Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 467 van 1088

...  455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480  ...
[10] Als de mensen zich net als jullie weer volledig van de wereld afwenden en weer in vol geloof en in alle liefde naar Mij terugkeren, zullen ze in Mij de rustige en zalige zielenavond vinden; maar zonder dat zal de zielenavond bij de mensen in de toekomst nog stormachtiger en verschrikkelijker worden dan iemand tot nu toe heeft meegemaakt en gevoeld. Want van nu af aan zullen de mensen niet meer kunnen zeggen: 'Wie heeft God ooit gezien en met Hem gesproken, en wie garandeert ons de volle waarheid van wat er in de Schrift geschreven staat?'; want Ik spreek nu voor iedereen goed herkenbaar en zichtbaar Zelf als de Heer tot de mensen en toon hun de waarheid van het leven, die de fundamentele waarheid van alle waarheid is. Wie die in zich heeft opgenomen, zal echt geen angst meer hebben voor de dood van zijn lichaam; want hij zal de dood zien noch voelen, ook al zou hij wat zijn lichaam betreft honderd keer moeten sterven.'
Hoofdstuk 137: Avondoverwegingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Mijn rijk is echter niet van deze wereld, en wie het met Mij houdt zal niet de dood, maar het eeuwige leven in Mijn rijk als loon ontvangen. Mijn andere leerlingen hebben, op een paar na, toch ook vrouwen kinderen thuis -en toch zijn ze bij Mij gebleven ter wille van het rijk Gods! Waarom ben jij dan naar je familie gegaan, alsof jouw zorg voor hen meer is dan die van Mij? Schrijf dat in je wereldse hart!'
Hoofdstuk 139: Uitleg van de Heer over de planeet Mars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Nu zei de dienaar enigszins verlegen: 'Ja, dan zouden de heren even naar buiten moeten komen; want vanuit deze zaal kun je hem niet zien, omdat de ramen zich niet aan de oostkant, maar precies aan de andere kant bevinden.'
Hoofdstuk 139: Uitleg van de Heer over de planeet Mars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Ik zei: 'Dan gaan we nog even naar buiten om te zien wat voor ster jou zo'n angst bezorgd heeft!'
Hoofdstuk 139: Uitleg van de Heer over de planeet Mars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Daarop liepen we naar buiten en zagen daar direct de rode, grote ster in het oosten, die nu reeds hoger boven de horizon stond, waardoor de rode kleur sterk veranderd was, hoewel het licht uitzonderlijk sterk was.
Hoofdstuk 139: Uitleg van de Heer over de planeet Mars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] Maar omdat deze ster ons nu toch al naar buiten heeft gelokt, zou ik graag heel in het kort uit Uw mond willen horen hoe de meeste ons bekende volkeren tot het geloof zijn gekomen dat deze ster oorlog ontketent onder de mensen, met name als hij zich net als nu vanwege zijn nabijheid aan het menselijke oog groter voordoet, om welke reden hij ook de naam van de heidense oorlogsgod heeft gekregen en vele heidenen hem ook voor de oorlogsgod zelf houden en hem daarom ook vrezen.'
Hoofdstuk 139: Uitleg van de Heer over de planeet Mars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[24] Als je dat nu hebt begrepen, zul je nu ook wel inzien hoe onze planeet aan de eer is gekomen om als god van de oorlogen gezien te worden. -Maar we zullen deze ster nu laten voor wat hij is, weer naar huis gaan en ons daar ter ruste begeven!'
Hoofdstuk 139: Uitleg van de Heer over de planeet Mars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] De twaalf vissers gingen weer naar huis, naar hun nabijgelegen dorpje, met het voornemen om 's morgens voor Mij en Mijn leerlingen weer -maar nu een grotere hoeveelheid - vissen mee te brengen; want ze werden door Mijn woorden en onderricht buitengewoon gesticht en wisten zich van louter dankbaarheid geen raad. De hele weg tot aan hun dorpje juichten ze luid over Mij en raakten thuis tegenover hun metgezellen maar niet uitgepraat over de diepe en zuiver goddelijke waarheden die ze uit Mijn mond hadden gehoord. Hun metgezellen en verwanten vroegen hun of Ik misschien ook nog enkele tekenen en wonderen had gedaan.
Hoofdstuk 140: De moedige bootsman (6.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Wee de huichelachtige Farizeeër, die het in zijn hoofd haalt om mij op andere gedachten te brengen; ik zal hem zeggen en tonen op de hoeveelste trede naar de hel hij staat en welk loon hem daar te wachten staat!'
Hoofdstuk 140: De moedige bootsman (6.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Allen stonden snel op van hun rustplaatsen, gingen naar de visbassins, haalden er ongeveer honderd van de mooiste en beste vissen uit en droegen die naar Jesaïra.
Hoofdstuk 140: De moedige bootsman (6.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Deze keer gingen ook de acht vissers mee, die gisteren thuis waren gebleven, en hielpen mee de vissen naar Jesaïra te brengen in draagvaatjes, die ze op een kar legden, die ze zelf trokken en duwden.
Hoofdstuk 140: De moedige bootsman (6.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[23] En als er onder het volk zo nu en dan iemand was die het volk vertelde dat de priesters het bij die gelegenheid alleen maar wilden uitbuiten en dat de ster als zodanig een volkomen onschadelijke planeet was, en het volk geloofde die wijze man en bracht de priesters weinig of helemaal geen offers, dan verstonden de priesters heel goed de kunst om vijandschappen tussen de volkeren te stichten en hen in oorlog te doen ontbranden. Die werden dan met de grootste verbittering en wreedheid gevoerd. Dan liep het volk massaal naar de priesters in hun tempels en offerde aan de goden om hen mild te stemmen. Als de priesters bij zulke kwalijke gelegenheden een grote winst hadden gemaakt, dan probeerden zij de regeerders weer mild te stemmen en was de oorlog al gauw weer ten einde.
Hoofdstuk 139: Uitleg van de Heer over de planeet Mars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Toen ze gemakkelijk en snel in Jesaïra aankwamen sliepen de meeste leerlingen nog; alleen Ik, Petrus, Andreas, Jacobus, Johannes, Kisjonah, Philopold en de waard en verschillende van zijn bedienden waren al op de been en keken naar de levendige taferelen van de vroege ochtend.
Hoofdstuk 140: De moedige bootsman (6.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Toen namen de dienaren van de waard de vissen mee en brachten ze naar de grote gastenkeuken, waar een tamelijk grote, van cederhout gemaakte bak stond om de vissen in te bewaren, die Mijn pleegvader Jozef had getimmerd nog voor Ik geboren was en die de waard erg in ere hield, omdat zijn vader hem had laten maken in het jaar kort voor hij stierf.
Hoofdstuk 140: De moedige bootsman (6.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[22] Deze paar dingen mogen dienen om wat meer bekend te raken met dit huis in Jesaïra, waarvan echter, NOTA BENE, zoals van vele andere plaatsjes aan het Meer van Galilea, al meer dan duizend jaar geen spoor meer te vinden is; want de vele oorlogen en volksverhuizingen, die deze landen dikwijls hebben geteisterd, hebben alles vernietigd en verwoest. -En nu weer terug naar onszelf!
Hoofdstuk 140: De moedige bootsman (6.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480  ...