Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 459 van 1110

...  447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472  ...
[9] Daarop antwoordde Ik: 'Sta dan op en zeg ook tegen jullie metgezellen wat Ik jullie gezegd heb!'
Hoofdstuk 198: De Heer en de Arabische rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Nemen jullie Essenen dan ook van nu af aan jullie taak op je voor dit doel en zie erop toe dat de straten en wegen vrij worden, dan zal Ik jullie daarvoor des te meer zegenen en jullie macht tegen alle boze geesten geven, en dan zal er moeten gebeuren wat jullie in Mijn naam zullen willen!
Hoofdstuk 199: Over het doel en het nut van reizen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Vraag je eens af of een mens, aan wie het verboden is te zoeken, ooit iets kan vinden! Zoeken, vragen en aankloppen aan de deur van de naaste moet ieder mens volkomen vrij gelaten worden. -Onthoud dit goed, wat Ik jullie nu bij het opgaan van de zon heb gezegd en getoond, en handel ernaar!'
Hoofdstuk 199: Over het doel en het nut van reizen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Jullie moeten er in het vervolg ook voor zorgen dat dit oude misbruik aan banden wordt gelegd. Want na Mij zou het onder de mensen net zo moeten worden als het in de tijd van de eerste mensen op aarde was: ze moeten als ware broeders vrij kunnen rondwandelen op het land dat van hen is en moeten elkaar overal met de ware liefde tegemoet treden en in noodgevallen naar vermogen ondersteunen; maar elkaar over en weer door allerlei beroerdigheid in de rechtmatige vrijheid beperken, is niet hemels meer, maar hels! Hoe meer beperkingen er in de gerechtvaardigde vrijheid van reizen door hebzuchtige en heerszuchtige mensen zal voorkomen, des te meer hel en des te minder hemel zal er onder de mensen heersen.
Hoofdstuk 198: De Heer en de Arabische rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Welnu, dergelijke boden zullen niet hoeven te rekenen op de hulp, zoals Ik die hier aan jullie beloofd heb! Want wie niet alleen voor Mij en voor de waarachtige verspreiding van Gods rijk op aarde onder de mensen zal werken, maar alleen voor zichzelf en zijn wereld, zal nooit door Mij erkend worden en van Mij ook geen bescherming of loon kunnen verwachten; die mag zijn bescherming, zijn hulp en zijn loon in zichzelf en in zijn wereld zoeken!
Hoofdstuk 199: Over het doel en het nut van reizen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (De Heer:) 'En zie, zo heeft nu Degene aan wie alle macht in hemel en op aarde van eeuwigheid uit Hemzelf gegeven is, tot jou en jullie allen, die hier aanwezig zijn, gesproken, en daarom kunnen jullie ook geloven dat Ik alles wat Ik jullie beloofd heb ook zal doen; jullie hoeven je dus nergens anders zorgen over te maken dan dat jullie Mijn leer net zo zuiver aan de volkeren doorgeven als jullie die van Mij vernomen hebben!
Hoofdstuk 200: Het onderwijzen van leraren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik heb jullie de leer en de macht om in Mijn naam wonderen te doen om niét gegeven, en zo moeten jullie dat alles ook om niét aan de volkeren geven! Maar als de mensen jullie ter wille van Mijn naam zullen liefhebben en jullie in alle vriendelijkheid willen dienen, dan mogen jullie die vriendelijkheid ook wel aannemen zoals dat door Mozes is toegestaan; want wie de liefde door de liefde dient en zo Gods ware altaar op aarde dient, mag ook van het altaar leven!
Hoofdstuk 200: Het onderwijzen van leraren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] In de toekomst kunnen jullie daarom ook zeggen tegen degenen die troost en hulp bij jullie gevonden hebben en naar oude zede en gewoonte aan jullie zullen vragen wat voor offer zij daarvoor moeten.betalen: Wij hebben dat gedaan vanuit Gods liefde, die ons een dergelijke macht die genade om niet verleend heeft! Als jullie nu ook de liefde van God !n je hebben, die jullie door ons hebben leren kennen, doe dan wat deze liefde jullie gebiedt; want er zijn vele armen om ons heen, die jullie liefde nodig hebben! Maar voor hetgeen wij in naam van de Heer voor jullie hebben gedaan bestaat geen tarief meer zoals vroeger, maar vanaf nu tot aan het einde der tijden doen wij dat voor niets; want ook wij hebben die uiterst kostbare genade om niet van God ontvangen voor het heil van ieder mens die werkelijk gelooft in de God die wij verkondigen, zich aan Zijn geboden houdt, Hem boven alles liefheeft en zijn naaste als zichzelf ,
Hoofdstuk 200: Het onderwijzen van leraren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Wanneer de mensen dan vrijwillig het een of ander voor jullie doen of geven, dan kunnen jullie dat ook zonder bezwaar in alle liefde en vriendelijkheid aannemen. Maar van de armen moeten jullie ook onder deze voorwaarde niets aannemen, maar jullie moeten hen bovendien nog in alle liefde en vriendelijkheid ondersteunen, zodat zij zich volledig bewust worden van Gods eeuwige liefde en vriendelijkheid.
Hoofdstuk 200: Het onderwijzen van leraren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Nu heb Ik met name aan jullie Essenen bekend gemaakt hoe het in de toekomst met alles gesteld moet zijn en ook zal zijn, en wat Mijn echte leerlingen moeten doen en kunnen verwachten, en nu kunnen wij deze heuvel dan ook verlaten en ons naar beneden naar de herberg begeven, waar het ochtendmaal al klaar staat. Daarna zullen wij pas beginnen aan het werk, ter wille waarvan jullie Mij in het volste geloof gevraagd hebben om naar jullie toe te komen.
Hoofdstuk 200: Het onderwijzen van leraren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Wat Ik hier echter tegen jullie gezegd heb, houd dat voorlopig voor jezelf, aangezien Ik het ook zonder vreemde getuigen op deze eenzame heuvel aan jullie heb toevertrouwd; maar degenen die in jullie voetsporen zullen treden, moeten jullie hiervan volledig op de hoogte stellen! Want als iemand niet weet hoe hij zijn ambt moet vervullen en er niet van op de hoogte is wat het ambt inhoudt, hoe zal hij het dan uitoefenen? Daarom moet iedereen die Mijn ambt op aarde onder de mensen wil uitoefenen, daar goed in thuis zijn en zelf werkelijk geheel en al van alles overtuigd zijn, anders is en blijft hij een dode en blinde leraar!
Hoofdstuk 200: Het onderwijzen van leraren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Want een leraar die in Mijn naam waarachtig en overtuigd onderricht, heeft meer nodig dan kennis om de Schrift te lezen en die vervolgens aan andere mensen voor te lezen. Ik zeg jullie: de letter is dood en ook degene die hem alleen maar leest terwijl hij hem zelf niet begrijpt en er dus ook niet naar handelt, opdat hij in de geest zal ontwaken en tot het leven komt; de geest alleen maakt levend en geeft het juiste begrip en de daadkracht.
Hoofdstuk 200: Het onderwijzen van leraren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Zoals jullie nu door God onderricht zijn, moet in de hele verdere toekomst ook iedere ware leraar eerst door God onderricht zijn, voordat hij een goddelijk ambt op zich neemt; want als een mens in wat voor vak dan ook een goede arbeider wil worden op het niveau van een meester , moet hij dat toch eerst wel van een meester in dat vak leren. Bij dit vak echter, waar het om het belangrijkste en heiligste van ieder mens gaat, ben Ik alleen de Meester. Wie dus de mensen daarin met het juiste resultaat wil onderwijzen, moet dat dan ook eerst van Mij leren!
Hoofdstuk 200: Het onderwijzen van leraren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Daarom zei Ik tegen jullie dat degenen die in jullie voetsporen zullen treden en het ambt dat Ik jullie nu toevertrouw zullen voortzetten, goed onderwezen moeten zijn in al die dingen die Ik jullie nu hier heb toevertrouwd. Voor de andere mensen is het echter genoeg dat ze werkelijk in Mij geloven, Mij boven alles liefhebben en de naaste als zichzelf Want dat omvat alles van Mozes, de wet en alle profeten; en het resultaat daarvan is het eeuwige leven en in het tegenovergestelde geval de eeuwige dood, waaruit een ziel nauwelijks tot het leven zal ontwaken.'
Hoofdstuk 200: Het onderwijzen van leraren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Ik zei, terwijl wij de heuvel reeds afliepen: 'Jullie hebben zelf nog lang niet alles van Mij geleerd wat jullie nodig hebben om het ambt dat Ik jullie toevertrouwd heb helemaal goed uit te kunnen oefenen, en toch zullen jullie binnenkort zonder Mijn persoonlijke aanwezigheid al het resterende van Mij leren! Want ook al ben Ik niet lichamelijk als persoon aanwezig zoals nu, dan ben Ik dat echter wel in de geest van Mijn liefde, wijsheid, macht en kracht; en deze geest zal jullie altijd leren wat jullie moeten doen en spreken. Hij zal jullie de woorden die jullie moeten spreken, in je hart en in je mond leggen.
Hoofdstuk 200: Het onderwijzen van leraren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472  ...