Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 47 van 728

...  35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60  ...
[9] Ik zeg: 'Zijn vlees en bloed zeggen hem dat niet, maar de geest, die al zover in hem is ontwikkeld, dat hij niet ver meer af is van de algehele wedergeboorte van de geest! Maar het is werkelijk geen bijzondere eer voor jullie, dat hij jullie leraar is, in plaats dat jullie dat voor hem zijn; hij heeft echter veel op jullie voor omdat hij de schrift heel goed kent, en Ik heb hem lief zoals Ik jullie lief heb; want er is veel deemoed in zijn hart!'
Hoofdstuk 193: Op zee. De verwondering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] 'Wees maar kalm!', antwoord Ik. 'Want zolang Ik hier op aarde werk heb zal Ik bij jou wonen, samen met allen die bij Mij zijn; jouw huis zal voor Mij een rustoord zijn. Maar voor Mijn werk zal Ik het vaak moeten verlaten; geestelijk zal Ik het echter nooit verlaten!' (Daarbij leg Ik Mijn hand op Kisjonah's hart.)
Hoofdstuk 194: Het geestelijk huis van de mens. In Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zei echter tegen hen: 'Mijn beste vrienden en broeders! Vermoei je tong niet; want één woord van je hart telt bij Mij meer dan duizend nog zulke mooie woorden die de tong spreekt terwijl het hart er vaak niet veel van weet!
Hoofdstuk 195: Kis. Weerzien met Jaïruth en Jonaël. (1.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Iedereen stemde in met dit voorstel, en we stonden allen snel op van de tafels en gingen naar buiten en wel naar een ongeveer twintig vadem hoge heuvel, die aan het eind van de grote tuin zich zacht glooiend zo'n dertig pas van de zee verhief. Kisjonah zei echter, dat deze heuvel een heel mooi uitzicht over de hele zee gaf, maar daarbij toch altijd niet erg prettig was, omdat er, waarschijnlijk door de nabijheid van de zee, veel giftige slangen en adders huisden. Hij had al van alles gedaan om het ongedierte te verdrijven, maar dat had niet geholpen!
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Ik, of zoals de Joden zeggen, de Mensenzoon, strooi het goede zaad uit. (Matth.13:37) De wereld is de akker; het goede zaad zijn de kinderen van het Rijk; het onkruid zijn echter de kinderen van het kwade. (Matth.13:38) De vijand die ze zaait, is de duivel; de oogst is het einde der wereld, en de maaiers zijn de engelen! (Matth.13:39) Net zoals men het onkruid op de akker wiedt, het in bossen bindt en vervolgens verbrandt, zo zal het ook aan het eind van de wereld gaan! (Matth. 13:40)
Hoofdstuk 197: Verklaring van de gelijkenis van het onkruid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Wee degene echter, die beloftes doet en ze niet houdt als hij het wel had kunnen doen; want daarmee veroorzaakt hij een omvangrijk kwaad; want de wachtende kan dan zijn plicht niet nakomen, en degenen, die hun hoop op hem gesteld hadden, kunnen ook niet verder, en zo is het mogelijk, dat zo'n onbetrouwbare belofte duizenden in de grootste verlegenheid en droefenis stort; en dus is een niet gehouden belofte het tegengestelde van de naastenliefde en daarom het grootste kwaad!
Hoofdstuk 198: De schat in de akker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ben je echter bang, wees dan bang voor Hem die de echte Heer over leven en dood is en die de ziel van de mens verwerpen of aannemen kan.
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Wie in de goede strijd voor Mij zijn aardse leven verliest, zal het in Mijn rijk overvloedig terug krijgen; wie echter probeert om zijn aardse leven in de strijd voor Mij te behouden, is een lafaard, en de zegekroon van het eeuwige leven zal niet zijn deel zijn! Wat voor een verdienste heeft hij, als hij muggen bestrijdt en vliegen doodslaat? Ik zeg jullie: Zo'n held is zelfs als pispaal niet te gebruiken!
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Zie je echter dat de blinde aan de rand van een afgrond staat, snel er dan heen, pak hem beet en breng hem in veiligheid en breng hem dan naar het licht dat iedere blindheid der ziel geneest, en hij zal de beste, dankbaarste broeder voor je worden.
Hoofdstuk 202: De ware vrije kerk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Pas nu dringt het tot ons door wat de echte geest van Uw heilige leer is, en wij zullen deze ook met zo veel mogelijk ijver onder het volk verbreiden! Er zijn er echter nu veel naar de heidenen gegaan; we weten nauwelijks hoe we die weer terug moeten halen! Wat kunnen we daaraan doen?'
Hoofdstuk 203: Lofrede van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Geloof Mij broeder, wie goeds van plan is, zal steeds een goede wind hebben; wie echter slechts in de zin heeft, zal steeds een slechte wind hebben.
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Deze antwoordt dan: 'Ik heb altijd wel gedacht dat broer weliswaar een edel mens, maar op bepaalde punten een zonderling is! Dan ben ik toch een heel ander mens! Net zo veel als ik u eer en acht, lieve moeder, net zo zeer acht ik ook alles wat u mij geven wilt en zult, en ik neem daarom de gehele erfenis met een van dank vervuld hart aan, en de diensten die mijn broer mij wil verlenen zullen niet onbeloond blijven. Als u dat echter wilt, lieve moeder, dan zoudt u mij alvast de halve erfenis kunnen geven, zodat ik een stuk grond kan kopen en een vrouw neem?!'
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] De slechte zoon ergerde zich echter daaraan en zei tegen de biddende broer: 'Wil je dan werkelijk met je gebed de natuur de wet voorschrijven?! Wie eenmaal zover is, hetzij vader, moeder, broer of zuster, moet sterven; en daar helpt geen smeken en bidden tegen! Daarom is mijn lijfspreuk: Wat God wil, daar ben ik het mee eens!'
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Als wij ons echter de hemelse liefde eigen maken, dan weten wij dat we daarmee nooit verlies of schade kunnen lijden, maar slechts in alle opzichten steeds meer kunnen winnen als we meer geven.
Hoofdstuk 205: De liefde neemt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Nu brengen Barams mensen echter al de ochtendmaaltijd; daarom willen we omdat we urenlang voor de geest zorgden, ook een paar ogenblikken aandacht hebben voor het hongerige lichaam.'
Hoofdstuk 205: De liefde neemt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60  ...