10915 resultaten - Pagina 469 van 728
... 457 - 458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 ...
[6] Wanneer echter de wijze Werkmeester van de dingen al bij een gewone zaadkorrel zo'n voorziening heeft getroffen, denk je dan dat Hij die voorziening in zijn hoogste voltooiing bij de mens opzij gezet zal hebben en Hij dit eindeloos volkomen werk alleen maar in het ontbindingsgraf zal storten om Zijn grillen te volgen?!Hoofdstuk 339: De uitnodiging van de Heer aan Mahal. Mahals dwaze tegenvragen en de wijze en zachtmoedige antwoorden van de Heer over dood en onsterfelijkheid. Mahals vraag naar de oorsprong van Satan en zijn fundamentele boosheid en het duidelijke antwoord van de heilige Vader. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] En aldus sprak de Heer: 'Mahal, Mijn zoon, heb je nog wat tegen Mij, spreek dan, en Ik wil je antwoorden naar liefde, recht en billijkheid! Want Ik zie in je hart nog steeds misnoegen tegen Mij; die moet echter eerst van je wijken voor je verlossing van Mij kunt verwachten, - want een op zijn God en Schepper boze geest kan zich niet met Hem verenigen! Spreek dus!'
Hoofdstuk 340: Het verdere liefdevolle gesprek van de Heer met Mahal. Mahals verwijten onder verwijzing naar zijn zondeloosheid Het verdriet van de heilige Vader en Zijn woorden over bijzondere levenswijzen. Het verschijnen van de engelen en van Waltar. Het verdwijnen van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Opdat je echter inziet dat Ik deze ark niet alleen voor Noach, maar voor iedereen liet maken, zullen zich vanaf dit uur engelen uit de hemelen onder de mensen begeven en hen waarschuwen voor zonden en hen uitnodigen deze ark te betreden in de tijd van de nood!
Hoofdstuk 340: Het verdere liefdevolle gesprek van de Heer met Mahal. Mahals verwijten onder verwijzing naar zijn zondeloosheid Het verdriet van de heilige Vader en Zijn woorden over bijzondere levenswijzen. Het verschijnen van de engelen en van Waltar. Het verdwijnen van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Na die hoogst verheven aanbidding van de Allerhoogste zei de engel Waltar weer tegen Mahal: 'Nu, Mahal, aardse verwekker van mijn vroegere aardse lichaam, is de tijd weer aangebroken waar het heet: `Ga en voltrek Mijn wil!' Maar ik hoef je die niet mee te delen, want de Heer Zelf heeft je geopenbaard waarom Hij ons vanuit de hemelen heeft ontboden.
Hoofdstuk 342: Waltars woorden over Gods laatste poging om door Zijn engelen de mensen voor de zondvloed te waarschuwen en te redden. Mahals zending en de aftocht van de engelen naar de laagte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Blijf jij echter hier en onderricht degenen die misschien hiemaartoe zullen komen om redding te zoeken; maar verdrijf de boosdoeners met bliksem en hagel!
Hoofdstuk 342: Waltars woorden over Gods laatste poging om door Zijn engelen de mensen voor de zondvloed te waarschuwen en te redden. Mahals zending en de aftocht van de engelen naar de laagte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Deze hemelboden verdeelden zich echter in Hanoch, en slechts honderd begaven zich naar de burcht van de koning; die legde dadelijk zijn oorlogsverslagen ter zijde en ontving deze vermeende afgevaardigden zoals gewoonlijk met de grootste hoofse en politieke hoffelijkheid en vroeg naar hun wensen.
Hoofdstuk 343: De bezigheden van de twaalfduizend engelen in de laagte. Koning Gurat en Drohuit door Waltar beleerd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Nu, als jullie echter deze machtige bescherming tegen de onderaardse wateren vernielen, zullen de wateren dan niet met geweld naar het oppervlak van de aarde gaan stuwen en weldra boven het hoogste gebergte uitstijgen en jullie allen doen verdrinken?!
Hoofdstuk 343: De bezigheden van de twaalfduizend engelen in de laagte. Koning Gurat en Drohuit door Waltar beleerd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Van deze handeling wordt hier echter nader kritisch gewag gemaakt, opdat mettertijd de haarklovers niet meer hoeven te vragen hoe Noach de dieren heeft bijeengebracht en deze geweldige menagerie heeft gevoederd.
Hoofdstuk 345: Verklaring over het verzamelen en verzorgen van de voor de ark bestemde dieren door de engelen. Over het buitengewone toelaten van grote catastrofen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Men zou echter willen zeggen: 'Hoe hebben dan in Noachs tijden zelfs de door en door boze mensen kunnen zien hoe de engelen de dieren naar de ark leidden en daarna hun voer brachten in grote hoeveelheden?'
Hoofdstuk 345: Verklaring over het verzamelen en verzorgen van de voor de ark bestemde dieren door de engelen. Over het buitengewone toelaten van grote catastrofen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Zo'n verschijnsel is weliswaar ook een gericht voor de mensen; als men echter twee kwaden voor zich heeft en er een moet nemen, dan pakt men toch eerst het kleinste om daardoor zo mogelijk het grote te ontlopen, - waarbij dan een kleine wond zeker ook eerder geneest dan een grote! Is echter het nemen van het kleine onheil geen bescherming meer, dan moet het grote onheil natuurlijk vanzelf komen, waarin dan het kwade zijn einde moet vinden.
Hoofdstuk 345: Verklaring over het verzamelen en verzorgen van de voor de ark bestemde dieren door de engelen. Over het buitengewone toelaten van grote catastrofen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Hij gaf hun echter helemaal geen antwoord, maar liet hen geheel onverrichter zake weer weggaan zoals zij waren gekomen.
Hoofdstuk 346: De engelen trekken met de verzamelde dieren door Hanoch. De vruchteloze laatste waarschuwing aan de Hanochieten en hun koning. De terugkeer van de hemelboden op de hoogte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] De engelen zeiden echter tegen Noach: 'Maak de deur van de ark open opdat wij de dieren naar binnen brengen in de voor hen bestemde hokken; hun voer zullen wij in hun hokken leggen, en zij zullen daarvan dagelijks volgens hun innerlijke aandrang zoveel eten als voor hun instandhouding nodig zal zijn!
Hoofdstuk 347: De boden komen met hun kudden bij Noach aan. De aanwijzingen van de engelen voor het onderbrengen van de dieren. De laatste termijn voor de opname van bescherming zoekende mensen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Je hebt dus voor niets anders dan voor water te zorgen, wat echter niet moeilijk voor je zal zijn. Kijk, aangezien de ark tot meer dan de helft in het water zal liggen, moet je in de middelste verdieping een gat boren en er van binnen een aftappijp aan bevestigen! Als je die zult openen, zul je meteen zoveel water krijgen als je nodig zult hebben.
Hoofdstuk 347: De boden komen met hun kudden bij Noach aan. De aanwijzingen van de engelen voor het onderbrengen van de dieren. De laatste termijn voor de opname van bescherming zoekende mensen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En zolang de Heer het nog niet zal laten regenen, moet je de ark open laten en de dieren naar buiten en naar binnen laten gaan om zelf hun drinken en ook hun vers voedsel te zoeken; je moet echter de hokken markeren en de dieren niet anders indelen dan wij ze nu ingedeeld hebben!
Hoofdstuk 347: De boden komen met hun kudden bij Noach aan. De aanwijzingen van de engelen voor het onderbrengen van de dieren. De laatste termijn voor de opname van bescherming zoekende mensen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] En hij zei in tegenwoordigheid van Noach, die hij echter niet opmerkte omdat die achter de wand van een hok stond: 'Ben ik voor de Heer dan minder dan de dieren?! Die hebben hun hokken en voldoende voer, en er is voor hun onderhoud gezorgd; maar wat hebben wij?
Hoofdstuk 348: Mahals gemor en getwist tegen de engelen en God wegens zijn vermeende verwaarlozing. Agla's belerende en troostende woorden en haar plotselinge heengaan door de engel Waltar. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)