Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 464 van 1490

...  452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477  ...
[12] Maar jullie, die beweren priesters van God te zijn, hebben niets beters te doen dan dag en nacht in jullie tot een rovershol en moordkuil geworden tempel te beraadslagen, hoe jullie deze grootste weldoener van de arme mensheid kunnen doden en vernietigen!
Hoofdstuk 146: De bestraffing van de rijke Barabe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Zeg nu zelf eens: met welke verscheurende dieren uit bos en woestijn zijn jullie eigenlijk te vergelijken? Heus, burger Barabe is miserabel en slecht; maar jullie zijn nog vele duizenden malen slechter! Want Barabe zal de grote profeet zelfs nog dankbaar zijn dat deze de hut voor hem ontruimd heeft; maar in jullie groeit de heimelijke woede alleen nog maar meer, omdat de grote profeet jullie met je onbeduidende kracht, macht en ontferming zo oneindig ver overtreft! En daarom zal Barabe ook gematigder gestraft worden voor zijn grote onbarmhartigheid!
Hoofdstuk 146: De bestraffing van de rijke Barabe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Geen van hen durfde deze wonderman meer een antwoord te geven; want zij hadden, zich bewust van hun slechtheid, een te grote angst en vrees voor hem!
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Ik zeg jullie echter volgens Gods eeuwige wijsheid in Mij: De grote Meester, die vervuld is van Gods geest en van al Zijn kracht en macht, wil de mensen niet door pure tekenen, maar veeleer door Zijn zuivere, wijze leer op de weg van het licht en van het leven brengen, omdat tekenen de mensen wel dwingen om aan Hem en Zijn woord te geloven, - maar zij schenken niemand een innerlijk vrije, levendige overtuiging van de grote waarheid. Zolang de mens deze waarheid, die hij zich kan verschaffen door nauwgezet volgens de leer te leven, echter niet heeft, zolang is hij wat zijn ziel betreft ook nog als een dode te beschouwen. Want het pure, blinde en opgelegde geloof geeft de mens geen innerlijk waarachtig leven, maar alleen het geloof dat vol licht is en levend is geworden door ernaar te handelen, en dat wordt nooit bereikt door uiterlijke wonderen, maar alleen door het levende woord van de eeuwige waarheid uit God, door die mens die het als waarheid aanneemt en er naar leeft.
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] De Farizeeën zeiden: 'O ja, begrepen hebben we je wel en je hebt ook volkomen de waarheid gezegd; maar helaas zien wij ook in, dat we in de tempel geen grote verandering tot stand kunnen brengen, ook al zouden wij in de raad alles wat wij hier meegemaakt hebben, precies vertellen. Trouwens, we zullen ons door de hoge raad niet het zwijgen laten opleggen, en hun heel openlijk onze bezwaren meedelen. Wijzelf zullen voortaan geen tegenstanders meer zijn van de grote Galileeër; want door jou zien wij nu hoe ver een mens het kan brengen als hij de wegen kent en een volkomen ernstige wil heeft. Als jij het als mens zo ver gebracht hebt, - waarom zou de Galileeër het dan niet nog verder hebben gebracht? Wij zullen zijn leer, waarvan wij al veel weten, omdat hij al meermalen in de tempel heeft gesproken, voor onszelf met de Schrift vergelijkend onderzoeken, en deze dan tot het richtsnoer van ons eigen leven maken. Is dat goed?'
Hoofdstuk 147: De belofte van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Jullie handelwijze staat, zoals ik maar al te goed weet, ook in geen enkele wet; wel staat er geschreven, dat men ook tegenover de vreemdelingen rechtvaardig moet zijn en hen vrij langs de wegen moet laten trekken als het geen vijanden zijn. Daar jullie als joden echter zowel tegenover de inheemsen als tegenover de vreemdelingen zulke onrechtmatigheden begaan hebben, hoe willen en zullen jullie deze en nog vele andere ongerechtigheden, die jullie de arme mensheid met grote brutaliteit hebben aangedaan, ooit weer goedmaken?
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Ik heb nu gesproken; wat kunnen jullie mij nu antwoorden, als ik er nog bij zeg dat jullie en je voorgangers alleen maar zo overijverig getracht hebben de profeten te vervolgen en te doden, omdat zij jullie je gruwelen voorhielden en het volk waarschuwden voor jullie valse en leugenachtige leringen en voorschriften, en dat jullie zelf om precies dezelfde reden nu ook de allergrootste profeet uit Galilea trachten te vernietigen, omdat Hij evenals ik en deze vreemdeling uit Opper-Egypte tegen jullie getuigt? Spreek nu en verontschuldig je tegenover mij; want ook ik ben een bode van God de Heer van eeuwigheid!'
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Rafaël zei: 'O, o, zo vroom zijn jullie nog lang niet! jullie zijn alleen maar bang dat het eten van deze vrucht jullie zou kunnen schaden, en daarom durven jullie hem niet te proeven! Maar de andere mensen zullen er eerst heengaan en de vruchten proeven; dan zullen jullie wel zien of de vruchten schadelijk voor jullie zijn! ,
Hoofdstuk 149: Het overtuigende wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] De Farizeeën, bij wie nu toch eindelijk een licht was opgegaan, zeiden: 'O, beste jongeman,je bent beslist net als een Samuel en een David, een door de geest van Jehova vervulde jongeling; dit teken is voldoende voor ons! Wij hebben er berouw van dat we deze ene keer God verzochten en een teken van je verlangden; we geloven nu volkomen dat het geen tovenarij, maar een zuiver godswonder is. Het zou vermetel zijn om, zoals gezegd, nog een extra teken te verlangen; maar je kunt zelf, als jongeman die volledig in de gunst van God staat, naar eigen wil doen wat je wenst.
Hoofdstuk 149: Het overtuigende wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Rafaël zei: 'Nu goed dan, dat zal ik dan ook zo doen! Omdat jullie nu hebben aangenomen dat ik ook de bouwer en opsteller van die zuil in het veld daar langs de weg naar Jeruzalem ben, zeg ik jullie nu ook dat dat zo is. Daardoor is dan ook aangetoond, dat als dit de feiten zijn, de innerlijke geest in de mens ook heer is van alle natuurkrachten, die in alle elementen heersen, en dat ook moet zijn, omdat deze zonder de geest die uit God is en overal werkt, helemaal niet zouden bestaan; en als hij dat onloochenbaar is, moet hem ook alles volgens de eeuwige normen van de goddelijke orde mogelijk zijn.
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Voor een mens echter dat vermogen verwerft of kan verwerven, moet hij zich door het nauwgezet opvolgen van Gods wil, die hem door Mozes en door de profeten is geopenbaard, deze wil van God zo eigen maken, dat hij daarna vrij vanuit zichzelf niet anders kan handelen dan de wil van God het hem in zijn hart aangeeft, -wat voor degene die God erkend heeft en Hem boven alles liefheeft, niet zo moeilijk is, omdat de liefde tot God hem daartoe steeds meer kracht schenkt naarmate de liefde tot God in zijn hart toeneemt, en in die liefde ook de liefde tot de naaste.
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Als een mens zich op deze wijze met God verenigd heeft, is hij ook reeds vervuld van Gods geest; want de liefde tot God en het vervullen van Zijn heilige wil is immers al de volledig werkzame geest van God in de mens, omdat diens nieuwe wil niet meer de zwakke en onmachtige wil van het menselijke vlees is, maar de almachtige zuivere wil van God.
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Voor degene die deze wil volledig in zich heeft, moet dan immers ook alles mogelijk zijn wat hij wil; want wat hij dan wil, wil ook God in hem, -en voor God is toch zeker alles mogelijk!
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Daarom moeten jullie je er niet zo erg over verwonderen dat de oude profeten heel vaak grote tekenen verrichtten. Want als pure mensen deden zij uit zichzelf evenmin enig teken, als jullie ooit echte tekenen gedaan hebben; maar omdat zij door hun zuivere levenswandel vaak al van jongs af aan vol waren van Gods geest, verrichtte deze almachtige geest de grote wondertekenen, en deze geest vervulde ook hun harten met het licht van alle wijsheid uit God, en als zij dan vanuit die wijsheid tot het volk spraken, was dat niet meer het woord van een mens, maar het woord van God.
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Omdat ik echter, evenals nog enkele andere hier aanwezige mensen, ook zo van de geest en de wil van God vervuld ben, moet alles gebeuren wat Gods wil in mij wil, en niets kan zich tegen mij verzetten. Als ik deze hele aarde zou willen vernietigen en volledig zou willen verwoesten, dan zou dat, als ik het ernstig zou willen, net zo zeker lukken als het mij nu lukken zal, die gindse aan dat tamelijk verafgelegen gebergte naar voren stekende grote rots ogenblikkelijk te vernietigen.
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  452 - 453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477  ...