Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 460 van 1166

...  448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473  ...
[1] Toen de hoofdman dat van Mij gehoord had, wendde hij zich direct naar de vermeende jongeman en zei tegen hem: 'Luister, mijn jonge en zeer bevallige vriend! Hoe komt het eigenlijk dat jij je in je jonge jaren in het eten en drinken wel haast met een reus zou kunnen meten en het je geen schade toebrengt?'
Hoofdstuk 131: De vraag naar de persoonlijkheid van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Rafaël zei: 'Maar wat mijn kracht betreft ben ik ook een reus, ook al lijk ik dat niet te zijn wat mijn gestalte betreft! Als je wilt, kan ik je direct een staaltje laten zien!'
Hoofdstuk 131: De vraag naar de persoonlijkheid van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] De hoofdman stond op en onderzocht en bekeek de zuil eerst goed en zei toen: 'Ja, mijn beste jonge vriend, het gewicht van deze zuil is nauwelijks te schatten; ik denk dat onze huisheer Lazarus ons daar meer over zou kunnen vertellen.'
Hoofdstuk 131: De vraag naar de persoonlijkheid van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] De hoofdman zei: 'Ja, zo zwaar had ik hem ook op zijn minst geschat! En wat ga jij, mijn beste jonge vriend, nu met deze geweldig zware zuil doen?'
Hoofdstuk 131: De vraag naar de persoonlijkheid van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Toen hij klaar was met deze krachtproef, zei hij (Rafaël), vriendelijk glimlachend, tegen de buitengewoon verbaasde hoofdman: 'Welnu, mijn vriend, begrijp je nu waarom ik iets meer eet dan een ander mens?!'
Hoofdstuk 131: De vraag naar de persoonlijkheid van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] De hoofdman zei: 'Dat is naar mijn oordeel heel gemakkelijk te begrijpen! Degene aan wie Hij bij het een of bij het ander meer kracht wil geven, hetzij voor altijd of ook voor een moment, die heeft die kracht dan ook; mij en ook heel veel andere mensen heeft Hij echter slechts zoveel kracht gegeven, als voor mij als gewoon mens nodig is.
Hoofdstuk 131: De vraag naar de persoonlijkheid van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] De Heer heeft jou daarover goed onderricht en jij hebt de les ook begrepen, hoewel jij zelf nog nooit een ziel hebt gezien die het lichaam reeds verlaten heeft. De Heer had bij de waard in het dal jouw ogen daar al voor kunnen openen, zodat jij onmiddellijk zichtbaar contact had kunnen krijgen met de zielen van gestorvenen; maar het behaagde Zijn wijsheid omjou eerst hier te laten zien wat jou voor een echt geloof nog ontbreekt. En die taak heeft de Heer mij nu in handen gegeven en ik heb mij dan ook reeds bij het eten zodanig gedragen, dat ik jou wel moest opvallen. Ik kan jou behalve mijn krachtproef nu ook nog wel andere bewijzen geven, als je die verlangt!'
Hoofdstuk 131: De vraag naar de persoonlijkheid van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Daarna kwam de hoofdman pas weer aan het woord en zei: 'Ik heb nu al iets bedacht en vraagje om mij een bekende geest te laten verschijnen, zodat ik zelf met hem kan praten en hij mij vrij uit zichzelf antwoord kan geven en mijn geloof doet opleven. Wij hebben immers al veel bekenden, die vóór ons aan gene zijde zijn, ook onze ouders en enkele kinderen; als één van hen aan mij verschijnt, zal ik hem toch zeker wel herkennen?! Wanneer je ook zoiets kunt, doe dat dan; ik zal je er dankbaar voor zijn!'
Hoofdstuk 132: Over het bezweren van geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] De hoofdman zei: 'Mijn mooie jonge vriend, wanneer jouw reuzenkracht af zou hangen van het feit dat jij ongeveer vier keer zoveel eet als een van ons, zou je nog lang niet zo met deze zware zuil kunnen spelen alsof je met het gewicht van een veertje te maken had; want dan zou je wel voor honderd mensen moeten kunnen eten, omdat er naar mijn mening wel de kracht van honderd mensen voor nodig is om deze zuil de baas te worden. Jouw reuzenkracht lijkt dus een heel andere oorzaak te hebben! En ik zal er waarschijnlijk niet al te ver naast zitten, als ik zeg dat achter jouw ongehoorde reuzenkracht deze Meester van alle meesters, een ware God aller goden zit! - Wat denk je van deze mening van mij?'
Hoofdstuk 131: De vraag naar de persoonlijkheid van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Toen de hoofdman deze woorden van Rafaël gehoord had, zei hij: 'Heel goed; als je dat kunt doen zonder mijn lichamelijke gezondheid nadelig te beïnvloeden, doe het dan!'
Hoofdstuk 132: Over het bezweren van geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Tegelijk zag ik echter ook mijn metgezellen, de waard en de leerlingen van Johannes, ik zag ook hun meester en boorde wat hij tegen hen zei.
Hoofdstuk 133: Het verslag van de hoofdman over wat hij helderziend waargenomen had - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik heb namelijk eens heel levensecht gedroomd van een van mijn liefste broers, dat wij in Athene bij elkaar waren en met elkaar over een belangrijke aangelegenheid spraken. Ik was destijds nog in Rome en deze broer op het eiland Rhodos, waar hij werk te doen had. Ik schreef de droom die ik had op, om hem niet te vergeten. Maar een half jaar later kwamen ik en deze broer werkelijk in Athene bij elkaar, op dezelfde plaats waar we in mijn droom samengekomen waren, en het onderwerp van ons gesprek was, alhoewel met enigszins andere woorden, hetzelfde als waar wij in de droom reeds een half jaar eerder over gesproken hadden.
Hoofdstuk 134: De droom van de hoofdman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Na het gesprek vroeg ik mijn broer of hij een halfjaar eerder in die en die nacht niet ook een dergelijke droom had gehad, zoals ik, en liet mijn broer bij deze gelegenheid de getrouwe aantekeningen zien, die ik meegenomen had naar Athene. Hij las die heel aandachtig door en verwonderde zich er erg over, dat mijn in zekere zin profetische droom nu in Athene bijna letterlijk werkelijkheid was geworden, maar hij verzekerde mij ook, dat hij daar nooit een droom over had gehad en ook niet het minste vermoeden had, dat wij elkaar in Athene zouden zien en spreken. Over het te bespreken onderwerp had hij wel vaak nagedacht en hij had mij daarom in Rome willen bezoeken. Ook had hij dikwijls een sterk verlangen naar mij gehad, maar dat wij elkaar zo heel toevallig in Athene zouden treffen, zien en spreken, daarvan had hij, zoals gezegd, geen enkel vermoeden en nog minder een soortgelijke droom gehad.
Hoofdstuk 134: De droom van de hoofdman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] O, maar nu heeft ook ieder woord dat ik uit de meest waarachtige heilige mond van de Meester der meesters gehoord heb, voor mij ook pas zijn ware en werkelijke waarde, en ik zal mij ervoor inspannen om deze leer niet alleen bij mijzelf door middel van daden te realiseren, maar ook duizenden naar deze weg te leiden en hen erop te zetten!
Hoofdstuk 134: De droom van de hoofdman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Daarop zei de hoofdman, vol verbazing: 'Luister, mijn jonge, goede vriend, jij moet beslist al in het moederlichaam begonnen zijn deze levensweg te gaan, anders is het niet voorstelbaar dat een mens op jouw jonge leeftijd zich tot zo'n levenshoogte kan ontwikkelen! Maar hoe het ook zij, het is genoeg dat jij je in een volkomen levensvoleinding bevindt. Maar wanneer jij ook eenmaal dit lichaam van jou zult afleggen, zul jij dan nadien als een zuivere geest met de mensen van deze aarde kunnen omgaan zoals nu?'
Hoofdstuk 137: Raphaël maakt zich als geest bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  448 - 449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473  ...