Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 470 van 1110

...  458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483  ...
[9] Ik zei: 'Jullie verlangen werkelijk dingen die het verstand van een mens nooit helemaal kan begrijpen; en als hij ook maar een klein beetje meer zou begrijpen van de diepste geheimen van Gods rijk, zou hij daardoor niet dichter bij Gods liefde komen! Want niemand kan weten wat in God is dan alleen Gods geest; maar wie Gods geboden houdt en Hem boven alles liefheeft, ontvangt ook Gods geest in zijn hart en schouwt dan ook in Gods diepste geheimen.
Hoofdstuk 12: De Heer spreekt vermanende woorden tot de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Doe dus wat Ik jullie heb aangeraden; daardoor zullen jullie in alle hogere wijsheid binnengeleid worden, en dan zal datgene wat jullie nu onbegrijpelijk en onmogelijk toeschijnt, even duidelijk en inzichtelijk worden als het speelgoed van jullie kinderen!
Hoofdstuk 12: De Heer spreekt vermanende woorden tot de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Nu stond de Griek buitengewoon verbaasd en zei: 'Ja, nu geloof ik zonder enige twijfel dat alleen jullie God de enig ware is! Want toen jij, vriend, de woorden tot jullie God nog maar nauwelijks had uitgesproken, voelde mijn maag plotseling heel goed, zelfs beter dan ik mij in mijn gezondste jonge jaren ooit gevoeld heb, en dit welbevinden voel ik nog steeds en ik heb nu pas echte honger en echte dorst. Uw enig ware God zij vanaf nu tot aan het einde van mijn leven al mijn dank, alle eer en al mijn diepste hoogachting en overgave aan Zijn heilige, oppermachtige wil! O, moge Hij ons heidenen verlichten zoals Hij jullie heeft verlicht, opdat wij Hem steeds grondiger kunnen leren kennen en Hem alleen de juiste, Hem welgevallige eer geven!
Hoofdstuk 11: De Heer geneest de Griek die een zieke maag heeft - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Jullie zijn handelaars en geldwisselaars, en jullie hebben dan ook liever een grote winst dan een kleine, en vinden die ook juister. Maar Ik zeg jullie, wees voortaan rechtvaardig in alles, en bedenk: zoals jullie liever hebben dat een ander rechtvaardig en billijk tegenover jullie is, moeten jullie ook tegenover jullie naasten rechtvaardig en billijk zijn in prijs, maat en gewicht! Want met dezelfde maat, prijs en gewicht waarmee jullie je medemensen bedienen, zal God de Heer en Vader in de hemel jullie op jullie beurt vergelden. Leugenaars en bedriegers in welke levensomstandigheid hier op aarde ook worden door God niet gezien en zullen Zijn eeuwige levensrijk niet binnengaan. Dat kan Ik jullie wel zeggen, omdat Ik God en Zijn rijk en Zijn eeuwige heerserstroon en Zijn wil heel goed ken.
Hoofdstuk 12: De Heer spreekt vermanende woorden tot de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Maar Ik wil jullie nog een bewijs geven, dat Gods wil in Zichzelf alles is, ten eerste puur als geest en vervolgens ook als stof en materie; breng Mij daarvoor een volkomen lege karaf van jullie tafel!'
Hoofdstuk 12: De Heer spreekt vermanende woorden tot de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Ik zei: 'Mooi, let nu goed op en neem de karaf in jullie handen! Zie, hoe hij nog leeg en zelfs helemaal droog is! Maar nu wil Ik vanuit Gods wil in Mij, dat die behoorlijk grote karaf op ditzelfde moment vol wordt met de zuiverste en beste wijn, die jullie dan kunnen drinken om jullie ledematen te sterken!'
Hoofdstuk 12: De Heer spreekt vermanende woorden tot de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] De Griek zei: 'Vriend, wij danken je voor dit werkelijk zeer wijze onderricht en beloven je, dat wij daar van nu af aan getrouw naar zullen leven en handelen! Maar omdat het nog niet zo laat in de avond is en ik uit jouw woorden en uit wat je aan mij hebt gedaan opgemaakt heb dat jij de enig ware God heel goed kent en ook Zijn liefde en vriendschap geniet, omdat je volledig volgens Zijn wil leeft en handelt, kun je ons vanuit het goddelijke licht in jou toch ook nog wel enigszins uitleggen, hoe God zonder stof of materie deze aarde uit Zichzelf heeft kunnen scheppen. Ik heb weliswaar al gezegd dat de stof, waaruit alles is geschapen, enkel en alleen bestaat uit de almachtige wil van God; maar desondanks vraag ik me nog af hoe het mogelijk is dat uit de zuivere wil van God de stof en de materie zijn ontstaan. Als wij Grieken ons daar ook maar enige voorstelling van zouden kunnen maken, zouden wij buitengewoon tevreden zijn.'
Hoofdstuk 12: De Heer spreekt vermanende woorden tot de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Ik zei: 'Wel, nu jullie de wijn hebben, die evengoed alleen de wil van God is als de wijn die jullie thuis in grote hoeveelheden in zakken bezitten, moetje er ook van drinken en zeggen, hoe hij jullie smaakt!'
Hoofdstuk 12: De Heer spreekt vermanende woorden tot de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Toen de waard dit heel goede antwoord van de Grieken kreeg, zei hij tegen de acrobaten: 'Aangezien niemand iets wenst te zien van jullie volkomen nutteloze kunst, kunnen jullie weer gaan zoals je gekomen bent!'
Hoofdstuk 13: De brutale acrobaten en hun terechte bestraffing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Heel opgewekt zei de waard: 'Sinds wij allen in dit huis de ene en enige ware God van de Joden hebben leren kennen, hebben wij voor de dode goden van de Egyptenaren, Grieken en Romeinen werkelijk geen enkele vrees meer; jullie kunnen ons dus met jullie afgoden dreigen zoveel je wilt; dat zal onze rust niet in het minst verstoren.
Hoofdstuk 13: De brutale acrobaten en hun terechte bestraffing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Maar als jullie, zoals je zegt, reeds de halve wereld rondgereisd hebben en vast ook al grote schatten en rijkdommen hebben vergaard, reis dan als echte halfgoden ook nog door de andere helft van de wereld en Iaat je hoog eren, zoals jullie willen, maar laat ons met rust! Maar als jullie hier ruzie willen maken omdat niemand hier iets van jullie kunst wil zien, dan zou dat jullie wel eens duur te staan kunnen komen; want hier aan mijn tafel bevindt zich een zeer machtige heer, voor wie niets onmogelijk is. Hij zou zeker in staat zijn om jullie voor je opdringerigheid heel gevoelig te tuchtigen! Ga nu dus liever maar goedschiks mijn huis uit!'
Hoofdstuk 13: De brutale acrobaten en hun terechte bestraffing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Maar Ik waarschuwde hem nog een keer, en omdat hij nog niet weg wilde gaan, zei Ik tegen hem: 'Omdat je op Mijn bevel niet weg wilt gaan, zal Ik jou en je gezelschap door de kracht en macht van de God der Joden nu op ditzelfde moment verwijderen naar honderd dagreizen ver hier vandaan; daar kun je je dan als de god Mars door de Moren laten aanbidden! En nu dus weg met jullie!'
Hoofdstuk 13: De brutale acrobaten en hun terechte bestraffing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Ik zei: 'We zijn nu al bijna tweeënhalf jaar samen, en jullie hebben weinig anders te doen gehad dan Mij overal te begeleiden, naar Mij te luisteren en vol verbazing naar Mijn daden te kijken, en daarbij hebben jullie nooit honger of dorst geleden en hebben nooit naakt rondgelopen. Als jullie het al zolang hebben uitgehouden zonder iets bijzonders te doen, dan zullen jullie het waarschijnlijk ook vandaag tot de middag wel uithouden zonder iets bijzonders te doen!
Hoofdstuk 14: Wat de Grieken dachten van het verdwijnen van de acrobaten (3.9.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Als Ik niet meer lichamelijk bij jullie zal zijn en Mijn ambt aan jullie zal overdragen, zullen jullie nog genoeg te doen hebben; nu is het jullie werk om overal Mijn getuigen te zijn. Het zal echter niet zo lang duren voor wij ook hier in huis iets te doen krijgen, en dan zal de tijd voor jullie maar al te snel vergaan!'
Hoofdstuk 14: Wat de Grieken dachten van het verdwijnen van de acrobaten (3.9.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Toen ze voor MIJ stonden, sprak Ik hen als volgt toe: Jullie zijn Joden uit de streek niet ver van Bethlehem. Hebben jullie de wet van God met geleerd, waarin staat dat men niet moet stelen? Wie gaf jullie het recht om te handelen in strijd met Gods wetten? Spreek eerlijk en open, als jullie niet een nog zwaardere straf willen krijgen dan die, welke jullie toch al te wachten staat als gevolg van jullie misdaad!
Hoofdstuk 15: Een rechtszitting in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483  ...