10915 resultaten - Pagina 468 van 728
... 456 - 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 ...
[4] En Mahal zei: 'Ja, - je kunt geloven wat zij verklaarden, want het is nu zo; het aanbieden van de oorlogsschatting was echter niet de eigenlijke reden om hierheen te komen, maar de voornaamste reden van dat alles ben ik!Hoofdstuk 327: Mahals ernstige en wijze woorden tot de afgevaardigden en tot de tien vorsten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Zeg daarom tegen je gebieders dat ik alleen dan weer naar hen zal teruggaan wanneer God de Heer het mij zal opdragen! Zeg hun echter ook dat ik er in naam van de Heer zeer goed op zal toezien hoe zij zich aan het dubbele aanbod aan de tien vorsten zullen houden!'
Hoofdstuk 327: Mahals ernstige en wijze woorden tot de afgevaardigden en tot de tien vorsten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] En Fungar-Hellan zei: 'Zij moeten het maar zelf komen halen! Wanneer zij echter komen, dan zullen wij hen op gepaste wijze ontvangen!
Hoofdstuk 329: De woede van Gumt en Fungar-Hellan op de hooglanders wegens de mislukking van de tweede afvaardiging en hun plan tot wraak, de bergen van het hoogland te ondermijnen en te laten springen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Want in eigen land is in zo'n korte tijdspanne die enorme eis aan graan en vee zonder gewelddadigheden onmogelijk bijeen te brengen. Wordt echter om die reden zo'n gewelddaad aan eigen staatsburgers bedreven, dan zal het hele rijk tegen ons in opstand komen en ons met zijn grote overmacht geheel te gronde richten!
Hoofdstuk 329: De woede van Gumt en Fungar-Hellan op de hooglanders wegens de mislukking van de tweede afvaardiging en hun plan tot wraak, de bergen van het hoogland te ondermijnen en te laten springen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Als teken van waarheid moeten de afgevaardigden meteen de sleutels en enige nagemaakte kronen van Hanoch meenemen en die aan het tiental overdragen en hen echter ook tegelijkertijd uitnodigen naar Hanoch te komen en alles over te nemen zoals het er nu bij staat! - Wat denk je, is mijn idee niet goed?'
Hoofdstuk 329: De woede van Gumt en Fungar-Hellan op de hooglanders wegens de mislukking van de tweede afvaardiging en hun plan tot wraak, de bergen van het hoogland te ondermijnen en te laten springen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] De tien vorsten van het hoogland riepen echter ook een raad bijeen om te overleggen wat zij zouden doen als de Hanochieten hun woord niet hielden. Het beraad duurde drie maanden, en zij konden niet tot overeenstemming komen over deze zaak.
Hoofdstuk 330: De vruchteloze raad van de hooglanders en hun argwaan ten opzichte van Mahal. Mahals antwoord en profetie. Het ongelovige antwoord van de tien vorsten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Maar als wij Zijn genade, erbarming en liefde verspeeld hebben, dan zal iedereen en alles wat maar wezen of ding heet ons vervolgen en ons vijandig bejegenen; niet eens op onze schaduw zullen wij kunnen vertrouwen dat die ons niet zal verraden aan allerlei vijanden!
Hoofdstuk 331: Mahal vermaant zijn kinderen om op God te vertrouwen. De verdorvenheid van de mensen in de laagte. Mahal en de zijnen gaan op weg naar de hoogte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] De Heer zag echter dat de mensen zich niet alleen niet bekeerden door Zijn dagelijkse vermaningen in allerlei vorm en gedaante, maar in hun slechtheid steeds groter en machtiger werden, en hoe al hun denken en streven steeds maar slechter en slechter werd, - toen berouwde het Hem dat Hij mensen had gemaakt op aarde, en Hij was daar zeer bedroefd over in Zijn hart!
Hoofdstuk 333: Mahal informeert naar de waterkist. Noachs relaas van de geschiedenis van de ark. Het verval van de mensen en de grote lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Ik, Noach, vond echter genade in Gods ogen en Hij rekende mij niet tot de mensen van de aarde die slecht zijn geworden! En zie, God keek op die tijd weer naar de aarde; maar die was voor Zijn ogen verdorven en vol misdaad!
Hoofdstuk 333: Mahal informeert naar de waterkist. Noachs relaas van de geschiedenis van de ark. Het verval van de mensen en de grote lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] En zie, om die tijd moest ik ook, zoals je weet, het hout vellen om daarmee de kist te bouwen die nu tot op een kleinigheid na voltooid voor ons staat! Wil je echter ook meer van het bouwplan weten, dan zal ik je dat ook volgens de eigen woorden van de Heer meedelen!'
Hoofdstuk 333: Mahal informeert naar de waterkist. Noachs relaas van de geschiedenis van de ark. Het verval van de mensen en de grote lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Maar daar de Heer ten opzichte van mij, de altijd gerechte, zo trouweloos heeft gehandeld en heel smadelijk tegen mij heeft gezondigd, geloof ik nu dat ook God kan zondigen! Want zonder zonde bestaat er geen berouw; wie echter zegt: `Het berouwt me!', die heeft gezondigd!
Hoofdstuk 335: Noachs vermaning aan zijn broer. De verblinding van de eigengereide Mahal en zijn twist met de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Zie broer, juist die triomf van gerechtigheid is God de Heer echter nog minder aangenaam dan een of andere wederrechtelijke handeling als zonde zelf; want dat is nu juist de wortel van de hoogmoed zelf die uit de mens moet verdwijnen wanneer deze iets wil betekenen in Gods ogen.
Hoofdstuk 337: Noach opent Mahals ogen over zijn eigenlijke fout. De hoge dunk van eigen rechtvaardigheid als voornaamste wortel van hoogmoed. Mahals uitdaging aan God. De Heer verschijnt. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] `Aangezien ik al zo zuiver en rechtvaardig ben als God Zelf is, maar desondanks niet heilig mag zijn omdat de heiligheid van God onaantastbaar is, wil ik echter toch in de beperking van mijn macht in mijn menselijke hoedanigheid beter handelen dan God Zelf.
Hoofdstuk 337: Noach opent Mahals ogen over zijn eigenlijke fout. De hoge dunk van eigen rechtvaardigheid als voornaamste wortel van hoogmoed. Mahals uitdaging aan God. De Heer verschijnt. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Mahal zei echter: 'Broer, met jou heb ik niets te bespreken en te beslechten, want ik heb met jou altijd als een ware broer geleefd en heb je heerschappij over de stam nooit ook maar in het minst in gevaar gebracht!
Hoofdstuk 337: Noach opent Mahals ogen over zijn eigenlijke fout. De hoge dunk van eigen rechtvaardigheid als voornaamste wortel van hoogmoed. Mahals uitdaging aan God. De Heer verschijnt. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Maar Ik zeg je: zet voor Mij uiteen wat er aan Mijn schepping niet juist is, en Ik zal het ogenblikkelijk veranderen; je moet Mij echter eerst grondig bewijzen dat er in Mijn schepping werkelijk iets slechts en bijgevolg iets verwerpelijks bestaat!- Spreek, en Ik wil er meteen naar handelen!'
Hoofdstuk 339: De uitnodiging van de Heer aan Mahal. Mahals dwaze tegenvragen en de wijze en zachtmoedige antwoorden van de Heer over dood en onsterfelijkheid. Mahals vraag naar de oorsprong van Satan en zijn fundamentele boosheid en het duidelijke antwoord van de heilige Vader. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)