Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 47 van 373

...  35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60  ...
[3] Kijk, de ware zorg van de geest is erop gericht dat jullie hart van liefde vervuld wordt voor God en de naaste!
Hoofdstuk 163: Het terugbrengen van het verlorene. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Deze les moeten jullie vóór alles onthouden en er in je hart diep over nadenken, dan zullen jullie de lichte levenswegen beginnen te ontdekken en daardoor al het andere goed gaan waarnemen!
Hoofdstuk 163: Het terugbrengen van het verlorene. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Of denk je dat koningen door Mij hoger aangeslagen worden dan hun minste dienaars, alleen maar omdat zij machtige koningen zijn? O, helemaal niet! Alleen het hart is bepalend. In zijn hart moet de koning weten waarom hij koning is en de dienaar, waarom hij een dienaar is, anders staan zowel koning als knecht op dezelfde, lage trap.
Hoofdstuk 164: Koningen en dienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Degene uit ons ambt en onze stand die zich echter verheft, wordt zeker zeer gedeemoedigd, zoals wij dat heel goed kunnen..zien in de gehele rij der koningen van Judéa. Zoals het was, zal het blijven tot aan het einde der wereld! Het is moeilijk goud en edelstenen te dragen en daarbij toch in het hart deemoediger te zijn dan elke onderdaan! Alleen de genade van de Heer en grote erbarming kan een koning die temidden van zijn aardse glans leeft, in staat stellen om de hemelse orde te bewaren!"
Hoofdstuk 165: De gevaren van de hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Bij deze woorden sloeg Cornelius zijn armen om Mij heen, drukte Mij haast krampachtig aan zijn hart en bedekte Mijn hoofd met warme kussen en tranen van diepe vreugde. Nadat hij op deze wijze lucht had gegeven aan de drang van zijn edele hart, liet hij Mij zachtjes weer los en zei diep ontroerd: "Heer, Meester, God en Schepper der geestelijke en materiële oneindigheid! Beveel mij toch wat voor goeds ik nu moet doen! U kent toch mijn hart!"
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] IK zeg: " Jij kent Mijn hart ook! Doe, wat je hart je ook maar in Mijn naam zegt, dan heb je voor jou en voor Mij genoeg gedaan! omdat je Mij hier echter door de drang van je hart met kracht tot je hebt getrokken zoals dat nog niemand heeft gedaan, zal ook Ik je nog op deze aarde kort na Mijn verhoging op andere wijze met kracht tot Mij trekken, waardoor jij, noch een lid van je huis, de lichamelijke dood zult zien, voelen of smaken!
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[28] IK zeg: "Zeker, maar hij is al bij de grote visvangst in Genezareth met zijn gehele huis in ons net gekomen en het meisje was daarbij één van de waardevolste visjes! Háár leer je nog wel beter kennen en je zult veel plezier aan haar beleven. Wat betreft zielewijsheid en zuiverheid van hart zijn er hier maar zeer weinigen die zich met haar kunnen meten! Dit getuigenis geef Ik het meisje, wil je nog een beter en geloofwaardiger?"
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] IK zeg: "Omdat jijzelf een veel wonderbaarlijker wezen bent dan alle grote zonnen en werelden bij elkaar! In het hart van de mens ligt een veel wonderbaarlijker hemel verborgen dan de grote, die je met je ogen ziet.
Hoofdstuk 170: Het tegenstrijdige tussen willen en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Ik zal je nog een voorbeeld geven! Stel dat je er alles voor over zou hebben een arme, die bij je kwam, te helpen. Hoewel je zelf geen cent bezat, zou je de arme toch met alles wat maar mogelijk was willen helpen! Omdat je zelf geen geld hebt, ga je naar mensen met geld en vraagt hun met al je overredingskracht om hulp voor jouw arme, maar de hardheid van hart der rijken maakt dat je niets krijgt en dat je de arme met tranen in je ogen zonder ondersteuning verder moet laten gaan en hem toevertrouwt aan God de Heer .
Hoofdstuk 171: Het geestelijk opnieuw geboren worden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Of we nu wat meer of minder domme dingen zeggen, verandert de verhouding tussen ons en de Heer niet in het minst, want wij zijn zelf in alles helemaal niets vergeleken bij de Heer en dat er in ons iets voor Hem is, komt omdat Hij door Zijn genade in ons hart is.
Hoofdstuk 172: Cornelius en Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] CORNELIUS zegt: "Jawel, jawel! Maar, liefste Jarah, weet je, het is juist dáárom wat moeilijk, omdat, zoals ik al heel duidelijk begin te voelen, je hart werkelijk te veel zuivere wijsheid bevat. O, verder ben je uitermate aanvallig en lief en men zou dagenlang naar je kunnen luisteren, maar vragen aan je stellen of vragen van je krijgen, is toch wel Iets geheel anders. Het vragen gaat snel genoeg, maar daarna komt het antwoord en dat ziet er bij mij nog maar povertjes uit!
Hoofdstuk 172: Cornelius en Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] JARAH zegt: "Zo gaat het nu met een arm meisje; als zij óók iets weet, durft niemand met haar te praten! Daarom zou het voor haar haast beter zijn wat minder te weten, om niet lastig te worden voor de wijzere vrienden! Maar wat kan ik nu doen?! Minder gaan weten dan ik weet is onmogelijk, want ik kan het licht van mijn hart niet zwakker maken dan het is. Dit licht geeft mij in steeds overvloediger mate de liefde tot de Heer, de heiligs te Vader der vaderen van alle aardse vaders! Ja, als het mij mogelijk zou zijn mijn enige en uitsluitende liefde ooit ook maar iets te doen afnemen, dan zou ik ook zeker meteen dommer worden, maar zoiets is mij onmogelijk! En wat ik daarom door dit licht weet, is niet mijn, maar des Heren kennis in mijn hart en niemand hoeft er daarom voor terug te schrikken; zoals ook ik niemand behoef te vrezen! Daarom moet u, nobele vriend Cornelius en u, edele Mathaël, ook met mij kunnen spreken! "
Hoofdstuk 172: Cornelius en Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Een basisregel is daarom: De mensen moeten vóór zij enige kennis vergaren, eerst echte mensen worden, omdat anders iedere kennis hen veel meer schaadt dan baat. Want alle wetenschap houdt slechts het verstand bezig, dat haar zetel in de hersenen heeft. Maar het hart als fundament van het leven blijft onbehouwen, ruwen woest, zoals dat van een roofdier. En het begaat mét behulp van de wetenschap nog meer kwaad dan zónder die kennis, want bij een goddeloos hart is de wetenschap een ware wegwijzer naar het kwade in al zijn uitingen!
Hoofdstuk 175: In de geest van ieder mens sluimeren talloze wonderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Geeft daarom, vrienden en broeders, de blinden eerst een juist levenslicht in het hart en laat pas door dat licht het verstand van de ziel verlichten, dan zal alle kennis een ware tegen voor de mens worden!
Hoofdstuk 175: In de geest van ieder mens sluimeren talloze wonderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Plato ontdekte, dat de enige en alleen ware God, ook al was Hij dan onbekend, de zuivere liefde moest zijn. Hoe meer hij over de onbekende God nadacht, des te warmer werd het in zijn hart en toen hij merkte dat deze weldoende warmte toenam en een dokter hem zei, dat dat een ziekte was, lachte Plato en zei: 'Als dat een ziekte is, zou ik nog wel meer van die ziekte in mijn hart willen hebben, want die doet mij onvoorstelbaar meer goed dan welke nog zo hoog geroemde gezondheid!'
Hoofdstuk 176: Het lot van de Goddelijke leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60  ...