17481 resultaten - Pagina 466 van 1166
... 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 ...
[1] Maar omdat wij door het dorp trokken, merkten velen ons op en zagen dat Ik het was; want sommigen kenden Mij nog van Mijn verblijf van vorig jaar, en anderen herkenden Mij omdat ze Mij in Jeruzalem gezien hadden. Nu kwamen ze naar Mij toe en vroegen Mij of Ik niet tenminste een nacht bij hen in het plaatsje zou willen blijven en tevens vele zieken zou willen helpen. Want de tekenen, die ze enkele dagen tevoren 's nachts gezien hadden, en de ware vuurstorm van de afgelopen nacht hadden op sommige innerlijk zwakke en vreesachtige mensen een dermate kwalijke invloed gehad, dat ze nu heel ziek op bed lagen en de arts van het plaatsje hen niet kon helpen, omdat hij de kwaal en dus ook het geneesmiddel daarvoor niet kende.Hoofdstuk 160: Over godsdienst en zinvol bidden (15.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik hield Mijn pas in en zei tegen degenen die Mij aanhielden: 'Hebben jullie dan niet gehoord dat God almachtig en barmhartig is? Waarom bidden jullie niet tot God en vragen Hem om hulp als jullie in de ellende zitten?'
Hoofdstuk 160: Over godsdienst en zinvol bidden (15.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Er was eens in een stad een rechtvaardige rechter, die geen vrees had voor God en ook voor geen mens bang was. In diezelfde stad was evenwel een weduwe; zij ging naar de rechter en zei: 'Verlos mij van mijn tegenpartij!' De rechter deed echter alsof hij de woorden van de weduwe niet hoorde en wilde lange tijd niet op de wens van de weduwe ingaan. Maar omdat de weduwe niet ophield met haar smeekbeden, dacht hij bij zichzelf: ' Al heb ik ook geen vrees voor God en ben ik voor geen enkel mens bang, ik wil haar toch redden, want ze bezorgt mij nu al zoveel last, en anders zal ze mij tenslotte nog helemaal doof maken met haar geschreeuw om hulp!"
Hoofdstuk 161: De gelijkenis van de rechter en de weduwe (Luc. 18: 1-8) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Deze kwestie komt mij eerlijk gezegd wel enigszins wonderlijk voor! Als wij U om iets .vragen, dan verhoort U ons direct, zonder een bijna onbeschaamd aandringen, en zo hebt U ook heidenen, tollenaars en een groot aantal zondaren verhoord en de schuld van de echtbreekster in het zand geschreven; maar deze leer van U, namelijk hoe men iets van God moet afsmeken, stemt toch niet zo erg goed overeen met al het andere dat U onderwezen hebt. Hoe moeten wij dat opvatten?'
Hoofdstuk 161: De gelijkenis van de rechter en de weduwe (Luc. 18: 1-8) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Maar nochtans zullen er ook velen zijn die zich niet door de wereldse wijsheid zullen laten verblinden en Mijn woord openlijk zullen verkondigen; en tot hen zal Ik dan ook komen bij dag en bij nacht, Ik zal Mij aan hen openbaren en zal hen beschermen tegen de vervolgingen van de wereld en zal hun ook de wondergave schenken om door middel van de liefde de verdrukten, de gebrekkigen en zieken te helpen. En zo zal het dan lichter en troostrijker worden op aarde. - Begrijp je deze profetie?'
Hoofdstuk 161: De gelijkenis van de rechter en de weduwe (Luc. 18: 1-8) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Simon Juda, Ik heb jou vanwege jouw machtige geloof de sleutels tot het rijk Gods gegeven en heb je een rots genoemd, waarop Ik Mijn kerk zal bouwen, die door de poorten der hel niet overwonnen zal worden. Jij zou een nieuwe Aäron zijn en op zijn stoel zitten. Ja, jij zult dat ook zijn doordat jij met je andere broeders een verspreider van Mijn woord zult zijn.
Hoofdstuk 162: De ordening in Gods huishouding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Maar wanneer men daar bij de heidenen over een paar honderden jaren mee bekend zal raken, zal men in Rome beweren dat jij die stoel daar gevestigd hebt. En de volkeren, die daar te vuur en te zwaard toe gedwongen worden, zullen van die valse profeten ook geloven dat jij als een eerste vorst des geloofs die stoel in Rome geplaatst hebt en van daaruit in Mijn naam de hele aarde en haar vorsten en volkeren regeert. Maar zie, dat zal een valse stoel zijn, van waaruit veelonheil over de wijde aarde verspreid zal worden en vrijwel niemand zal dan meer weten waar jij de echte stoel, de stoel van liefde, waarheid, levend geloof en van het leven hebt geplaatst, en wie jouw echte opvolger is.
Hoofdstuk 162: De ordening in Gods huishouding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Wanneer de valse stoel vermolmd geraakt is en geen stevigheid meer zal hebben, zal Ik wederkomen en Mijn rijk met Mij. Dan zullen ook jullie met Mij mee naar de aarde komen en Mijn getuigen zijn tegenover diegenen bij wie wij nog het ware en zuivere geloof zullen vinden.
Hoofdstuk 162: De ordening in Gods huishouding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Wanneer, overeenkomstig hiermee, de mensen wat hun innerlijke levensactiviteit betreft lauw, traag, slaperig en lichtlozer worden, dan ontstaan er in de eindeloos grote geestenwereld direct grote bewegingen, en die veroorzaken door hun invloed vervolgens ook allerlei bewegingen en golvingen onder de mensen die nog op deze aarde leven. Dan staat het ene volk tegen het andere op, de ene leer bestrijdt de andere, en dat gaat dan lange tijd zo door, tot de mensen daardoor tot een zo groot mogelijke levensactiviteit gebracht worden.
Hoofdstuk 162: De ordening in Gods huishouding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Door wat Ik jullie nu gezegd en getoond heb zullen jullie gemakkelijk kunnen weten en zien, waarom het wordt toegelaten dat er mettertijd naast de kleine, ware stoel van Aäron, waarop Ik jullie nu zet, een valse en lang bestaande stoel te midden van de heidenen zal ontstaan, en hoe en waarom dan ook de valse profeten en leraren in Mijn naam zelfs worden toegelaten.
Hoofdstuk 163: Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Maar jullie en jullie ware nageslacht moeten er geen acht op slaan, als zij ook de roep uit de mond van de valsen zullen horen, volgens welke Christus hier of daar zou zijn. Want Ik zal nooit meer Mijn intrek nemen in een tempel die door mensenhanden gebouwd is, maar alleen in de geest en in de waarheid van degenen die Mij zullen zoeken en tot Mij bidden, in Mij alleen geloven en Mij derhalve ook boven alles zullen liefhebben; hun hart zal de ware tempel zijn waarin Ik verblijf en hierin zal Ik ook tot hen spreken, hen onderrichten en opvoeden en leiden. Onthoudt dit nu heel goed voor jezelf, zodat jullie je niet ergeren als dit allemaal zo gebeurt, maar eraan denken dat Ik jullie dat allemaal van tevoren heb aangekondigd, en ook de reden daarvan!'
Hoofdstuk 163: Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Wanneer dat in het algemeen bij alle mensen zal gebeuren, zal ook de grote en algemene dag van verlossing voor alle bewoners van de aarde helder beginnen aan te breken. Maar het werk is groot en zwaar en er zijn nog maar weinig goede arbeiders; streef er dus vooral naar dat hun aantal weldra groot wordt! Iedere arbeider in Mijn levenswijngaard zal al naargelang zijn vlijt en ijver ook een groot loon kunnen verwachten. Hier op deze aarde zal dat loon weliswaar karig zijn voor jullie lichaam, zoals het tot nu toe was, maar des te groter en rijker zal het zijn voor jullie ziel en geest.
Hoofdstuk 163: Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Daarom moet ieder vooral streven naar de bezittingen van de geest, die het licht, de waarheid en het leven in de ziel is! Wat het lichaam in de juiste mate nodig heeft, zal op deze aarde iedere trouwe arbeider in Mijn wijngaard zeker als vanzelf ten deel vallen; want Ik weet stellig het best wat de mens ook in lichamelijk opzicht, nodig heeft. - Hebben jullie Mij nu allemaal goed begrepen?'
Hoofdstuk 163: Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Nu keek de tollenaar verbaasd en zei: 'Niemand heeft U nog ooit in deze afgelegen streek gezien; hoe weet U dan dat mijn lieve vrouw een Griekse is?'
Hoofdstuk 164: Voor de herberg van een tollenaar De geschiedenis van de Farizeeër en de tollenaar (Luc. 18: 9-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Na deze woorden van Mij stond de tollenaar nog meer versteld en zei: 'Vriend! Jij bent een wonderlijk mens! Jij bent een waarzegger of een Esseen of zelfs een echte profeet! Want anders zou je toch onmogelijk kunnen weten dat mijn vrouw een Griekse is en dat wij werkelijk slechts twee kinderen hebben, die inderdaad een tweeling zijn. Zou je niet met je metgezellen in mijn huis willen komen en een kleine verfrissing tot je nemen? Ik denk, dat iemand van jou beslist veel te weten kan komen, wat voor hem van groot nut zou zijn!'
Hoofdstuk 164: Voor de herberg van een tollenaar De geschiedenis van de Farizeeër en de tollenaar (Luc. 18: 9-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)