Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 465 van 1110

...  453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478  ...
[20] Kijk, dat is de grote droeve ellende onder de mensen, als het licht en de liefde hen verlaten heeft! Streef er dus naar dat de mensen in het licht blijven, dan zullen zij ook in de liefde blijven en geen dood voor zich zien, voelen of smaken! -hebben jullie dat nu goed begrepen?'
Hoofdstuk 213: De vrouw van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Maar als jij nu volgens de aan ons geopenbaarde leer van de Heer zult leven en handelen, zal jouw machteloosheid en zwakheid door de kracht van de goddelijke liefde in jou veranderd worden in eigen macht en sterkte; en dat zal beslist heilzamer voor je zijn dan wanneer je verder nog getuige zou zijn van nog vele duizenden tekenen, maar voor jezelf toch in je oude machteloosheid en zwakheid zou blijven! Kijk, dat is mijn goed gefundeerde mening!'
Hoofdstuk 214: Het grootste wonder van de Heer: Zijn woord (8.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar de lichte waarheid, dat twee en twee samen vier zijn, zal tot aan het eind van alle tijden onwankelbaar blijven staan en zo ook de leer uit de goddelijke mond van de Heer, volgens welke ieder mens God moet kennen, in Hem alleen moet geloven en Hem boven alles en zijn naaste als zichzelf moet liefhebben. Dat is een levenswaarheid die nooit bestreden kan worden, omdat zonder die waarheid ten eerste geen gemeenschappelijk samenleven van mensen zou kunnen bestaan, dat alleen hier op aarde tijdelijk en materieel van aard is, en ten tweede omdat zonder die waarheid en het in de praktijk brengen ervan geen enkele ziel het eeuwige leven uit God zou kunnen ontvangen. Want de liefde is de eeuwige geest van het leven en derhalve het leven zelf
Hoofdstuk 214: Het grootste wonder van de Heer: Zijn woord (8.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Wie Mij zal zoeken in Mijn werken en tekenen, zal een zwaar en moeizaam karwei hebben, en hij zal gemakkelijk bezwijken onder de zware last ervan; maar wie Mij zal zoeken in en door de liefde, zal Mij als de kracht van al het leven weldra zonder veel moeite in zichzelf vinden. En als hij Mij gevonden heeft, heeft hij ook alles gevonden, namelijk het eeuwige leven en de macht, kracht en wijsheid ervan. Dat moeten jullie allemaal goed onthouden en ook aan de andere mensen verkondigen!
Hoofdstuk 214: Het grootste wonder van de Heer: Zijn woord (8.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Maar Ik zei tegen hem en alle anderen: 'Sta nu weer op; want het is voldoende als jullie Mij in je hart waarachtig loven en prijzen -en wat het hart besluit en doet, daar nemen en hebben ook alle andere ledematen deel aan!'
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] En Ik zei tegen hen: 'Houd Mij dan voortaan levend in jullie hart door de liefde tot God en jullie naasten, dan zal ook Mijn genade voortdurend bij jullie blijven. Maar als jullie in de genoemde liefde in jullie hart ooit zwak of zelfs lauw en koud worden, zal evenzo Mijn liefde en de daaruit voortvloeiende genade ook zwak, lauw en koud worden.
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Tegen jullie, die nu van jullie lichamelijke kwalen genezen zijn, zeg Ik, dat jullie je voortaan tot geen enkele zonde meer moeten laten verleiden; want dan zou Mijn genade jullie weer afgenomen worden en dan zouden jullie tot nog grotere kwalen vervallen!
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Jullie hebben dat nu uit Mijn mond gehoord; houd je er ook aan en leef en handel ernaar, dan zal Mijn genade niet van jullie wijken! Amen.'
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Waarom moet alleen deze waard een toelage van jullie krijgen voor het onderbrengen van de armen, terwijl hij er weliswaar tien herbergt en ook af en toe honderd, maar aan jullie in plaats van tien steeds twee keer zoveel opgeeft en zich daarvoor door jullie teveel laat betalen, en de werkelijk opgenomen armen dan ook nog zelfs gebrek en honger laat lijden?! Tegen dit kwaad moet dus grondig opgetreden worden!'
Hoofdstuk 216: De armenherberg van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Hij liep daarom heel bars op Roclus af en (de waard) zei: 'Overste! Ik heb met jou een contract, volgens welk alleen ik de armen dien te verzorgen. Waarom worden ze nu bij mij weggehaald?'
Hoofdstuk 216: De armenherberg van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Maar wij gingen verder in deze plaats, en Ik zei tegen Roclus: 'Jij hebt deze kwestie weer goed opgelost en wij hebben een goed werk afgerond. Dat je Mij aan de schriftgeleerde waard niet bekend gemaakt hebt, was ook heel goed; want hij is nog niet rijp om Mijn persoonlijkheid, te kennen en te verdragen. Maar wanneer Ik morgen deze plaats verlaten heb en de waard bij jou zal komen om zijn onrechtmatig verkregen winst terug te betalen, kun je hem ook zeggen dat Ik in jouw gezelschap was en wat voor leer en macht Ik jullie gegeven heb, waar jullie hem van kunnen overtuigen, dan zal hij jullie daarna nog goede diensten bewijzen.'
Hoofdstuk 216: De armenherberg van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Roclus hoorde dat van Mij en bedankte Mij voor zo'n getuigenis en voor zo'n troost, wat hij volgens hem allemaal niet verdiend had, en zei toen: 'O Heer en Meester! Wilt U ons dan echt morgen al verlaten?'
Hoofdstuk 216: De armenherberg van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Ik zei: 'Met Mijn persoonlijkheid zeer zeker, maar niet met Mijn geest; want Ik heb elders nog veel te doen, opdat alles vervuld wordt, wat de profeten over Mij voorspeld hebben! Maar jullie zullen zonder Mijn persoonlijke aanwezigheid meer onbelemmerd in Mijn naam kunnen onderwijzen en handelen dan wanneer Ik persoonlijk aanwezig ben; de oorzaak daarvan is gemakkelijk te begrijpen.'
Hoofdstuk 216: De armenherberg van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Roclus zei tegen hen: 'Maar al sinds een jaar en langer zijn er boden van hieruit in alle richtingen gestuurd om de mensen mee te delen dat hier geen doden meer opgewekt worden! Hebben jullie daar dan niets van gehoord?'
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Roclus zei: 'Ja, mijn beste vrienden, jullie hebben daarginds enigszins onjuiste berichten gekregen, dat hier kinderen, die vaak al maandenlang volkomen dood hun kist liggen, weer tot leven gewekt kunnen worden! Dat is af en toe wel mogelijk bij mensen die net gestorven zijn, wanneer ze schijndood zijn; maar kinderen, zoals die in deze doodskisten, kan alleen een God weer tot leven brengen!'
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  453 - 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478  ...