Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 467 van 728

...  455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480  ...
[12] O beproef mij niet meer, want ongelukkiger dan ik is nog nooit een mens op deze aarde geweest! Al hebben jullie mij ook alles vergeven, mijn broeder die ik heb laten doden zal mij echter nooit vergeven; en God zal mij zo'n daad ook niet vergeven! Daarom ben ik zo eindeloos ongelukkig! O vader, beproef mij, de meest ellendige, daarom niet meer!'
Hoofdstuk 301: Fungar-Hellans voorschriften voor Drohuit. Agla's goede woorden tot haar vader. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Fungar-Hellan zei echter: 'Het gezang van deze vogel is mij zeer goed bekend, want het is geen natuurlijk gezang maar ingestudeerd! Aangezien men maar al te goed weet welke vogels zich tot kunstzangers laten africhten, is het als men zulk kunstmatig gezang hoort ook helemaal niet moeilijk te raden of het van een spreeuw, een merel of een goudleeuwerik afkomstig is!
Hoofdstuk 302: De huichelachtige woorden van Drohuit en het antwoord van Fungar-Hellan. Agla in het grove boetekleed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Zo herken ik hier al op het eerste ogenblik het gezang van deze vogel die noch een spreeuw, noch een merel en al helemaal geen goudleeuwerik is, maar duidelijk herkenbaar als een echte doods- en roofvogel de stem van kleine vogeltjes nabootst om hen dichter naar zijn klauwen te lokken! Nu zijn wij echter geen dwazen meer en zullen ons door hem niet in het een of andere struikgewas laten lokken!
Hoofdstuk 302: De huichelachtige woorden van Drohuit en het antwoord van Fungar-Hellan. Agla in het grove boetekleed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] De hoofdmacht moet echter altijd en overal eerst de tempel met drie rijen dik insluiten en er nauwkeurig op toezien dat niemand van de een of andere tempel ontvlucht!
Hoofdstuk 305: De generaal beveelt het leger om de tempel van de god van de ertsen en smeden aan te vallen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Maar Fungar-Hellan sprak: 'Goed; ik zweer jullie echter bij mijn leven - als ik overdag mijn intrede zal doen -, dat jullie allemaal tezamen met de opperpriesters en onderpriesters door het zwaard zullen worden gedood! Want jullie belemmeren mij datgene te doen wat de oude God van Adam, Seth en Henoch mij heeft opgedragen; daarom zal dat jullie allen de zekere dood brengen!'
Hoofdstuk 307: De afwijzing van Fungar-Hellan door de poortwachters. Het opblazen van de ringmuur om de tempel door middel van mijnen. Het neersabelen van de vijfduizend tempeldienaren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Fungar gaf de spionnen echter een geheime wenk dat zij de nog achtergebleven spionnen en wachters door ijlboden moesten laten terughalen.
Hoofdstuk 311: Het verdwijnen van de vrijgelatenen in een geheimzinnige opening in de rotswand. Terugkeer en verhoor van de vrijgelatenen door de generaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Fungar-Hellan zei echter: 'O, dat geeft niets; wij zullen de huiveringwekkende plaats wel mooi maken! Daarom op weg en naar de geheiligde plek!'
Hoofdstuk 311: Het verdwijnen van de vrijgelatenen in een geheimzinnige opening in de rotswand. Terugkeer en verhoor van de vrijgelatenen door de generaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Nu komt het op het onderzoek van jouw kant aan! Maar ondervraag eerst de boetelingen! Als zij jou vóór het onderzoek de waarheid vertellen, schenk hen dan na de uitvoering van het onderzoek het leven; wanneer zij je echter van tevoren beliegen, dood hen dan, en wel door hen in te metselen in hun eigen holenstelsel!'
Hoofdstuk 312: Fungar-Hellan voor de grot in de rots. De inlichtingen van Mahal en de vrijgelatenen over de grot. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Na een verblijf van drie dagen, dat het leger gebruikte om uit te rusten en de generaal om munten te slaan van het buitgemaakte goud en zilver, brak het leger weer op en ging op bevel van de generaal naar de tempel van de vuurgod. Bij de verovering en verwoesting daarvan ging het er echter wel wat hardnekkiger aan toe omdat het aantal priesters zeer was toegenomen en ze zich naar alle kanten hadden verspreid; want in de buurt van iedere vuurspuwende berg was een bij-tempel opgericht waar dan bij feesten het kunstvuurwerk in ruil voor rijke offers werd geproduceerd.
Hoofdstuk 315: Het vertrek van het leger naar de zonnetempel, overgave en verwoesting van de tempel zonder bloedvergieten. De inname en verwoesting van de vuurtempel en de tempel van de windgod. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Na de verwoesting van deze tempels en na het beëindigen van het slaan van de gouden en zilveren munten, wat hier meer dan twee miljoen pond bedroeg en waar tweeduizend kamelen voor nodig waren om het weg te brengen, brak het leger op naar de tempel van de god van de winden. Deze god echter maakte het Fungar flink moeilijk voor hij onderworpen kon worden. Want ten eerste hadden de priesters het water van het meer door geweldige sluizen in zijn vier afwateringen steeds hoog gehouden. Was er nu van de ene of andere kant iets vijandelijks genaderd, dan werden de sluizen geopend, en een geweldige watermassa stortte zich woedend over de vijanden uit op iedere mogelijke toegang tot deze tempel. En ten tweede waren deze priesters er ook volledig van op de hoogte hoe ze met elektriciteit van alles konden manipuleren en waarmee hun omgeving ontoegankelijk werd gemaakt.
Hoofdstuk 315: Het vertrek van het leger naar de zonnetempel, overgave en verwoesting van de tempel zonder bloedvergieten. De inname en verwoesting van de vuurtempel en de tempel van de windgod. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Maar aangezien zij deze macht misbruikten, kwamen wij om die van hen weg te nemen; zij doorzagen ons echter en maskeerden hun omstandigheden zodanig, dat wij hen niets kunnen maken.
Hoofdstuk 319: Mahals opheldering aan Fungar-Hellan. De mislukte lering van de waterpriesters als beeld van het mislukken van de goddelijke liefde bij ons mensen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Al belijden wij God ook met de mond, wij verloochenen Hem echter met iedere daad van ons! Want God verloochent Zichzelf helemaal en keert al Zijn schatten naar ons toe; maar wij doen dat in het beste geval zo, dat wij slechts het kleinste deel aan onze broeders geven en het grootste deel altijd voor onszelf behouden!
Hoofdstuk 319: Mahals opheldering aan Fungar-Hellan. De mislukte lering van de waterpriesters als beeld van het mislukken van de goddelijke liefde bij ons mensen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] 'Vriend, wij zijn nu hier op jouw raad gelegerd, maar ik zie in de verste verte nog niets wat met je voorspelling overeenkomt! Heb je mij voor de gek gehouden?! - Werkelijk, hoewel ik je innigste vriend ben, zeg ik je echter toch dat zo'n fopperij je zeer duur te staan zou kunnen komen!'
Hoofdstuk 321: Het legerkamp van Fungar-Hellan langs de wand van het gebergte. Het dreigement van de twijfelende generaal tegen Mahal. Mahals profetische waarschuwing. De vreeswekkende instorting van de door de hooglanders ondermijnde bergwand. Mahals raad tot vrede. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] En Fungar-Hellan zei: 'O jij vreselijke profeet vanuit Gods hoogte! Waarom moet je alleen maar verschrikkelijke dingen verkondigen die zo wanhopig juist uitkomen, en waarom niet ook goede, die ook zo juist uitkomen?! Zeg me nu echter ook hoe wij de overwinning kunnen behalen op de wraakzuchtige bewoners van het hoogland!'
Hoofdstuk 321: Het legerkamp van Fungar-Hellan langs de wand van het gebergte. Het dreigement van de twijfelende generaal tegen Mahal. Mahals profetische waarschuwing. De vreeswekkende instorting van de door de hooglanders ondermijnde bergwand. Mahals raad tot vrede. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Wij weten echter dat ook jullie een grote nederlaag hebben geleden en daarom misschien nauwelijks meer de moed zult hebben om van ons je schatting op te eisen, omdat jullie in je grote wijsheid kunnen oordelen en voor zeker aannemen dat wij nog een bewapende macht van bijna vijf miljoen soldaten in reserve hebben.
Hoofdstuk 326: De vredesmissie naar de tien vorsten en Mahal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  455 - 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480  ...