd naar jouw vragen en de uitleg die Ik je gegeven heb, maar ze hebben er niets van begrepen; daarom zullen ze ons nu weldra met hun Griekse wijsheid lastigvallen - daarom zullen we met alle geduld en rust hun aanval op ons afwachten!'
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Nauwelijks had Ik dat tegen Ebal gezegd, of de commandant stond onmiddellijk op van zijn stoel en kwam met een vriendelijk gezicht naar Mij toe.Toen hij bij Mij was, zei hij: 'Grote en machtige meester op het mysterieuze gebied van uw kunst en wetenschap, waardoor u alle geheime krachten van de natuur aan u hebt onderworpen, ik heb jullie gesprekken met gespannen aandacht beluisterd en daaruit afgeleid dat jullie allemaal tot die Joodse godsdienstige cultus behoren, die veel goeds, maar daarnaast heel veel slechts bevat, waaruit zich langzamerhand de vele misbruiken van jullie priesters in nog veel ergere mate ontwikkeld hebben dan bij ons heidenen, zoals wij door jullie rechtzinnigen worden genoemd.
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Hierop riep de commandant direct zijn twee ondergeschikten naar onze tafel.
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Het eeuwige Woord heeft nu vanuit Zichzelf vlees aangenomen en is nu als een mens naar Zijn mensen in deze wereld gekomen, en de Zijnen herkennen het niet! En jij bent ook een mens en herkent het eeuwige Woord in Mij niet, omdat je blind van hart bent. - Heb je de profeten van de Joden dan niet gelezen?'
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] Dit verhaal deed de drie Romeinen erg versteld staan, en ze wisten nu niet wat ze eigenlijk van Mij moesten denken.Want ze geloofden allang niet meer in hun goden, en nog minder in de God van de Joden; ze leefden volgens Epicurus, en een Godheid was voor hen een onding. Maar nu ontdekten ze goddelijke eigenschappen aan Mij, en ze wisten niet hoe die te verenigen waren met iemand die naar hun mening ook alleen maar tijdelijk als mens leefde en bestond.
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[24] Ik zei: 'Mijn wil is Gods wil en Mijn geboden zijn Gods geboden. Wie Mijn wil doet en dus Mijn geboden houdt, wandelt op de goede weg naar het rijk Gods! Jij kunt dat ook doen, dan zul jij ook op de juiste weg naar Gods rijk wandelen! ,
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)