Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 466 van 1110

...  454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479  ...
[10] Roclus zei: 'Onder jullie goden is er eeuwig niet één, aangezien al jullie goden slechts verzonnen zijn en hun beelden slechts door mensenhanden gemaakt zijn. De enig ware en almachtige God is alleen Degene die de joden aanroepen; Hem alleen is alles mogelijk!'
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Maar ondanks onze aanzienlijke offers en ondanks de verzekering van de joodse priester, dat zijn enig ware God ons zeker zou helpen, bleven onze kinderen toch alsmaar dood; en nu denk ik dus dat er ook deze keer niet bijzonder veel bereikt zal kunnen worden met de God van de joden. Maar u zult dat hier misschien wel beter weten dan de eerder genoemde joodse priester, die, eerlijk gezegd, zelf geen al te groot vertrouwen in zijn God leek te hebben, omdat ik gezien heb dat hij de geboden die hij ons voorhield zelf het minste in acht nam. Wat zouden wij volgens uw mening moeten doen om door de enig ware God van de joden geholpen te worden?'
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Ik en mijn broeders doen dat en wij hebben dan ook onmiskenbare bewijzen dat onze enig ware God altijd graag onze beden verhoort, vooropgesteld dat wij Hem niet om iets dwaas bidden! Wend je dus vol geloof in je hart tot onze God, als tot een allerbeste Vader, en beloof Hem dan ook dat jullie je dode afgoden zullen verlaten en Zijn geboden precies zullen houden; en dan zal blijken of onze God jullie verhoord heeft!'
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Maar Roclus stelde nóg een voorwaarde en zei: 'Ik heb nu uit jullie plechtige belofte begrepen dat jullie allemaal volkomen ernstig van plan zijn om tot de ene, enig ware God van de joden terug te keren, van wie jullie voorvaderen zich al bijna 1700 jaar geleden hebben afgekeerd, en daarom heb ik in mijzelf nu reeds de volle zekerheid dat God jullie wensen zal inwilligen. Maar wat hier zal gebeuren moet jullie voor je houden, en maak ons niet nóg bekender dan wij toch al zijn; want wat hier nu vandaag gebeurt, zal daarna niet meer gebeuren!
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Maar allerlei zieken, blinden, doven, stommen, lammen, kreupelen, jichtlijders, melaatsen, bezetenen, zieken die aan kwaadaardige koortsen lijden en krankzinnigen kunnen hier hun heil vinden. Als jullie ook deze voorwaarde willen vervullen, kunnen jullie de doodskisten openmaken en jullie nu al tot leven gewekte doden eruit halen en hun te eten geven, in het begin melk en daarna pas verse bouillon met wat brood, en tegen de avond ook wat wijn!
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Maar geloven jullie nu ook allen zonder twijfel, dat al jullie kinderen in de doodskisten al leven?'
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Daarop zei Roclus, op mijn innerlijk bevel: 'Zo geschiede jullie dan ook naar jullie geloof in de naam van Jezus Jehova Zebaoth! En maak nu de doodskisten open!'
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Daarop verlieten wij deze plaats direct, trokken ons terug in het plaatsje en begaven ons naar een andere poort, waarbuiten zich een reeds lang geleden door de Essenen opgerichte vrije herberg bevond. Het was, op de burcht na, wel het grootste gebouw ter plaatse, waar ook vele grote tuinen bij hoorden, die samen met het gebouw als één geheel door een hoge, sterke muur omringd waren, die om de honderd passen van een wachttoren was voorzien. In deze herberg, die vanuit Essea gezien tussen het oosten en het zuiden lag, bevonden zich behalve een groot aantal kreupelen ook nog een heleboel pleegkinderen, die volgens het vroegere, reeds bekende gebruik van de Essenen aan de ouders werden gegeven als hun opnieuw tot leven gewekte kinderen.
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Ik zei: 'Vriend, voor Mijzelf is dat niet nodig, aangezien Ik alles daarbinnen van het grootste tot het kleinste heel precies ken; maar ter wille van jullie zelf en Mijn leerlingen wil Ik ook deze instelling van jullie wel binnengaan en door de belangrijkste gedeelten ervan heenlopen!'
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Het grootste geluk van de mensen bestaat er echter enkel en alleen uit dat zij reeds in hun vroege kinderjaren de ene en enig ware God kennen en Hem als de meest ware en beste Vader van alle mensen boven alles leren liefhebben. Maar de heidenen kennen deze Vader niet, omdat zij van ouders afstammen die Hem ook niet gekend hebben. En kijk, zulke kinderen, die uit jullie midden aan de duistere heidenen zijn meegegeven, zijn er in geestelijk opzicht slecht aan toe, omdat zij onder de heidenen hun ware Vader in de hemel, die een eeuwige geest is vol goedheid, liefde, wijsheid en eindeloze macht, niet kunnen leren kennen en boven alles liefhebben.
Hoofdstuk 219: Bij de pleegkinderen van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar van nu af aan, Mijn liefste kinderen, hoeven jullie geen angst meer te hebben; want voortaan zal niemand meer uit jullie midden weggegeven worden, maar jullie zullen allemaal hier blijven en de ware Vader van alle mensen leren kennen en boven alles liefhebben, en jullie zullen daarna als vrije en wijze mensen onder de andere mensen veel goeds en bovendien veel nuttigs kunnen verrichten. Wees nu dus allemaal opgewekt en vrolijk en volgzaam tegenover jullie leraren, dan zal de Vader in de hemel voor jullie zorgen, zodat jullie tijdelijk en eeuwig in het rijk van de Vader in de hemel buitengewoon gelukkig worden! Dat het zo met jullie zal gaan, zal jullie overste Roclus jullie ook zelf vertellen. - Zijn jullie, Mijn lieve kinderen, daar nu mee tevreden?'
Hoofdstuk 219: Bij de pleegkinderen van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Ik zei: 'Hij zal het jullie op het juiste moment wel zeggen. Maar Ik ben immers een Heer, die veel macht heeft, ook over jullie overste, en wat Ik zeg en wil, zal hij ook doen. Daar kunnen jullie in vol vertrouwen zeker van zijn.
Hoofdstuk 219: Bij de pleegkinderen van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ik zei: 'Ja, Mijn lieve kinderen, Ik ben een nog geweldig veel grotere Heer dan de keizer van Rome; maar de grootheid van Mijn heerlijkheid zouden jullie nu nog niet kunnen begrijpen! Roclus zelf zal jullie op de juiste tijd alles heel duidelijk tonen, en dan zullen jullie wel begrijpen hoe Ik een echte Heer over jullie overste en ook over de keizer van Rome ben, en dan zullen jullie Mij pas echt loven en prijzen en een grote vreugde voelen omdat Ik jullie nu Zelf bezocht heb.'
Hoofdstuk 219: Bij de pleegkinderen van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Ik zei: 'Ja, Mijn lieve kinderen, dat is nu nog wel een beetje moeilijk, omdat jullie nog helemaal niets van Hem weten; maar Ik zal toch proberen om jullie iets over Hem te vertellen, luister dus heel aandachtig naar Mij !
Hoofdstuk 219: Bij de pleegkinderen van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[22] Ik keek hen vriendelijk aan en zei: ' Mijn lieve kinderen! Ik hoor en zie de Vader altijd, en Hij ziet er precies zo uit als Ik, en Zijn stem klinkt ook net zoals de Mijne; wie dus Mij ziet en hoort, ziet en hoort ook de Vader in de hemel. Kijk Mij dus maar heel goed aan, dan kunnen jullie zeggen dat jullie de Vader in de hemel al gezien en gehoord hebben!'
Hoofdstuk 219: Bij de pleegkinderen van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479  ...