Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 463 van 1490

...  451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476  ...
[2] Ik zei: "We gaan nu allemaal naar buiten, en zullen op de heuvel een plek zoeken die van hier af in de richting van de morgen ligt; daar zullen wij vandaag nog dingen beleven en meemaken, die voor ons, mensen van deze aarde, buitengewoon zijn.
Hoofdstuk 143: Op de heuvel bij Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Ik zei: 'Ook die gaan met ons mee naar de heuvel; want Ik wil dat deze jongeren nu ook hogere ervaringen op zullen doen, dus moeten zij ons ordelijk volgen!'
Hoofdstuk 143: Op de heuvel bij Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] De heuvel was in totaal slechts ongeveer dertig manshoogten hoger dan het gehucht Emmaüs en had bovenop een grote, open plek, die rijkelijk met gras begroeid en in noordelijke richting enigszins bebost was. Vrijwel in het midden van de open ruimte bovenop de heuvel verhieven zich enkele rotsblokken boven de grasbodem, die één tot twee manslengten hoog en van alle kanten goed te beklimmen waren. Bovenop deze rotspartij had Nikodemus een naar de smaak van die tijd en die plaats heel sierlijke, ruime hut laten bouwen, van waaruit men net als op de Olijfberg een heel mooi vergezicht had.
Hoofdstuk 143: Op de heuvel bij Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Nikodemus zei: 'Hier zijn voorname Romeinen, Grieken, Egyptenaren en Indiërs, die vandaag in mijn herberg zijn aangekomen, en die ik nu allemaal naar mijn lievelingsheuvel heb gebracht, zodat zij hier op deze mooie dag van het uitzicht en de natuur kunnen genieten. Maar als jullie meer willen weten dan moet je zelf maar met hen spreken; want ze spreken alle talen!'
Hoofdstuk 144: Farizeeën bezoeken Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Maar Nikodemus zei: 'Er staat geschreven dat het niet goed is als de mens alles weet, en jullie kunnen dit principe nu ook maar beter op jezelf toepassen als jullie deze voorname Romeinen niet tegen jullie in het harnas willen jagen; want voor zover ik uit hun woorden begrepen heb, staat de tempel niet zo best bij hen aangeschreven.'
Hoofdstuk 144: Farizeeën bezoeken Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Deze ernstige taal van de man uit Opper-Egypte was de beide hooggeplaatste Farizeeën niet erg aangenaam. Zij dachten erover na of het raadzaam was hem te vragen om een teken te doen.
Hoofdstuk 144: Farizeeën bezoeken Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] De Egyptenaar zei: 'Deze dieren heb ik juist hierheen geroepen om jullie te laten zien dat een volmaakt mens heer is over de hele natuur. Ik roep ze nu ook dadelijk naar beneden, zodat jullie hen van dichtbij beter zult kunnen bekijken!'
Hoofdstuk 145: De man uit Opper-Egypte onthult de gedachten van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] De Egyptenaar zei: 'Zijn jullie voor deze dieren al zo geweldig bang? Hoe komt het dan dat jullie niet bang zijn voor Hem die jullie zoeken en die oneindig veel meer kan dan ik?
Hoofdstuk 145: De man uit Opper-Egypte onthult de gedachten van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Kijk eens hoe ontzettend blind, dom en onnozel jullie zijn en daardoor ook uiterst boos en wraakzuchtig! Een echt wijs man is dat nooit; hij zal de dwazen hun slechte streken wel ten strengste verbieden en hen pas door een gericht tuchtigen, wanneer zij al zo verstokt, boos en kwaadaardig zijn geworden dat er geen kans op verbetering bestaat, zoals bij Jullie, dienaren van de tempel, volledig het geval is. Wat zou mij kunnen gebeuren als Ik jullie door deze dieren, die mij volkomen gehoorzamen, liet verscheuren? Ik zeg je: niet het geringste!
Hoofdstuk 145: De man uit Opper-Egypte onthult de gedachten van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Toen probeerden de vier mannen hun voeten van de grond te krijgen en hun handen te bewegen, wat echter onmogelijk was. Daarom smeekten zij de Egyptenaar om hen uit deze benarde toestand te bevrijden; want zij waren van plan hun instelling te veranderen.
Hoofdstuk 145: De man uit Opper-Egypte onthult de gedachten van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] De Egyptenaar zei: 'Ook aan getuigen ontbrak het jullie niet; want in de eerste plaats getuigden alle profeten sinds Mozes voor Hem, en verder hebben jullie in deze tijd genoeg levende getuigen gehad. Waarom geloofden jullie hen dan niet? Zij hebben Hem aan jullie verkondigd, en jullie hebben hen met stenen gedood, en van de laatste lieten jullie met een bijl het hoofd van zijn lichaam slaan. En jullie zeggen: 'Wij willen een getuige eerder geloven dan de profeet zelf! ' Wanneer de Meester niets bereikt, wat kunnen Zijn zwakke getuigen dan doen?
Hoofdstuk 146: De bestraffing van de rijke Barabe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Jullie woede en toorn tegen Hem zal nooit verhinderen. Kijk hier naar mijn dieren! Iedere keer dat ik maar over Hem spreek, buigen zij hun koppen helemaal naar de grond, - en in jullie borst groeit daarbij de onuitroeibare wrok! Deze dieren beschamen jullie wijsheid en waardigheid; maar jullie zinken steeds dieper in de poel van jullie verderf En toch zeggen jullie dat je je leven kunt beteren als je de waarheid zou kennen? Hoe kan een blinde het licht zien en begrijpen, als er in hem geen licht is en ook niet kan zijn, omdat hij volkomen blind is? Evenmin kunnen jullie een waarheid begrijpen, omdat er nog nooit waarheid in jullie geweest is.
Hoofdstuk 146: De bestraffing van de rijke Barabe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Maar Salomo was in zijn laatste tijd, met al zijn twijfels toch nog veel beter dan jullie nu zijn. Zijn begeerte naar pracht en ook zijn grote zucht naar vrouwen hebben Salomo het misnoegen van de Heer bezorgd, omdat Salomo Hem negeerde, hoewel Hij hem tweemaal verschenen was, met hem gesproken had en hem waarschuwde, om nooit van Zijn wegen af te dwalen. Het gevolg daarvan was dat zijn grote rijk verdeeld werd en aan zijn zoon slechts het kleine gebied rondom Jeruzalem werd toebedeeld; en zelfs deze genade viel Salomo alleen maar ten deel vanwege zijn vader David. Maar jullie zal helemaal geen genade meer ten deel vallen, jullie zullen ondergaan in de poel van jullie ontelbaar vele zonden en jullie totale onverbeterlijkheid!'
Hoofdstuk 145: De man uit Opper-Egypte onthult de gedachten van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] De Egyptenaar zei: 'Heus,jullie miserabele vlees zou voor deze dieren te slecht zijn! Maar kijk, daar beneden graast een kudde schapen aan de voet van deze heuvel! Die zijn het eigendom van een zekere Barabe, een uitermate rijke burger van Jeruzalem, die een heel arm gezin, dat zelfs vroeger bij hem in dienst was, daar in die reeds vervallen schaapskooi volledig te gronde heeft laten gaan. Hij gaf hun wel voor korte tijd het recht om in die slechte hut te wonen; maar omdat hun ziekte te lang duurde en de laatste tijd zo erg werd, dat hij niet kon aannemen dat daar ooit een eind aan zou komen, ging de zaak hem te lang duren en werd hem te bezwaarlijk. Onder het voorwendsel dat die hut vanwege de uitbreiding van zijn kudden verbouwd en opgeknapt moest worden, gaf hij bevel dat de arme mensen dezelfde dag nog, meer dood dan levend, de toch al ellendige hut moesten verlaten. O, wat een edele en barmhartige zoon van Abraham, Isaak en Jacob!
Hoofdstuk 146: De bestraffing van de rijke Barabe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Maar de alwetende en door jullie zo gehate profeet uit Galilea ging naar het genoemde straatarme en totaal verlaten gezin, waarvan de kinderen naakt om brood bedelden en niets kregen, hoewel deze plaats de bakoven voor vrijwel heel Jeruzalem is, en gaf de ouders door Zijn almachtige wil hun gezondheid terug. Daarna gaf Hij hun brood, wijn en fatsoenlijke, goede kleren en liet hen door die voorname Romeinen uit dat miserabele onderkomen halen.
Hoofdstuk 146: De bestraffing van de rijke Barabe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  451 - 452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476  ...