Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 47 van 91

...  35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60  ...
[3] De toenmalige hogepriester was evenwel van mening dat het met de nieuw gebouwde Ark net zo zou gaan als met de opnieuw opgebouwde tempel na de Babylonische gevangenschap; maar hij heeft zich erg vergist. Want met de nieuwe Ark des Verbonds ging het helemaal niet meer -vandaar dat de latere hogepriesters ook zonder enig gewetensbezwaar het Allerheiligste tegen betaling van een offer door de Romeinen en Grieken net zo lieten bezichtigen als elke andere plaats; want er overkwam niemand die in de buurt van de nieuwe Ark des Verbonds kwam, enig kwaad.
Hoofdstuk 180: De ontaarding van de Joodse leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Maar tamelijk hoog in de lucht vloog er een Arabische reuzenadelaar, die vanuit zijn hoge positie al gauw de sluipende jakhals zag; hij liet zich vanaf zijn hoogte pijlsnel bovenop hem vallen en droeg hem ondanks zijn verzet hoog de lucht in. Toen liet hij hem vallen op een plaats die overal erg steenachtig was. Begrijpelijkerwijze bezorgde dat de jakhals de dood; de adelaar daalde snel naar beneden, overtuigde zich ervan dat de jakhals werkelijk dood was, pakte hem opnieuw in zijn klauwen en vloog met hem in zuidelijke richting naar een gunstige plek, waar de jakhals samen met de door hem opgegeten gazelle de reuzenadelaar tot ontbijt moest dienen.
Hoofdstuk 180: De ontaarding van de Joodse leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Daarop ging ze opnieuw naar haar slaapkamer en keek daar rond, en op de plaats waar haar meeste goden hadden gestaan trof ze een kist aan van zwart ebbenhout, voorzien van slot en grendel. Ze maakte de kist open en zag dat die vol Romeinse zilveren munten zat, die een flinke waarde hadden.
Hoofdstuk 181: De huisgoden in de herberg worden vernietigd (27.4.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Kijk maar eens naar de zon, die toch zeker de grootste weldoenster voor de aarde en alle schepselen is; want door haar licht en warmte komt alles opnieuw tot leven en groeit en wordt sterk. Het plantenrijk spruit als het ware nieuw uit de bodem van de aarde, zet vrucht binnen de orde van iedere soort, in de bomen komt de sapstroom op gang, ze krijgen knoppen, bladeren, bloesem, en daarna volgt de geleidelijk aan rijpende vrucht.
Hoofdstuk 183: De strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Toen Ik zag dat het Joodse volk opnieuw geen acht meer begon te slaan op Mijn vermaningen, wekte Ik de Romeinen op; die kwamen met een machtig oorlogsleger, veroverden niet alleen het Beloofde Land, maar bovendien nog veel meer van Azië, en stelden hardvochtige leenvorsten over de Joden en ook voor andere volkeren aan, maar lieten hen toch hun geschriften en godsdienst houden.
Hoofdstuk 187: De liefde van de Heer voor het Joodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Het oude Verbond zal ophouden te bestaan, zoals ook de profeet Daniël reeds heeft voorspeld, en er zal een nieuw Verbond gesloten worden, waarbinnen ook alle heidenen erfgenamen en bezitters van het rijk Gods worden. Want de Romeinen hebben het Beloofde Land al een keer veroverd, maar daarin niets verwoest; korte tijd na Mij zullen de Romeinen het opnieuw veroveren en het dan zodanig verwoesten, dat van de vele steden - Jeruzalem niet uitgezonderd - niet één steen op de andere zal blijven, en korte tijd daarna zal men niet eens meer kunnen vaststellen op welke plaats de ene of de andere stad heeft gestaan.
Hoofdstuk 187: De liefde van de Heer voor het Joodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Wie niet met de wenenden weet te wenen, met de lachenden te lachen, met de opgewekten zelf opgewekt en met de ernstigen zelf ernstig te zijn, is nog niet geschikt om Mijn rijk op aarde te verbreiden en lijkt in dat opzicht op een landman die bij het omploegen van een veld wel zijn hand aan de ploeg slaat, maar steeds achter zich kijkt om te zien hoe de voren liggen; daarbij vergeet hij de ploeg, die scheef ging door te weinig oplettendheid van de ploeger, en er rest hem niets anders dan de ploeg terug te trekken naar de plek waar hij nog recht ging, om daar weer opnieuw te beginnen met ploegen.
Hoofdstuk 189: De moeilijkheid van het ambt van leraar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Dat kun je nu natuurlijk nog niet geheel begrijpen en inzien, omdat de wereld jouw ziel nog in zijn greep houdt; maar als jouw ziel vrij wordt door Mijn geest in haar, zal deze zichtbare wereld voorjou vergaan, dat wil zeggen: als je dat wilt zul je haar nog altijd kunnen zien, maar de materie, die nu voor jou overal hard is, en de daarin wonende krachten zullen je op geen enkele manier meer enige weerstand kunnen bieden. En je zult vanuit je eigen innerlijk zelf een wereld kunnen scheppen die voor jou, zolang jouw wil die in stand wil houden, een even volmaakte ondergrond zal zijn om te wonen als nu deze aarde voor jouw lichaam een ondergrond vormt om te wonen en bezig te zijn.
Hoofdstuk 195: De alomtegenwoordigheid van de Heer en Zijn almacht Over het wezen van de ziel en het proces van het zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Hierna zorgde de waard direct voor het brood en de wijn en ging toen naar de keuken om naar het lam te kijken, dat klaargemaakt was om te braden. Hij verwonderde zich daar al niet zo erg meer over, omdat hij de andere wonderen al had gezien en hij dit wonder ook heel begrijpelijk vond; maar zijn keukenpersoneel was des te meer verbaasd, evenals zijn vrouw.Want terwijl wij op de berg verbleven, was zij in de kleine, aan de herberg grenzende moestuin om welriekende kruiden te verzamelen voor de vis die 's avonds klaargemaakt zou worden, en ze was echt geschrokken toen voor haar ogen de anders schraal uitziende moestuin plotseling opnieuw groen werd en een overvloed bood van alles wat er voor het huis nodig was.
Hoofdstuk 205: De verbaasde dienaren vangen en temmen de olifanten (13.5.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Als wij Romeinen niet zo machtig zouden zijn als wij zijn, zou jullie hoogmoed en jullie heerszucht ons allang uit jullie land hebben verdreven! Maar wij zijn tegenwoordig een groot en dapper volk en houden ook jullie Mozes en jullie profeten in ere; maar voor jullie hebben wij geen vrees en wij verachten in jullie wat al lange tijd veracht diende te worden. En ik wil jullie wel zeggen dat wij jullie bedrieglijke spel niet lang meer zullen aanzien, en als wij opnieuw zullen komen, met de wapens in de hand, zullen jullie er niet zo schappelijk vanaf komen als destijds, toen wij voor het eerst jullie land zijn binnengedrongen en jullie aan ons hebben onderworpen.
Hoofdstuk 244: De kritiek van de waard op de Joodse priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] De engelengeest voerde mij weg naar een mij volkomen onbekend zonnegebied -waar eveneens planeten rond een zon cirkelden, net als hier -en toonde mij heel duidelijk dat de juiste zorg voor dit gebied aan hem was toevertrouwd; want alles gehoorzaamde uiterst nauwgezet aan zijn woord. Daarbij stroomde alle kracht in hem binnen alleen maar door zijn eigen wil op te laten gaan in die van U, die hij als de enig ware en juiste heeft herkend, waardoor hij er dus geen moeite mee had zich aan de hogere wil te onderwerpen en die uit te voeren.Al de wonderbaarlijke diersoorten en planten die ik heb gezien, waren zijn gedachten. Die plaatste hij, nadat ze in zekere zin door U onderzocht waren en vastgesteld was dat ze getrouwe evenbeelden van Uw grondgedachte waren, buiten zichzelf en fixeerde ze door de gedachte in zichzelf vast te houden en door die in de materie vorm te geven. Zo werd er iets geschapen.
Hoofdstuk 12: De innerlijke belevenis van Phoikas - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Ik zei tegen Phoikas: 'Mij verheugt deze gezindheid van jou des te meer, omdat al je streven er tot nu toe alleen op gericht was aardse schatten te vergaren, waar het jou nu dan ook bepaald niet aan ontbreekt. Maar omdat je vroegere leefwijze je nu, nadat de geest in jou ontwaakt is, armzalig en weerzinwekkend voorkomt -wat immers ook niet anders kan zijn, aangezien die alleen uit de materie voortsproot -staatje toch niets in de weg om die geheel en al op te geven.
Hoofdstuk 14: De Heer neemt afscheid van de herberg - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Toen sloeg Ik je in boeien, en zie, diezelfde kracht staat hier in persoon voor je en zegt tegen je: Ik ben de God die tot nu toe niet zichtbaar was! Herken je Mij nu? Keer om naar het Vaderhuis, opdat je bevrijd wordt van je boeien en de plaats inneemt die je toekomt! Ziehier de schare van hen die voor Mij knielen, losgemaakt van jou, in zichzelf tot leven gebracht door Mijn adem en voor altijd Mij toegewend! Geef je trots op, laat de warmte van Mijn liefde in je blazen -dan verstuift alle materie tot niets!'
Hoofdstuk 16: De Heer en Lucifer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[25] Als er nu een verandering aangebracht moet worden, omdat de kristallen niet helemaal zuiver zijn uitgevallen, moeten ze door warmte (liefde) opgelost worden, om daarna opnieuw uit te kristalliseren tijdens het afkoelen van het warme liefdewater, wat gelijkstaat aan het vrijgeven van hun wil. Nu vormen zich weer nieuwe, mooie kristallen, en iedere voorzichtige chemicus zal op die manier zo mooi, helder en groot mogelijke kristallen weten te verkrijgen, die beantwoorden aan zijn doel.
Hoofdstuk 17: De onthulling van het scheppings en verlossingsplan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Toen wij nu aan tafel zaten, vroeg Raël opnieuw waar hij Mij dan eigenlijk al eens had gezien; want hij kon zich niet herinneren wanneer dat gebeurd was.
Hoofdstuk 20: Raël vertelt zijn levensverhaal - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60  ...