Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 469 van 1166

...  457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482  ...
[2] Ze vroeg mij evenwel zeer dringend om hem op te zoeken en, als ik hem ergens zou treffen, haar daarover te willen berichten -wat ik dan ook op mijn woord van eer beloofde te doen. Zij en ook de timmerlieden, die zich zijn broers noemden, wisten een heleboel wonderlijke dingen over hun geliefde Jezus te vertellen, en ik van mijn kant heb hun ook verteld wat ik op mijn reizen over hem gehoord had, wat hun zichtbaar groot genoegen deed.
Hoofdstuk 173: De wensen van koning Abgarus van Edessa - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Nu hangt het er enkel nog van af of deze wonderman die jij, lieve vader, mij getoond hebt, de geliefde heiland Jezus uit Nazareth is, voor wie ik die briefbij mij heb, en dan heb ik mijn heil gevonden!'
Hoofdstuk 173: De wensen van koning Abgarus van Edessa - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Ik zei: 'Vraag het eerst aan deze genezen bedelaar en daarna ook aan al deze leerlingen van Mij; want zij zijn nu allemaal Mijn trouwe getuigen, en zij zullen je de waarheid zeggen en je die niet onthouden!'
Hoofdstuk 173: De wensen van koning Abgarus van Edessa - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Toen de zoon dat van de bedelaar hoorde, informeerde hij niet meer verder, maar haalde de brief uit zijn zak en gaf hem aan Mij met de woorden (Kado): 'Heer en Meester, U bent inderdaad Degene die ik gezocht heb! Vergeef mij, dat ik U zo lang met mijn gepraat en verhalen heb vermoeid!'
Hoofdstuk 173: De wensen van koning Abgarus van Edessa - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] De zoon kwam dan ook al gauw weer bij Mij terug met de zijnen en vroeg Mij of hij aan Mijn tafel mocht plaats nemen, wat Ik hem ook allervriendelijkst toestond. Natuurlijk moesten enkelen van Mijn leerlingen aan een andere tafel gaan zitten, omdat Mijn tafel maar klein was; maar dat gaf niets, omdat er toch een tweede tafel niet ver van Mij stond.
Hoofdstuk 173: De wensen van koning Abgarus van Edessa - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Nu nam Ik de brief, gaf hem aan de leerling Johannes met de opmerking dat hij die moest lezen en daarna in Mijn naam ook moest beantwoorden, wat Johannes ook deed, omdat hij goed in het Grieks kon schrijven.
Hoofdstuk 173: De wensen van koning Abgarus van Edessa - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Kado zei: 'O beste, goede heiland! Als ik alles moest vertellen wat de koning mij aan goeds en verhevens over U gezegd heeft, dan zou ik wel dagenlang bezig zijn; maar alleen de hoofdzaak aan te roeren, waarvan ik in mijn inleidende woorden al iets naar voren gebracht heb, zal niet veel tijd vergen.
Hoofdstuk 173: De wensen van koning Abgarus van Edessa - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[21] Ik zei: 'Jij hebt hier, heel kort samengevat, een buitengewoon goed verslag gegeven -en kijk: datzelfde, zij het in iets andere woorden, zoals dat in een brief gebruikelijk is, staat ook in de brief, en met name in de huidige brief, hoe en waarom hij Mij bij zich zou willen hebben! De wens van de koning verheugt Mij erg, en voordat er van nu af een jaar voorbij zal zijn, zal Ik die ook in de geest en in de volste waarheid realiseren; maar eerst moeten er nog heel grote dingen gebeuren, die Mijn leerling hem wel zal meedelen. Daardoor zal de koning dan ook zeer gerustgesteld en getroost zijn.
Hoofdstuk 173: De wensen van koning Abgarus van Edessa - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Toen Ik uitgesproken was, kwam er vanuit de keuken bericht dat het gastmaal klaar was en ook opgediend kon worden. De waard gaf het teken om de spijzen op te dienen. En er werd een grote hoeveelheid zeer goed toebereide spijzen op tafel gezet, deels op Griekse wijze en deels op joodse wijze klaargemaakt, in zilveren schalen, en op Mijn tafel in gouden schalen. De waard en de zoon en zijn vrouwen kinderen, evenals zijn moeder en thuiswonende jongere zusters vroegen Mij nadrukkelijk om aan het avondmaal, dat een waar feestmaal zou zijn deel te nemen, omdat Ik, toen de spijzen opgediend werden, aanstalten maakte om Mij samen met Mijn leerlingen van tafel te verwijderen. Omdat zovelen het vroegen bleef Ik toen samen met de leerlingen aan tafel, en iedereen in het hele huis werd daar buitengewoon blij en opgewekt van. Wij aten en dronken wel ongeveer een uur lang.
Hoofdstuk 174: De maaltijd bij de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Wat is er nog gelegen aan de tempel in Jeruzalem, of aan al die loze ceremoniën, die alleen vóór Mijn komst een voorbereidende symbolische betekenis hadden, maar nu hol, zinloos en zonder betekenis zijn!
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Denk in plaats van het betalen van een ontheffingssom liever metterdaad aan de armen en maak ieder onrecht goed, dan zijn jullie in Mijn ogen en die van God meer dan volmaakte joden en zullen als zodanig ook een groot aandeel in Mijn rijk hebben!
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Als Ik jullie dat zeg, dan kunnen jullie Mij wel geloven; want de God, die eens op de Sinaï tot Mozes sprak, spreekt nu door Mij tot jullie! En als ik nu iets in Mijn ogen voor juist en geldig verklaar, wie zou jullie dan het tegendeel moeten bewijzen? -Heb je Mij begrepen?'
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Maar omdat wij nu toch aan het praten en vragen zijn, zouden wij graag van Uw wijsheid horen waarom er eigenlijk ooit een ceremoniële zogenaamde godsdienst ingevoerd is, en waarom God die ooit heeft toegelaten. Want naar ons idee is dat steeds de reden voor allerlei bijgeloof, veelgoderij, afgodendom en tenslotte volledige goddeloosheid geweest, zoals wij zien bij de wijsgeren die de leer van Diogenes aanhangen. Wanneer de mensen direct vanaf het oerbegin een zuivere leer van plichten ten aanzien van God en de mensen gegeven zou zijn, net zo eenvoudig en begrijpelijk als U, o Heer en Meester, die ons hebt voorgehouden, dan zou er toch zeker veelonheil op deze aarde achterwege gebleven zijn.
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Mozes is ontegenzeglijk de zuiverste en meest waarachtige godsleraar en meest getrouwe verkondiger van Gods wil aan de mensen; maar ook zijn leer is niet zonder enige ceremonie, hoe betekenisvol die ook is; en juist de ceremonie is nu het zichtbare verval van het overigens zo verheven jodendom, en het wordt in de loop van de tijd steeds maar erger. Waarom werd er in de oertijd eigenlijk altijd samen met de openbaring van een goddelijke leer een ceremoniële cultus verkondigd, en werd er zelfs geboden die strikt te beoefenen?'
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Ik zei: 'Vriend, naar menselijke maatstaven heb je heel goed gesproken, en in het allereerste begin van de mensen op deze aarde is hun de goddelijke leer ook net zo zuiver gegeven als Ik die jullie nu geef; maar de mensen, die bij alles wat er gebeurt en ontstaat in de natuur der dingen en de verschijnselen op en boven deze aarde maar al te gauw een daaraan voorafgaande ceremonie ontdekten, vielen daardoor zelfbij al hun handelingen terug op een daaraan voorafgaande ceremonie en pasten die dan ook toe bij hun erediensten voor God.
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482  ...