Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 458 van 1112

...  446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471  ...
[9] Daarop ging de waard snel naar de keuken om te kijken hoe het met de bereiding van het middagmaal stond. Die was al een heel eind gevorderd, en de waard haastte zich dan ook om de tafel opnieuw te dekken.
Hoofdstuk 95: Het middagmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Zij verbaasden zich zeer toen ze de ene Farizeeër en zelfs de schriftgeleerde heel welgemoed aan onze tafel zagen eten, en ze zeiden tegen de laatstgenoemde (de Farizeeën): 'O, jullie maken het je wel erg gemakkelijk! Wij werken de hele ochtend buiten om nog iets van de door het vuur vernietigde kostbare schatten te vinden en in veilige bewaring te stellen, en jullie doen je tegoed zonder je om ons te bekommeren! Wat is dat voor een gedrag van jullie ?'
Hoofdstuk 95: Het middagmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Maar toch is het wel eigenaardig dat de schatten van een van ons en ook van de schriftgeleerde, die zich het meeste naar die Nazarener richtten, ongedeerd zijn gebleven en van de Farizeeër Joram zelfs zijn woning! Ook de woning van de schriftgeleerde is slechts in zoverre beschadigd, dat het plafond hier en daar doorgebrand lijkt te zijn; de deur naar zijn woonkamer lijkt echter van het vuur weinig geleden te hebben, dus zullen ook zijn schatten zeker minder hebben geleden!'
Hoofdstuk 96: Het vertrek naar Kana De Heer in Kana - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Daarop bestelden ze vissen en lamsvlees, ongezuurd brood en wijn, die een echte Jood mag drinken -dat kregen ze dan ook direct en ze deden zich daar onbezorgd te goed aan.
Hoofdstuk 96: Het vertrek naar Kana De Heer in Kana - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Vanaf het nu wel heel bekende marktplaatsje was het nog een heel lange weg. Een goede wandelaar zou die nauwelijks in een volle dag hebben kunnen afleggen; maar door op onze vaak wonderbaarlijke manier te reizen, hadden wij er slechts drie uur voor nodig. Tegen de avond kwamen we zo in Kana aan en namen daar onze intrek bij dezelfde waard, bij wie Ik op een bruiloft op verzoek van Maria die mij gebaard had, voor de eerste keer openlijk water in wijn veranderd had.
Hoofdstuk 97: In de herberg te Kana (26.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Toen haastte de waard zich naar alle zieken en trof hen volkomen gezond aan, zodat ze van hun bedden opstonden, schone kleren aantrokken, naar Mij toekwamen en Mij bedankten.
Hoofdstuk 97: In de herberg te Kana (26.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Maar ik ben van mening dat zulke gedachten alleen kunnen ontstaan rn het gemoed van iemand die vanuit een bepaalde hoge dunk van zichzelf in wat hij uitoefent steeds liever de eerste en hoogst aangeschrevene wil zijn dan de minste en een ondergeschikte. Iemand die al meer dan gelukkig is dat hij in zo'n gezelschap de minste der minsten en de dienaar der dienaren van de Heer kan zijn, zal zich daar echter nooit over beklagen en zich niet in het geheim gekrenkt voelen vanwege het feit dat hij zichzelf in dat gezelschap als de minste beschouwt!
Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Judas Iskariot voelde zich zeer geraakt door de zeer verstandige woorden van de waard en wist in eerste instantie niet wat hij hem moest antwoorden.
Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ja, in de tijd dat de Heer mij zo'n getuigenis gaf, was ik dat in Zijn ogen ook; want Hij alleen onderzoekt hart en nieren van de mens. Hij wist dus ook hoe het er met mij voor stond, en Hij zal ook weten hoe het er nu met mij voor staat.Als ik niet deug in Zijn gezelschap, heeft Hij ook meer dan genoeg macht om mij op staande voet te verwijderen. Hij alleen is de Heer en kan doen wat Hij wil, en niemand kan tegen Hem zeggen: 'Heer, waarom doet U dat?'; maar door iemand die helemaal mijn gelijke is laat ik mij echt niet graag terechtwijzen! Want ieder mens heeft zijn zwakheden en heeft genoeg met zichzelf te stellen om in de juiste orde te komen, en zolang hij nog met zijn eigen zwakheden te kampen heeft, moet hij zijn naaste met rust laten en zich niet vrolijk maken over diens gebreken, hem niet in het bijzijn van iedereen kleineren.
Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] O, Ik weet heel goed dat hij geleerd is in de Schrift, en Ik ben ook op de hoogte van al zijn kennis en ervaring van elders, waarin hij Mijn andere leerlingen verreweg de baas is. Maar wat heeft hij daaraan, als hij nu al bijna tweeënhalfjaar met Mij rondtrekt, voornamelijk om Mij scherp in het oog te houden bij alles wat Ik doe, om te zien of hij iets kan vinden wat niet met de Schrift overeenstemt. Daarin vindt zijn verborgen en derhalve nog niet afgelegde hoogmoed en derhalve ook zijn zelfzucht en eventuele winstbejag steeds nieuwe voeding; daarom blijft hij ook nog steeds zoals hij is en laat hij zich door niemand volledig en naar waarheid terechtwijzen om zijn leven te beteren. Want hij denkt steeds bij zichzelf: 'Wat willen jullie, arme en ongeleerde vissers, mij vertellen, terwijl ik een schriftgeleerde ben?'
Hoofdstuk 99: De Heer over Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Wie eenmaal bestaat en leeft, maar zich er als onrijpe levensvrucht nog niet van bewust is waarom hij bestaat en leeft, moet in zijn werken in het licht uit God gaan staan, zich daar flink door laten verlichten en verwarmen in zijn hart, dan zal hij daardoor tot innerlijke bevrijding en ware levensrijpheid komen. Daarin zal hem dan duidelijk bewust worden hoe en waarom hij bestaat en leeft, en wat en wie het leven in hem is!'
Hoofdstuk 99: De Heer over Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Als de korrel eenmaal helemaal rijp is geworden, sterven de halm en de aar. Waarom eigenlijk? Omdat al het vroegere uiterlijke leven ervan in het ware, innerlijke vruchtleven in de korrel is overgegaan. En daarin bevinden zich nu ook de wortels en de opgroeiende halm, in ieder stadium van zijn groei naar volmaaktheid tot aan de volledige rijpheid; en dat niet alleen enkelvoudig, maar oneindigvoudig, want anders zou een in de aarde gelegde korrel niet weer alles wat voor het groeien en rijp worden van het graan noodzakelijk is, in steeds groter wordende aantallen tevoorschijn kunnen brengen.
Hoofdstuk 100: Over de juiste weg naar het juiste doel Verkeerde en juiste ontwikkeling van het verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] (De Heer: ) 'Zoals de mens zich nog zo blind voor het leven en onrijp in de wereld beweegt, lijkt hij op een korenhalm, die zich uit de kiem begint te ontwikkelen.Als hij onder invloed van de zon nog maar een span hoog boven de aardbodem is uitgegroeid, merkt men nog niets van een vruchtdragende aar; maar onder de steeds sterker wordende invloed van de zon wordt ook al gauw de aar zichtbaar die steeds voller en volmaakter wordt, bloeit en graankorrels zet, welke aan de halm en in de hulsjes van de aar rijpen tot de stevige en leven dragende tarwekorrels die, wanneer ze helemaal rijp zijn, zich geheel van de halm en ook volledig van de hulsjes losmaken en er als zodanig vrij in zitten.
Hoofdstuk 100: Over de juiste weg naar het juiste doel Verkeerde en juiste ontwikkeling van het verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Wie alleen door waarnemingen en volgens de oordelen van zijn wereldse verstand tot de innerlijke, ware wijsheid van de geest uit God wil komen, vergist zich geweldig; hij raakt op zijwegen, die vol afgronden zijn, waarin hij in de nacht van zijn geest maar al te vlug en gemakkelijk kan vallen en zichzelf helemaal te gronde kan richten.
Hoofdstuk 100: Over de juiste weg naar het juiste doel Verkeerde en juiste ontwikkeling van het verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Jouw bede is waarachtig en juist en zal ook volledig verhoord worden; maar als een mens om onbeduidende en dwaze dingen van deze wereld bidt, zal hij door Mij meestal niet helemaal verhoord worden. Wees nu dus helemaal gerust; in jouw handelen zul je ook de volledige verhoring van je bede vinden, alsook allen die jij in je bede hebt opgenomen. Want het is Mij altijd welgevallig als iemand uit pure liefde met een juiste bede bij Mij komt; die zal nooit onverhoord blijven. Maar de verzoeken en de gebeden van de mensen die zich als dienaren Gods hoog laten eren en prijzen en zich voor hun nietszeggende vragen en bidden werkelijk onbarmhartig duur laten betalen, zullen door Mij nooit ook maar in het minst verhoord worden. Want wat iemand niet uit ware liefde voor zijn naaste doet, maar alleen om in de ogen van de wereld te schitteren, heeft voor Mij geen waarde.
Hoofdstuk 101: De oorzaak van de nood op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471  ...