15542 resultaten - Pagina 466 van 1037
... 454 - 455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 ...
[12] Bij Mij gekomen, boog hij diep voor Mij en vroeg wat Mij ertoe gebracht kon hebben om zonder leerlingen een ochtendwandeling naar deze oostelijke zijde van de stad Pella te maken.Hoofdstuk 40: De Heer kijkt met de commandant op een heuvel naar de aanbrekende ochtend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[19] Ik zei: 'Maak je daar niet druk om; want de wereld is door Mij zo ingericht, dat alles zich heel geleidelijk aan moet ontplooien en ontwikkelen! Kijk naar het ontstaan van de dag, kijk naar de ontwikkeling van de planten, de dieren en tenslotte nog meer van de mensen; dan zul je gemakkelijk begrijpen om welke reden jou bij je eerste binnenkomst in Mijn rijk nog niet alles zo duidelijk kan zijn als het je later ooit zal worden, wanneer Mijn geest zich meer en meer in jou zal uitbreiden en jij in één ogenblik meer zult vatten en beter begrijpen dan je tot nu toe kon door jarenlang te denken! Daar kun je nu dus helemaal gerust over zijn, omdat jij je al op de beste weg bevindt! Laten we daarom nu verder naar de taferelen van de mooie ochtend kijken!'
Hoofdstuk 40: De Heer kijkt met de commandant op een heuvel naar de aanbrekende ochtend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Daarna keken we naar de uiteenlopende verschijnselen van de ochtend, en Ik verklaarde ze voor de commandant, die daar heel dankbaar voor was en zich erg verbaasde, want er zat in hem nog veel verborgen van de oude mythische elementen van het fantasierijke heidendom uit zijn vroege jeugd, Wat hij niet allemaal in één ogenblik kon kwijtraken.
Hoofdstuk 41: De leerlingen zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Petrus zei: 'jullie weten toch dat Hij, zolang wij bij Hem zijn, steeds elke ochtend voor zonsopgang naar buiten pleegt te gaan. Hij zal op de juiste tijd wel weer terugkeren; laten we dus niet angstig bezorgd om Hem zijn!'
Hoofdstuk 41: De leerlingen zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Daarop zei de terechtgewezen leerling niets meer en ging alleen naar buiten, waar hij enkele joden trof, die hem vroegen of Ik in huis was, en wat Ik deed.
Hoofdstuk 41: De leerlingen zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Er kwam echter een dienaar van de commandant - maar niet degene die Mij 's ochtends vroeg het huis van de commandant voorbij had zien gaan, maar een dienaar die door zijn dochter was gestuurd om te informeren naar Mij en naar de commandant, of hij misschien bij Mij was, aangezien hij zo vroeg en zo haastig het huis uit was gegaan. Maar deze dienaar kon van de leerlingen ook niets wijzer worden.
Hoofdstuk 41: De leerlingen zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Na deze woorden van Jacobus stonden allen op en gingen naar het huis van de commandant; daar troffen ze al gauw de wachthoudende dienaar, die hun vertelde in welke richting hij Mij en daarna ook de commandant had zien gaan.
Hoofdstuk 41: De leerlingen zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Laten wij nu dus opgewekt en vrolijk zijn; want alles wat de Heer wil, doet of toelaat is zo eindeloos goed, dat wij daar geen voorstelling van hebben! Wij kunnen nu heel opgewekt naar huis gaan en een stellig goed toebereid ochtendmaal tot ons nemen, als U, o Heer, dat welgevallig is?'
Hoofdstuk 42: De commandant troost de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Ik zei: 'Zeer zeker, want de dienaren van onze waard hebben hun uiterste best gedaan om een heel goed ochtendmaal voor ons klaar te maken; ook jouw vrouwen je dochter zijn spoedig na het vertrek van de leerlingen naar de vrouw van de waard gegaan om daar naar Mij te informeren, en ze hebben heel ijverig meegewerkt aan het klaarmaken van het ochtendmaal. We kunnen dus nu wel opbreken en op ons gemak naar de herberg gaan; maar laten we er via een kleine omweg buiten de stad naartoe gaan, opdat ons in de stad niet teveel mensen opmerken die ons dan massaal zullen volgen!'
Hoofdstuk 42: De commandant troost de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Wij gingen naar de eetkamer, waar de dochter van de commandant Mij vriendelijk tegemoet kwam en Mij bedankte voor de genade, dat ze waardig Was Mij nog een keer te zien en Mij de spijzen voor te zetten, die zij voor Mij klaargemaakt had.
Hoofdstuk 43: Het ontbijt van Veronica - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Voor de commandant, zijn tevens aanwezige ondergeschikten en zijn vrouwen dochter werd naar Romeins gebruik gekookt rundvlees met een zeer kruidig ruikende bouillon opgediend. En het ochtendmaal smaakte allen buitengewoon goed, en men deed zich tegoed aan de wijn en het brood.
Hoofdstuk 43: Het ontbijt van Veronica - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Als je echter een liefhebster van dergelijke vissen bent, stuur dan een dienaar naar jullie visbewaarplaats, dan zullen er vast nog wel een paar zijn! En als er een paar zijn, maak ze dan voor het middagmaal klaar voor Mij, voor jou en ook voor de anderen! We zullen allemaal genoeg hebben.'
Hoofdstuk 43: Het ontbijt van Veronica - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[18] Allen waren blij dat ze Mij gevonden hadden; alleen Simon Juda liep naar Mij toe en zei met een vriendelijk gezicht: 'Maar Heer en Meester, kijk, wij waren angstig en bedroefd, omdat wij niet wisten waar U deze ochtend heen was gegaan! Als U ons daar maar iets over gezegd had, zouden wij zoals altijd meteen met U mee zijn gegaan en hadden we ons geen zorgen om U hoeven te maken. Wij vragen U of U ons dat in deze vreemde omgeving niet meer wilt aandoen; maar als U volgens Uw wijsheid ergens alleen heen wilt gaan, zeg ons dan dat wij alleen moeten blijven; dan zullen wij zeker nooit tegen Uw heilige wil ingaan! Want kijk, wij hebben U boven alles lief, en daarom worden wij ongerust als wij ook maar enkele ogenblikken niet weten waar U bent en wat U doet!'
Hoofdstuk 41: De leerlingen zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Toen Veronica, de commandant, zijn vrouwen zijn ondergeschikten dat van Mij hadden gehoord, gingen ze, zonder er verder nog een woord aan te verspillen, snel naar de visbewaarplaats, die zich in de buurt van een bron op het grondgebied van de waard bevond en die de commandant van de waard had gepacht, omdat de waard toch nooit vissen had, en ze troffen de hele visbewaarplaats vol met de edelste vissen aan.
Hoofdstuk 44: Het grote belang van de leer van de Heer ten opzichte van Zijn daden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Daarom zouden de mensen naar mijn menselijk verstandelijke mening niet alleen Uw zeer wijze en waarachtige leer moeten ontvangen, maar ook te horen krijgen dat die leer niet zoals in de oertijd uit de mond van een wijs mens is gekomen, maar direct uit de mond van God, die overeenkomstig Zijn eeuwige raadsbesluit de menselijke natuur en gestalte lichamelijk heeft aangenomen; maar tevens dat deze daden, die alleen God kan doen en waar duizenden getuigen borg voor kunnen staan, meer dan overduidelijk hebben bewezen dat hij geen mens, maar naar volle en onbetwistbare waarheid de enig ware God Zelf was!
Hoofdstuk 45: De tegenwerpingen van de onderaanvoerder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)