Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 459 van 1112

...  447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472  ...
[5] Waarlijk, ook een slok fris water, die jullie liefde aan een dorstig mens heeft aangeboden, zal door Mij beloond worden!
Hoofdstuk 101: De oorzaak van de nood op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Allen zeiden: 'Ja, Heer en Meester; maar het is treurig dat wij mensen in deze wereld, die zeer zeker al een volmaakte hel is, de hemel moeten bevechten! Weliswaar is de hemel al heel vaak onder de mensen gevestigd geweest in deze wereld, maar dat duurde iedere keer maar een korte tijd! Maar al te gauw deed de aloude hel zich gelden onder de mensen en maakte hen tot duivels; slechts zeer weinigen in een verborgen uithoek van de aarde lukte het om helemaal in stilte de hemel in stand te houden en te bewaren. Zou dat op deze aarde echt niet anders kunnen worden? Zal deze aarde voor altijd een oogstveld van de dood blijven en een eeuwig graf van alles wat ademt en leeft?'
Hoofdstuk 101: De oorzaak van de nood op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Ik zei: 'Zou er iemand met zijn lichaam kunnen leven op een aarde die niet uit allerlei materie en haar elementen zou bestaan? Maar wat is alle materie, en wat zijn haar elementen? Dat is het geestelijke, dat door Gods almacht gericht is en vastgehouden wordt, maar dat het vermogen in zich heeft om steeds vrijer en zodoende ook steeds zelfstandiger te leven!
Hoofdstuk 102: De taak van de menselijke ziel op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Dan komt het op het ware verstand en de wil van de ziel zelf aan om zich van alle banden van de oude, onder het gericht staande materie vrij te maken en zich niet weer door de materiële wereldse lusten als het ware opnieuw gevangen te laten nemen en te laten verslinden.
Hoofdstuk 102: De taak van de menselijke ziel op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Kijk maar naar al die grote koninkrijken op de jullie bekende aarde! Waar zijn de vroeger zo machtige koningen van Babylon, van Nineve en van Griekenland, en de machtige Egyptenaren en hun farao's? Ze zijn allemaal verdord; en zo zal het ook met die grote rijken in de toekomst gaan, vanwege hun woeker en hun te grote heerszucht! Want de al te zelfzuchtige woeker, de te grote heerszucht en de zucht om te schitteren vormen de eigenlijke satan, een vorst van deze wereld die -omdat hij geen enkellevenslicht uit de hemelen bezit -volkomen de hel zelf is, en aan wie het wel toegestaan is om zich ter beproeving van de vrije wil en zijn liefde tot een zekere hoogte te verheffen; maar als die hoogte overschreden wordt, komt het gericht, en dan worden de hel en satan in de afgrond van het verderf gestort. Blijf dus allemaal in Mijn leer en strijd met zuivere liefde, goede wil en alle zachtmoedigheid en deemoed tegen de hel en tegen de satan, dan zullen jullie daarvoor de overwinningskroon van het eeuwige leven ontvangen en reeds op deze aarde een waar Godsrijk stichten!
Hoofdstuk 101: De oorzaak van de nood op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Tot aan de mens zorgt Gods liefde, wijsheid en macht er geheel en al voor dat de ontwikkeling van het oergeestelijke leven, dat in wereldse materie verdikt en verhard vastgehouden wordt, stap voor stap in een steeds grotere voleinding overgaat en zich verder ontwikkelt; maar bij de mens, als sluitsteen van de ontwikkeling van het geestelijke oerleven, verloopt dit noodzakelijkerwijs anders. Wat zijn materiële lichaam betreft is de inrichting ervan ook nog voor het grootste deel afhankelijk van Gods liefde, wijsheid en macht, -maar zo is het niet met de ontwikkeling van de ziel en haar geest. Aan die ziel is inzicht gegeven, verstand, een vrij denkvermogen, een volkomen vrije wil en de kracht om te handelen zoals zij denkt dat het goed en nuttig is.
Hoofdstuk 102: De taak van de menselijke ziel op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] 'Ja', denken jullie nu bij jezelf, 'maar hoe kan de zwakke mens zich ooit onttrekken aan de alom heersende macht van Gods handen?' Een mens, wiens ziel nog in allerlei materiële wereldse lusten vastzit, kan dat natuurlijk nooit ofte nimmer; maar daarom heeft God de mens het grote vermogen geschonken om zelf in het bezit te komen van Gods macht. Als hij zich die eigen heeft gemaakt, dan is hij ook even volmaakt in alles als de Vader in de hemel; hij is dus zelf de macht van God geworden, en die kan en zal zichzelf eeuwig nooit overwinnen, richten en gevangen nemen.
Hoofdstuk 102: De taak van de menselijke ziel op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Maar waaruit bestaat die macht van God in de mens? Die bestaat uit de ware en zuivere liefde voor God, uit de alles overtreffende wijsheid daarvan en daardoor uit de juiste liefde voor de naaste, en verder uit zachtmoedigheid en deemoed evenals zelfverloochening tegenover de bekoringen van de kant van de wereld. Wie in dat alles sterk is geworden, heeft de macht van God reeds in zich en is door de eenwording van de machtsgeest uit God met de ziel volledig één geworden met God en heeft zichzelf daardoor verheven boven de dwang van tijd en ruimte en daarmee ook boven ieder gericht en iedere dood. Hij is een zelfstandig heerser geworden in en vanuit God en hoeft de 'toorn Gods' -die bestaat uit Zijn almachtige en alles vermogende wil, waarvan de onbuigzame ernst ieder schepsel zijn vastheid in tijd en ruimte geeft -eeuwig even weinig meer te vrezen als God Zichzelf hoeft te vrezen, omdat de mens één is geworden met God op de manier die Ik jullie nu duidelijk heb uiteengezet.
Hoofdstuk 102: De taak van de menselijke ziel op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ik zei: 'Jij meent het wel goed met de mensen, maar toch zou het volkomen vergeefse moeite zijn! Ik zou alleen maar de wil van de mens geweld aan hoeven doen -zijn wil die vrij moet zijn, omdat de mens anders geen mens zou zijn; maar als Ik dat zou doen zou de mens al gericht zijn en zou hij zich nooit kunnen verheffen tot een zelfstandige levensvrijheid.
Hoofdstuk 103: De weg van de mensen naar het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Toen de vier personen zich gesterkt hadden, zei Ik tegen de man, die de vrouwen het kind, een meisje van twaalfjaar, had: 'Luister, vriend, jij bent wat je afstamming betreft een Jood, maar je bent ten tijde van de Babylonische gevangenschap - natuurlijk in je voorvaderen - met nog tweehonderd mannen, vrouwen en kinderen helemaal naar het verre India gevlucht.
Hoofdstuk 104: De reizigers voor de herberg (5.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Jullie voorvaderen, die zich op die verre reis met vruchten en wortels hadden gevoed, onderzochten het dal, dat vele uren reizen lang was, in alle richtingen en troffen alles aan wat nodig was om te leven, alleen geen mensen of een of ander soort woonhutten, waaruit ze hadden kunnen afleiden dat dit dal al eens door mensen bewoond was geweest.
Hoofdstuk 104: De reizigers voor de herberg (5.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Vriend, die vergadering van het volk, voor het kiezen van een koning uit de zevenhonderd patriarchen, vond volgens onze tijdrekening dertig jaar geleden plaats, en het volk onthield zich er tot op dit uur des te meer van een koning te kiezen, omdat onze wijzen na een jaar weer terugkwamen en ons waarheidsgetrouw en heel uitvoerig vertelden, hoe en waar zij de pasgeboren koning der joden hadden gevonden, en wat voor ongehoorde wonderen uit de hemelen Zijn geboorte en Zijn bestaan op aarde verkondigden en verheerlijkten!
Hoofdstuk 105: De Indo-joden doen verslag van het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Kijk, zo is de nieuwe koning van de Joden en ook van de heidenen en Hij laat Zich altijd graag en zeker vinden door de mensen die Hem met de ware liefde in hun hart zoeken! En aangezien jullie Hem op die manier Zoeken, zullen jullie Hem ook zeker vinden; want Hij zal jullie Zelf onverwacht tegemoetkomen! ,
Hoofdstuk 105: De Indo-joden doen verslag van het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Maar Ik zei: 'Sta op, Mijn lieve kinderen; want de Vader wil door jullie niet, zoals bij de heidenen, als een afgod aanbeden worden, maar enkel en alleen waarachtig bemind worden! Want vanwege jullie liefde voor Hem heeft Hij Zich hier door jullie ook laten vinden! Ik ben Degene die jullie zochten. Maar sta nu op en wees vrolijk en opgewekt! Kom nu aan deze tafel zitten en laaf je met de wijn waarmee Ik jullie bekers zal vullen! Jij, dochtertje van de lieflijkste soort, kom samen met je moeder aan Mijn rechterhand zitten en jullie, beide mannen, kom aan Mijn linkerhand zitten! We hebben nog een uur tot middernacht, en wij zullen met elkaar nog over heel belangrijke dingen spreken.'
Hoofdstuk 107: Het meisje herkent de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Hierop keek Ik naar de lege bekers, en die werden op hetzelfde ogenblik gevuld met de beste en zuiverste wijn, waarover de vier zich uitermate verbaasden.
Hoofdstuk 107: Het meisje herkent de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  447 - 448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472  ...