Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 461 van 1112

...  449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474  ...
[6] Spoedig daarna kwamen ze een tweede, grotere eetzaal binnen, waar de tafels en een voldoende aantal stoelen en banken al keurig in orde waren neergezet. Allen gingen meteen zitten en lieten zich direct brood, wijn en zout geven, wat dan ook zo snel mogelijk gebracht werd; en allen prezen de wijn en het brood en bekenden dat ze nog nooit zo'n goed brood hadden gegeten en zo'n fijne en smakelijke wijn hadden gedronken.
Hoofdstuk 110: De karavaan uit Perzië in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] De waard zei: 'Beste vrienden, daar hadden jullie echt niet zoveel woorden voor hoeven te gebruiken; want ik zal direct voor alles laten zorgen. Er bevindt zich nu wel een vooraanstaand en uitstekend Arts in mijn huis, die de zieke man op slag voor altijd zou kunnen helpen; maar van degenen die hulp bij Hem zoeken, verlangt Hij een volledig geloof zonder enige twijfel, volgens onze oude Joodse traditie. Maar jullie geloven alleen aan bepaalde door mensen bedachte goden, die nooit iemand kunnen helpen, en niet in de ene, ware en levende God van de Joden, die als enige almachtig is en ook iedereen kan en wil helpen die Hem daarom vraagt; ik weet dus niet of de genoemde Arts in mijn huis jullie zieke vriend wel zal willen helpen.'
Hoofdstuk 111: De Heer geneest de zieke leider van de kooplieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Hieruit zul je wel kunnen afleiden dat jullie licht ons niet vreemd is. En omdat je nu wel kunt inschatten dat wij Perzen ook in staat zijn om op jullie manier te geloven en jouw arts, die onze zieke vriend alleen via de weg van het geloof zeker kan helpen, dus niets op ons aan te merken zal hebben, zou je hem namens ons wel kunnen vragen of hij zich over onze vriend wil ontfermen!'
Hoofdstuk 111: De Heer geneest de zieke leider van de kooplieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Maar als je op reis bent, moet je toch oppassen voor bedorven vissen, en laat alleen die vissen als spijs voor je klaarmaken, die je tevoren nog fris en levend in schoon water hebt zien rondzwemmen; want alle bedorven vlees, en in het bijzonder dat van vissen, is nadelig voor de lichamelijke gezondheid van de mens. Onthoud dat voor het welzijn van je lichaam!
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan de Perzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] De tolk en de genezene begeleidden Mij en de waard nog naar onze kleinere eetzaal en bedankten Mij nog eens voor de aan hen bewezen liefde en genade, zoals ze zich uitdrukten.
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan de Perzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Voor deze toezegging bedankten de twee mij nog een keer, bogen diep voor Mij en gingen toen vol goede moed naar hun metgezellen, die zich intussen niet genoeg konden verbazen over Mijn geneeskunst.
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan de Perzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ik zei: 'Denk je vandaag dan niet aan de sabbat? Wie honger heeft mag ook op een sabbat vissen, als hij zich daags vóór de sabbat geen voorraad heeft kunnen verschaffen; maar als het niet nodig is moet iedere Jood zich aan de oude wet houden, opdat de kleinen zich niet aan hem ergeren!
Hoofdstuk 114: De ontmoeting van de Heer met Philopold (22.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Daarop werden de Grieken door vrees bevangen, en ze gingen snel bij ons weg en haastten zich verder.
Hoofdstuk 114: De ontmoeting van de Heer met Philopold (22.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Nu keek Philopold Mij heel verrast aan en viel Mij van blijdschap om de hals. Aanvankelijk kon hij nauwelijks spreken; maar Mijn liefde en vriendelijkheid gaf hem weldra de nodige moed, en wij spraken een uur lang met elkaar over veel dingen; de leerlingen verheugden zich daar erg over, en toen de nu helemaal gelukkige Philopold navraag bij hen deed over de dingen die Ik hem had verteld, gaven ze een trouw getuigenis.
Hoofdstuk 114: De ontmoeting van de Heer met Philopold (22.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Maar de tolk zei: 'Vrienden, wie alles kan zoals deze wonderarts, heeft de schatten van deze wereld werkelijk niet nodig, aangezien hij in zijn goddelijke eigenschappen eindeloos veel edeler schatten bezit! Het is immers een bekende typische eigenschap van alle werkelijk grote en wijze mensen op aarde geweest, dat ze de vergankelijke goederen van deze wereld verachten. Het kan ons dus ook nu niet verwonderen, als deze man ook geen liefde voor de schatten van deze wereld heeft; ik zou die ook niet hebben als ik zijn volkomen goddelijke eigenschappen zou bezitten. Maar onze waard, die op zich altijd heel goed en billijk is en aan wie wij in eerste instantie te danken hebben dat wij de wonderarts hebben leren kennen, moet in plaats van die uiterst onzelfzuchtige arts door ons schadeloos gesteld worden!'
Hoofdstuk 113: De Heer vertrekt uit Kana De Heer in Kis aan het meer van Galilea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[22] Kisjonah en zijn vrienden en ook zijn kinderen verbaasden zich bovenmate over hetgeen Mijn reizen teweeg hadden gebracht.
Hoofdstuk 114: De ontmoeting van de Heer met Philopold (22.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[28] Daar was Petrus tevreden mee, en allen verheugden zich erop deze familie ook in Kis te zien, te spreken en goed te verzorgen.
Hoofdstuk 114: De ontmoeting van de Heer met Philopold (22.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[30] Met deze beschrijving stuurde Kisjonah hun langs de weg, die Ik hem gaf, twee boden tegemoet, met de opdracht dat ze zich door die familie geen tolgeld moesten laten betalen. De boden gingen direct op de aangeduide weg de vier tegemoet die na een uur behouden en wel bij ons in Kis aankwamen, waar Kisjonah, Philopold, Mijn leerlingen en ook alle andere vrienden van Kisjonah heel blij om waren.
Hoofdstuk 114: De ontmoeting van de Heer met Philopold (22.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Toen de vier bij ons in de grote zaal kwamen en Mij zagen, vielen ze direct van vreugde en liefde voor Mij aan Mijn voeten en dankten Mij met tranen in hun ogen voor alle grote zegeningen en weldaden, die Mijn liefde hun had geschonken. Maar Ik zei tegen hen dat ze op moesten staan, om plaats te nemen aan onze tafel en zich te verkwikken met brood en wijn, wat ze dan ook deden.
Hoofdstuk 115: Het land van de Indo-joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Als eerste waren er goed toebereide edelvissen uit het Meer van Galilea, waarvan Ik er enkele at, evenals Maria, die zelf een ervaren visbereidster was en buitengewoon lovend was over de bereiding van de vissen. Maar er stonden ook nog gebraden kippen, twee vette lammeren en een heel kalf goed klaargemaakt op tafel en fruit van de allerbeste soort, waar de leerlingen en ook de andere gasten zich tegoed aan deden. Ik hield het echter bij de vissen, hoewel Maria vond dat Ik toch van alles iets moest proeven.
Hoofdstuk 116: Het vreugdemaal bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  449 - 450 - 451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474  ...