Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 464 van 1166

...  452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477  ...
[6] Wat jullie echter nu innerlijk zo helder verlicht en ook tot leven heeft gewekt, was Mijn woord en niet de tekenen, waarvan Ik er zoveel voor jullie ogen gedaan heb. Als Ik nu nog meer tekenen voor jullie zou doen, dan zouden jullie je daarover weliswaar opnieuw verbazen, maar direct daarna aan Mij vragen: 'Heer, hoe was U in staat dit teken te doen en hoe ging het in zijn werk, dat door Uw woord en wil bijvoorbeeld brood en wijn ontstonden?' Ja, dan zou Ik Zelf toch weer naar het woord grijpen en, zoals Ik dat tegenover jullie steeds gedaan heb, het wonder op zo'n manier verklaren dat jullie met je verstand zouden begrijpen hoe Ik in staat ben een dergelijk wonder te doen!
Hoofdstuk 154: Het gebruiken van de kracht om wonderen te doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Het doen van een teken, als de mens daarvoor de kracht verleend is, zoals jullie nu, kan alleen een werkelijk goede uitwerking binnen Mijn orde hebben, wanneer een mens, die in staat is om een teken te doen, het uit liefde tot zijn naaste in het verborgene doet, om hem in Mijn naam van nut te zijn. Ik ben echter Degene die dat ziet, ook al gebeurt het nog zo verborgen, en Ik zal degene die in stilte tekenen verricht ook weten te belonen op dezelfde manier als hij in Mijn naam het teken gedaan heeft.
Hoofdstuk 154: Het gebruiken van de kracht om wonderen te doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Maar hij moet zich daarmee niet aan de mensen vertonen opdat die zich over hem zullen verbazen en vervolgens ook alles vast geloven wat hij hun verkondigt; maar de bezitter van zo'n hogere geestkracht uit Mij moet zich ook steeds tot Mij wenden met de vraag: 'Heer, als het ook Uw wil is dat ik nu gebruik maak van de door U aan mij verleende kracht, laat mij dat dan weten in mijn hart en verenig Uw almachtige wil met Uw genadig aan mij verleende kracht! Maar als het niet tevens Uw wil is, maak mij dat dan ook kenbaar volgens Uw liefde, wijsheid en genade!' Dan zal Ik zo'n deemoedige vraag in het hart van de vraagsteller altijd ogenblikkelijk met ja of nee beantwoorden en Ik zal hem ook helder de reden tonen waarom er een teken gedaan of achterwege gelaten moet worden. De bezitter van zo'n door Mij aan hem verleende kracht zal echter ook zonder Mijn volledige instemming het wonder wel kunnen verrichten, maar het zal voor hem en nog minder voor degenen voor wie hij het gedaan heeft, van geen enkel nut zijn, -en dat kunnen jullie ook goed onthouden! Want wie in alle opzichten volkomen met Mij zal wandelen en handelen, diens werken zullen ook altijd van de ware zegen vergezeld gaan.
Hoofdstuk 154: Het gebruiken van de kracht om wonderen te doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Als jullie een zieke voor de ogen van de mensen openlijk de handen opleggen, opdat het beter met hem zal gaan, dan hebben jullie ten behoeve van het getuigenis voor de waarheid van Mijn woord meer dan genoeg gedaan; maar in het geheim, zonder openlijke getuigen, kun je het vele malen per dag doen en arme lijdende mensen van hun ellende bevrijden zonder dat ook maar één van hen te weten komst wie hem van zijn kwelling verlost heeft. Ik zeg jullie: een dergelijke genezing geldt bij Mij meer dan honderd zichtbare genezingen voor de ogen van de wereld! Gebruik daarom de door Mij nu aan jullie gegeven kracht altijd volgens de bedoeling die Ik jullie bekendgemaakt heb, dan zal Ik jullie daarvoor weten te zegenen.. -Hebben jullie ook dit nu goed begrepen?'
Hoofdstuk 154: Het gebruiken van de kracht om wonderen te doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Dat is gebeurd, en wel op een goede manier; maar waar moeten wij in onze ellende nu in korte tijd andere kinderen vandaan halen, en hoe kunnen we daarbij toch volharden.in Uw leer, van welker waarheid wij doordrongen zijn? Heer! Daaraan ziet U, en ook al Uw leerlingen, in wat voor grote verlegenheid wij ons nu bevinden! Hoe moeten, hoe kunnen wij ontsnappen aan de gevaren die ons aan alle kanten bedreigen?
Hoofdstuk 155: De Essenen klagen hun nood bij de Heer (3.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Zij bogen alledrie diep voor Mij, en één van hen zei: 'Heer en Meester, enkele maanden geleden zijn er ook afgezanten van ons naar U toegekomen en hebben van U aanwijzingen gekregen hoe wij in ons instituut, dat nu een algemeen en groot aanzien geniet, vanuit de enige waarheid moeten handelen, omdat wij anders binnenkort tijden zullen beleven waarin allerlei onheil over ons zal losbreken. Wij hebben dan ook gedaan, wat die teruggekeerde afgezanten ons nadrukkelijk als Uw wil meedeelden en hebben sindsdien ook niet één vals wonder meer gedaan, terwijl de afgezanten ons namens U de volle verzekering gaven dat wij, als wij zelf precies volgens Uw leer zouden gaan leven en handelen en serieus daarbij zouden blijven, in Uw naam zeker in staat zouden zijn de grootste en meest echte tekenen te doen, wanneer het nodig zou zijn.
Hoofdstuk 155: De Essenen klagen hun nood bij de Heer (3.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Dat is nu, zoals gezegd, de eerste graad van onze ellende; de tweede en nog ergere is echter, aangezien wij volgens Uw leer zijn begonnen te werken en te handelen, dat wij nu in onze kinderkweekplaatsen veel te weinig kinderen meer hebben om ze om te ruilen, doordat wij ze volgens Uw woord, ter wille van de hoogste levenswaarheid, samen met hun moeders en voedsters uit de kweekplaatsen weg hebben laten gaan naar een betere bestemming, terwijl wij er zorg voor hebben gedragen dat ze geen gebrek zullen hebben aan de nodige verzorging. We hebben de vele moeders en voedsters geld en andere schatten gegeven en hen laten gaan, terwijl wij hun natuurlik een goede en voor hen begrijpelijke reden voor deze nieuwe handelwijze van ons hebben aangegeven.
Hoofdstuk 155: De Essenen klagen hun nood bij de Heer (3.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Heer en Meester, wanneer U ons niet op wonderbaarlijke wijze helpt, gaan wij in korte tijd allemaal te gronde! Wij hebben ook alle feesten in verband met het tot leven wekken van mensen en ook alle andere toverijen afgeschaft; maar toch komen de mensen van wijd en zijd bij ons raad en hulp zoeken. Slechts weinigen nemen genoegen met alleen onderricht, de meesten willen daden zoals wij die vroeger gedaan hebben -en dat willen wij niet, omdat wij ons nu eenmaal vast en ernstig voorgenomen hebben om zo strikt en zuiver mogelijk volgens Uw leer te leven en te handelen.
Hoofdstuk 155: De Essenen klagen hun nood bij de Heer (3.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Lazarus, die zelfverrast was door het grote aantal mensen dat op dit ongewone tijdstip voorttrok, zei: 'Mijn beste vriend, dat weet ook ik nu niet; want zo'n grote karavaan rond deze tijd is iets ongewoons. De stoet is ook nog te ver weg om vast te kunnen stellen of het Joden, Grieken, Perzen of Egyptenaren zijn. Maar ik zou het niet zo prettig vinden wanneer ze hier in Bethanië willen rusten en wellicht zelfs van mijn herbergen gebruik willen maken. In dat geval zou ik hen vandaag het dal in moeten sturen naar mijn vriend en buurman!' .
Hoofdstuk 157: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[21] Agricola, wiens tong door de wijn losgemaakt was, zei tegen Mij: 'Heer en Meester, vergeef mij dat ik bij het ochtendmaal al een paar bekers wijn meer gedronken heb; maar ik heb dat samen met mijn metgezellen alleen maar gedaan om het naderende afscheid van U draaglijker te maken! O, kon ik toch maar altijd bij U blijven! Al mijn aardse goederen en al mijn wereldse waardigheden en ambten zou ik ervoor geven!'
Hoofdstuk 157: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Zelfs voor Mij is het nu moeilijk om jullie een goed advies te geven en jullie ook echt hulp te bieden; want Ik, die de levende waarheid Zelfben, kan jullie doen en laten uit het verleden toch niet vergoelijkend toedekken en de mensen in de waan laten waarin ze door jullie gebracht zijn! Spreek nu de waarheid tegen allen die naar jullie toe komen, onderricht ze op de juiste wijze en zeg dat Ik jullie dat opgedragen heb en vertel hun ook de ware reden waarom jullie nu anders denken, willen en handelen dan voorheen, toen jullie zelf nog ver van de waarheid af stonden; zeg hun ook dat niet een kwade wil, maar alleen een zeker mededogen tegenover de lichtloze en lijdende mensheid jullie ertoe gebracht heeft om door jullie kennis en aangeleerde bekwaamheden dingen, vaardigheden en leerstellingen in het leven te roepen, waarin heel veel mensen troost gevonden hebben! Maar omdat jullie nu door Mijn toedoen tot de zuivere waarheld zijn doorgedrongen, willen jullie degenen die altijd hun vertrouwen op jullie gesteld hebben, nu de zuivere en levende waarheid dan ook niet onthouden, die hun voor eeuwig meer nut zal brengen dan alles wat jullie vroeger voor hen gedaan hebben.
Hoofdstuk 156: Het advies van de Heer aan de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] De eveneens aanwezige waard uit het dal zei: 'O mijn beste broeder, deze karavaan, waarvan het einde nog niet eens in zicht is, zou bij mij moeilijk verzorgd en nog moeilijker ondergebracht kunnen worden! Maar jij hebt hier in deze plaats, die toch voor het grootste deel aan jou toebehoort, zeven grote herbergen, en dan is jouw grote stamhuis nog niet eens meegerekend; bovendien zijn er hier nog een paar kleine herbergen, daarom kan zo'n grote karavaan hier veel beter en gemakkelijker bediend en in korte tijd ondergebracht worden dan bij mij in het dal. Overigens hoeven we er nog helemaal niet bij voorbaat vanuit te gaan dat deze karavaan, die al vóór zonsopgang onderweg is, hier nu al rust zal houden. Laten wij maar afwachten, dan zal wel duidelijk worden wat ons te doen staat'
Hoofdstuk 157: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Vanaf een bepaalde lichte afstand wekken ze weliswaar de indruk dat ze ook verlicht en heel draaglijk zijn en menigeen zou kunnen denken en zeggen: 'Ja, eigenlijk zijn ze toch actiefbezig en hebben licht!' -maar dat is niet zo! Want of ze nu rustig op de weg liggen of door de wind opwaaien, ze blijven toch traag en passief; maar doordat ze zich verheffen worden ze altijd lastig en waar mogelijk zelfs schadelijk voor de echte levensreiziger . Als ook jullie dus voortaan bij het bewandelen van Mijn levenswegen zo verstandig zijn om deze voorzichtigheid in acht te nemen, dat jullie die brede heerwegen van de wereld mijden enje op de meer stofloze en smalle voetpaden voortbewegen en zelfs daar met rust, geduld en gelatenheid optreden, dan zullen jullie met het stof van de wereldse wegen weinig onaangenaams hoeven door te maken!
Hoofdstuk 157: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[22] Ik zei: 'Jouw wens en wil hebben bij Mij even veel waarde als wanneer je het ook gedaan zou hebben; maar je bewijst Mij en heel veel mensen een grotere dienst als zaakwaarnemer over de aan jou toevertrouwde aardse goederen en de geestelijke schatten, die Ik jullie allen hier in eigendom gegeven heb. Als jullie dat allemaal volgens Mijn advies wijs zullen gebruiken, dan zat ook Ik in de geest bij jullie zijn en jullie op ieder moment geven wat jullie nodig hebben; later in Mijn rijk zullen jullie echter als Mijn ware vrienden eeuwig bij Mij wonen en in Mijn nabijheid werkzaam zijn. Neem dit ook aan als werkelijke troost en tot volledige sterking van jullie zielen inje hart!'
Hoofdstuk 157: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar met vriendelijke stem zei Ik tegen hen: 'Kinderen! Ik versta de innerlijke, levende taal van jullie hart, die Mij veelliever is dan de mooiste woorden met de mond; blijf in die liefde, dan zal Ik als jullie ware Vader in de geest onder jullie zijn en jullie door Mijn levende woord onderwijzen en opvoeden. Amen.'
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477  ...