Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 461 van 1166

...  449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474  ...
[7] Rafaël zei: 'Zeer zeker, maar alleen met zulke mensen die door hun levenswandel volgens de leer van de Heer zichzelf verheven zullen hebben tot die staat, waarin ze daar bekwaam voor zullen zijn!'
Hoofdstuk 137: Raphaël maakt zich als geest bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Rafaël zei: 'Hoe zou ik die ook maar enigszins kunnen hebben, aangezien ik immers al helemaal overgegaan ben in het eeuwige leven van de geest uit God en ik mijn lichaam dus ook in mijn macht heb! Ik kan het zelf veranderen wanneer ik wil, en kan het weer creëren hoe en wanneer ik wil -Kun je dat van mij aannemen?'
Hoofdstuk 137: Raphaël maakt zich als geest bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Rafaël zei, vriendelijk glimlachend: 'O, daarmee kan ik je wel van dienst zijn! Pak mijn arm maar eens vast en voel, of die vlees en botten heeft!'
Hoofdstuk 137: Raphaël maakt zich als geest bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] De hoofdman deed dat en zei: 'Mijn jonge vriend, jouw arm is sterk en geheel en zo sterk als van een volwassen man. Je hebt stevige spieren en sterke botten.'
Hoofdstuk 137: Raphaël maakt zich als geest bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Daarop zei Rafaël weer: 'Maar om je nu te laten zien en ervaren dat een mens, die op het hoogste en lichtste niveau van schouwen staat, ook volkomen heer is over zijn eigen lichaam, moet je mij nu nog eens bij mijn arm pakken en mij zeggen of mijn spieren nog zo stevig en mijn botten nog zo hard zijn als eerst!'
Hoofdstuk 137: Raphaël maakt zich als geest bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Dat is nu dus geheel en al in orde en afgehandeld; maar aangezien ik hier nu al een keer mijn droom verteld heb, zou ik dan ook van jou, jonge, wijze reus, graag een kleine toelichting krijgen op de wonderlijke dingen die daarin voorkomen. Want dat die droom beslist heel veel geestelijks bevat, valt niet te betwijfelen! Maar hoe is nu de samenhang met het materiële, dat pas na een halfjaar gebeurde? Wat was het Athene dat ik in de droom zag, en wat was die broer, en waar haalde hij de woorden vandaan die hij, terwijl hij zich als een object buiten zichzelf bevond, tegen mij gesproken heeft? Want de op een of andere manier vrij geworden ziel van mijn broer kon het niet zijn, omdat hij er absoluut niets van wist.'
Hoofdstuk 134: De droom van de hoofdman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Rafaël zei: 'Net zo goed en feilloos als eerst! Maar om je te laten zien dat ik nu tot nog meer in staat ben dan eerst, zal ik die zuil helemaal niet meer aanraken met mijn armen, maar ik zal hem enkel met mijn wil optillen, hem een tijdlang vrij in de lucht houden en hem dan weer op zijn plaats neerzetten.'
Hoofdstuk 137: Raphaël maakt zich als geest bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Pas toen Rafaël de zuil weer op zijn oude vaste plaats terugzette, herstelden de hoofdman en ook zijn metgezellen zich weer van hun verbazing, en hij zei: 'Nee, nu sta ik met mijn mond vol tanden! Want waar alle natuurlijke gedachten en voorstellingen van een mens te kort schieten, daar ontbreekt het ook aan woorden en verstandige taal. Als jij je nu ook nog helemaal onzichtbaar zou kunnen maken, zou ik beslist volkomen gek worden!'
Hoofdstuk 137: Raphaël maakt zich als geest bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[25] De hoofdman zei: 'O mijn zeer buitengewone en mysterieuze vriend, om dat allemaal te kunnen begrijpen is er meer nodig dan het verstand van een Romeinse hoofdman! Maar voor mij is het al voldoende, dat ik er nu eenmaal volkomen van overtuigd ben dat de ziel van de mens na de dood van het lichaam voortleeft, en dat ik nu de weg ken waarlangs men stellig de steeds helderder geestelijke voleinding tegemoet gaat; al het andere heeft voor mij nu minder waarde.
Hoofdstuk 137: Raphaël maakt zich als geest bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[28] Nu zei Rafaël: 'En ik ben ook met jou nu heel tevreden en wil jou en je metgezellen mijn diensten aanbieden, als iemand nog iets verlangt. Als iemand nog iets heeft, laat hij dan naar voren komen en het in aller bijzijn vertellen!'
Hoofdstuk 137: Raphaël maakt zich als geest bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Rafaël] zei: 'Het zou wel zo kunnen zijn, maar toch is het nog enigszins anders! Maar hoe het is, zul je te zijner tijd van de andere leerlingen horen. Het heil van jouw ziel hangt er niet vanaf of je dat al dan niet precies weet; maar het hangt ervan af of je in de Heer gelooft, Hem boven alles liefhebt en volgens Zijn leer leeft en handelt. Alleen daarin moet je het rijk Gods en zijn gerechtigheid zoeken; al het andere zal je er dan als vrije gift bij gegeven worden.
Hoofdstuk 138: Over het wezen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Hierop ging Rafaël weer naast Mij zitten en nam brood en wijn tot zich. Ook de hoofdman ging samen met de leerling van Johannes zitten en nam ook nog brood en wijn tot zich. De leerling nam echter geen brood en wijn, en ook zijn medeleerlingen niet; want de leerlingen va Johannes leidden een streng leven en vastten veel. Mijn leerlingen aten en dronken echter nog.
Hoofdstuk 138: Over het wezen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ik zei: 'Er is nog wel veel duisternis in jullie! Degene die Mij gezonden heeft is Mijn eeuwige Vader en is in Mij; en zo heb Ik vanuit Mijn liefde voor jullie mensen, Mij dan ook Zelf in deze wereld gezonden om jullie het eeuwige leven te brengen en te geven.
Hoofdstuk 138: Over het wezen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Dat viel de hoofdman op en hij vroeg Mij onmiddellijk: 'Heer en Meester, wat zei U nu, dat alleen hij het eeuwige leven van de ziel zal verkrijgen die de wil doet van degene die U gezonden heeft? Wie is dat, die U gezonden heeft, en wat is zijn wil? Verklaar U hierover nader, anders zou ik naar aanleiding van deze uitspraak van U in regelrechte twijfel moeten raken! Want de ene keer is het zo -zoals ik begrepen heb uit de verklaring van de psalmen in het huis van onze waard -dat U Zelf en alleen U de Heer bent, en dat diegene het eeuwige leven van de ziel zal verkrijgen, die Uw leer aanneemt en ernaar leeft en handelt, en nu zegt U Zelf, dat alleen hij het eeuwige leven van de ziel zal verkrijgen, die de wil doet van degene die U gezonden heeft! -Kijk! -dat is nu heel dubbelzinnig, en een mens als ik, die het beslist volkomen serieus om het eeuwige leven van zijn ziel te doen is, raakt dan echt in de war en weet niet tot wie hij zich moet wenden, die hem de wil van degene die U gezonden heeft, getrouwen waarachtig zou kunnen meedelen! Daarom vraag ik U of U Zich ten aanzien van deze uitspraak nu duidelijker en beslister zou willen uitdrukken!'
Hoofdstuk 138: Over het wezen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Bij deze gelegenheid was het al tegen middernacht geworden, en de Romeinen, die enigszins vermoeid waren van de reis van die dag, dommelden aan tafel in evenals enkelen van Mijn leerlingen, omdat ook Ik Mij overgaf aan een lichte sluimer; alleen de mensen uit Bethlehem en de leerlingen van Johannes spraken nog met elkaar over het een en ander, en zo werd het helemaal middernacht. Maar daarmee stak er ook een hevige storm op, die uit het zuiden kwam en steeds heviger werd en door zijn geraas, gegier, gefluit en gehuil al degenen die lagen te dommelen wakker maakte en degenen die nog wakker waren met vrees, angst en schrik vervulde. Maar Ik en enkelen van Mijn oude leerlingen sliepen nog door.
Hoofdstuk 139: De storm en het doel ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474  ...