Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 458 van 728

...  446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471  ...
[3] Maar juist op het gruwelijkste moment toen zelfs de aarde rondom de voorhof van de tempel begon te scheuren en uit de scheuren torenhoge vuurstralen met ontzettend lawaai omhoog schoten en zelfs het plaveisel van de voorhof hier en daar begon te dampen en op sommige plaatsen heet werd, kwam de Heer met de nieuwgezalfde koning Ohlad begeleid door de tien boden uit de tempel naar buiten.
Hoofdstuk 167: De vuurstorm en de aardbeving tijdens de zalving. Het volk wordt bang. De Heer onthult Zich aan het volk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Het volk echter kende de Heer niet, maar wel de tien boden en Ohlad; het viel dan ook voor de tien neer en riep luid of zij toch bij God genade voor hen wilden bewerkstelligen.
Hoofdstuk 167: De vuurstorm en de aardbeving tijdens de zalving. Het volk wordt bang. De Heer onthult Zich aan het volk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Wanneer je echter ontevreden over een koning zult zijn, wend je dan tot Mij, en Ik zal ervoor zorgen dat je een goede koning krijgt! Mochten jullie echter zelf beginnen hier en daar koningen te zalven, dan zal Ik Mijn zorg voor jullie terugtrekken en zal je overlaten aan alle tirannie van een door jullie gekozen koning!
Hoofdstuk 168: De woorden van de heilige Vader tot Zijn verzamelde kinderen. De liefde en het geduld van de Heer met de mensen. Over de verhouding van het volk tot de koning. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Je kent nu Mijn wil uit Mijn zichtbare mond. Handel daarnaar; dan zal het je goed gaan op aarde, en Ik zal jullie niet laten vallen; in het tegenovergestelde geval blijft het gericht echter onvermijdelijk! Amen.'
Hoofdstuk 168: De woorden van de heilige Vader tot Zijn verzamelde kinderen. De liefde en het geduld van de Heer met de mensen. Over de verhouding van het volk tot de koning. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Wie echter slechts uit een zekere gewoonte deze tempel zal betreden om zijn dwaze geweten te sussen, die doet er beter aan buiten te blijven. Want wie zich niet aan deze tempel stoot en zijn materie niet te pletter laat slaan, die zal daarbinnen geen leven van de geest en diens wijsheid vinden, maar wel het gericht van zijn geest in de materie en hierdoor de dood.
Hoofdstuk 169: De woorden van de Heer tot Ohlad op de tempelberg. Het doel van de uiterlijke tempel. De Heer verdween voor hun ogen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Dat het je echter als een blinde kip is gelukt om er heelhuids doorheen te komen en als een uitzinnige ezel die tien vuurtijgers tot je vrienden te maken, dat hoort in de analen van de wereld met als titel in gouden tekens: `Hoogste toppunt van ezelsgeluk!'
Hoofdstuk 170: De ontmoeting van koning Ohlad met de negenennegentig raadsheren van Hanoch. De eigenwijze woorden van een raadsheer en het krachtige antwoord van Ohlad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Want hier gaat het niet om jullie lichamelijke, maar om je geestelijke vrijheid! Deze bestaat echter in deemoed en niet in opstandige hoogmoed! Overwin die eerst, en dan zal blijken of mijn wetten jullie vrijheid zullen verstoren of niet! Zo zal het gebeuren! Amen.'
Hoofdstuk 171: De reactie van de woordvoerder van de negenennegentig raadsheren over wetten en hun doel. Het protest van de negenennegentig tegen de wetten van Ohlad Ohlads koninklijk wijze antwoord. De deemoed als hoogtepunt van de menselijke vrijheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen de negenennegentig dat van Ohlad hadden vernomen, stond hun woordvoerder weer op en zei tegen Ohlad: 'Je hebt in principe geen ongelijk, - maar alleen als je alles min of meer oppervlakkig beschouwt; als men de zaak echter aan een nader onderzoek onderwerpt, dan heb je ons daarmee de grootst mogelijke onzin van de wereld meegedeeld!
Hoofdstuk 175: De tegenwerping van de woordvoerder der negenennegentig raadsheren en zijn rationele bedenkingen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Opdat je echter inziet dat ik je in naam van mijn broeders geen boosaardige bedoeld antwoord heb gegeven, wil ik je het duidelijk toelichten! Als je het kunt weerleggen, dan nemen wij ogenblikkelijk iedere wet van je aan; maar kan je dat niet, hetgeen volkomen zeker is, dan trekken wij weg en schenken jou je leer en dit gouden paleis! Wees dus zo goed om naar mij te luisteren:
Hoofdstuk 175: De tegenwerping van de woordvoerder der negenennegentig raadsheren en zijn rationele bedenkingen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Hopelijk zul je die onzin inzien, die zich echter toch nog laat aanhoren!
Hoofdstuk 175: De tegenwerping van de woordvoerder der negenennegentig raadsheren en zijn rationele bedenkingen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] Ik vraag je echter waarmee dan en hoe? Ben jij in staat met één fakkel in je hand 's nachts de gehele aarde te verlichten en te verwarmen? - Neen, zegt je ervaring je.
Hoofdstuk 175: De tegenwerping van de woordvoerder der negenennegentig raadsheren en zijn rationele bedenkingen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Want niet jullie, broeders, wil ik verbannen, maar alleen je halsstarrigheid; verbannen jullie die echter uit jezelf, dan is het niet nodig dat jullie zelf met je zonde op de vlucht slaan, want het is genoeg dat je de zonde hebt laten gaan!
Hoofdstuk 177: De zelfkennis van de negenennegentig raadsheren. De eenvoud van Gods woord ergert de verstandshelden. De bekeerde Danel en Ohlad als broeders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] De Heer Zelf heeft voor ons de weg gebaand door de verschrikkelijke vuurstorm; nu is het echter aan ons de gelegenheid aan te grijpen en deze wijs te benutten tot eer en lof van Degene die ons zo'n grote genade bewees doordat Hij het eeuwige licht van het leven dat in ons geheel was gedoofd, weer opnieuw heeft ontstoken.
Hoofdstuk 179: Koning Ohlads broederlijke woorden tot Danel. De eensgezindheid onder de honderd en tien verzamelden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Toen het hele, grote gezelschap bij de voorhof aankwam, sloegen er onmiddellijk talloze bliksemschichten van het gouden dak van de tempel in de grote voorhof. Tegelijkertijd echter wenkten de tien ministers naar al de omliggende vuurspuwende bergen, en op hetzelfde ogenblik dreven deze hemelhoge vlammenzuilen uit hun kraters; en de met de vlammen ontsnappende reusachtige rookmassa's bedekten al spoedig het zichtbare uitspansel.
Hoofdstuk 180: Alle honderd en tien gaan naar de tempel om de zegen te ontvangen. De vuurzee en Ohlads wijze woorden ter geruststelling. Het betreden van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Ik, een armzalige, ellendige worm ten aanzien van U in het stof van mijn volledige nietigheid, waag het echter toch om U uit de grond van mijn grote nood een vraag te stellen, en U, o Vader, vervuld van oneindige liefde, erbarmen en geduld, zult daarover toch niet vertoornd worden op mij!'
Hoofdstuk 182: Ohlads dwaze verzoek aan de Heer. Belangrijke wenken van de Heer voor gezelschappen. 'Waar twee of drie bijeen zijn in Mijn naam ben Ik in hun midden!' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  446 - 447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471  ...