Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 470 van 1490

...  458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483  ...
[7] Je twijfelt er wel niet in het minst aan, dat Ik in staat ben dat allemaal te doen; maar je zou er aan twijfelen of Ik hetgeen waarom je Mij vraagt, ook wel altijd zal doen, en kijk ook deze in zekere zin bescheiden twijfel zou je, hoewel Ik je zou helpen als je het Mij zou vragen, steeds een grote vrees en angst aanjagen en daarom is het voor deze keer beter als je Mijn eerste raad opvolgt!
Hoofdstuk 168: Raadgevingen van de Heer voor de terugreis van Agricola Geloof en vertrouwen versterken door oefening Rijp zijn voor het ontvangen van genadegaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Ik zei: 'Deze zeventig waren daartoe al heel geschikt, omdat zij heel eenvoudige mensen zijn en reeds vanaf hun jeugd vast geloven en vertrouwen. Zij vroegen bij de verschillende tekenen die in hun bijzijn gedaan werden, niet hoe een en ander mogelijk was, maar zij geloofden dat niets Mij onmogelijk is, en dat hun uiteindelijk ook alles wat zij in Mijn naam willen, mogelijk moet zijn. En zie, tengevolge van dat rotsvaste geloof en vertrouwen heb Ik hun ook gemakkelijk en daadwerkelijk de gaven kunnen geven waarover jullie gehoord hebben!
Hoofdstuk 168: Raadgevingen van de Heer voor de terugreis van Agricola Geloof en vertrouwen versterken door oefening Rijp zijn voor het ontvangen van genadegaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Ik zei: 'Dat handelsvolk interesseert Mij weinig; maar als jij beslist wilt weten wat voor karavaan dit is en waar die vandaan komt, kan Ik je dat wel zeggen. Het is een karavaan die uit Damascus komt en overmorgen van hier verder naar Sidon zal gaan; zij voeren allerlei metalen gereedschappen aan voor de markt. Deze mensen zijn joden en Grieken. Als je vandaag nog iets van hen wilt kopen, dan kun je dat doen; want morgen mogen zij geen markt houden.'
Hoofdstuk 168: Raadgevingen van de Heer voor de terugreis van Agricola Geloof en vertrouwen versterken door oefening Rijp zijn voor het ontvangen van genadegaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Ik wil je echter ook nog raad geven over de manier waarop je met je grote schepen het veiligst naar huis kunt komen. Zie, al gauw zullen nu de dag en nachteveningsstormen beginnen op te treden die, omdat ze uit het westen komen, het de schepen die van het oosten naar het westen varen, erg moeilijk zullen maken! Daarom zul je in deze tijd over de grote Middellandse zee niet gemakkelijk vooruitkomen. Ga daarom via KleinAzië over land naar huis terug en laatje schepen doorvaren tot aan de eerste zeeëngte. Tot daar zal Cyrenius wel zorgen voor een goede en veilige gelegenheid voor de reis. De zeeëngte kun je gemakkelijk en zonder enig gevaar per schip oversteken en van daar verder langs de oever van Griekenland Dalmatië bereiken. Van daaruit kun je het smalste deel van de Adriatische zee gemakkelijk per schip oversteken. Verder ken je zonder meer de veilige weg naar Rome. De schepen zul je pas een paar maanden later naar een haven ten zuiden van Rome kunnen laten brengen, wat echter ook nog vroeg genoeg zal zijn. Ik heb je dit nu alleen maar meegedeeld, opdat je ook in aards opzicht geen schade zult lijden.'
Hoofdstuk 168: Raadgevingen van de Heer voor de terugreis van Agricola Geloof en vertrouwen versterken door oefening Rijp zijn voor het ontvangen van genadegaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Agricola zei: 'Heer, ik dank U v.oor deze goede raad voor mijn natuurlijk welzijn, die Ik. ook heel precies zal opvolgen! Maar ik kan bij deze gelegenheid toch met nalaten de opmerking te maken dat ik, ook ondanks de tegenwind, met het rotsvaste vertrouwen en geloof in Uw almachtige hulp wel over de Middellandse Zee de havens van Rome zou kunnen bereiken; want U, o Heer, zijn immers alle dingen mogelijk, daar ben ik volkomen van overtuigd! Waarom zou U dat niet mogelijk of althans niet naar de zin zijn? Ik zal echter toch Uw eerste raad nauwkeurig opvolgen en deze vraag heb ik alleen maar uit pure weetgierigheid gesteld.'
Hoofdstuk 168: Raadgevingen van de Heer voor de terugreis van Agricola Geloof en vertrouwen versterken door oefening Rijp zijn voor het ontvangen van genadegaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ik zei: 'Kijk, de schijnbare jongeman die jullie tot nu toe in Mijn naam verzorgd heeft, is één van Mijn voornaamste engelen! Hij heeft hier terwille van de mensen wel een lichaam; maar dat kan hij oplossen, zodra hij maar wil. Als hij dat doet, sterft hij daardoor niet, maar leeft als zuivere geest net als Ik eeuwig verder en schept en werkt. Zoals nu deze krachtige en machtige engel waarover Ik sprak hier als enige is, zo zijn er in Mijn hemelen nog ontelbaar velen.
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Omdat jullie echter ook gevraagd hebben waar Mijn hemelen zich bevinden, zeg Ik jullie: Mijn hemelen bevinden zich overal waar vrome, zuivere en goede mensen en geesten zijn. Deze hele zichtbare ruimte, die nergens eindigt, is de hemel zonder eind of begin, maar alleen voor goede mensen en geesten. Waar echter boze mensen en geesten huizen, daar is die ruimte geen hemel, maar een hel, die het gericht is en de eeuwige dood, die zich in deze wereld vertoont als materie, welke op zichzelf ook een gericht is en dus dood is.
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Wie derhalve alleen aast op de schatten van de wereld, die zuiver materie, gericht, hel en dood is, gaat daardoor ook met zijn ziel in de dood. Alle boze geesten houden zich dan ook merendeels op in de materie van deze aarde; de goede en reine geesten bewonen steeds de zuivere lichtruimten van de vrije etherruimte.
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Opdat jullie, M'n lieve reine kinderen, je daarvan ook een blijvende voorstelling kunnen maken, zal Ik nu voor enkele ogenblikken jullie innerlijke geestesoog openen, omdat jullie daar toch al een bijzondere aanleg voor hebben, en jullie zullen dan als het ware vanaf deze aarde in Mijn hemel kijken!'
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ik zei: 'Kijk, kinderen, als jullie slapen, is jullie lichamelijke oog gesloten, en toch zie je in je heldere dromen allerlei wonderlijke streken, mensen, dieren en bomen, bloemen, struiken en sterren en nog allerlei andere dingen helderder en zuiverder dan je de dingen van deze wereld met je lichamelijke ogen ziet! Kijk, alles wat je in je dromen ziet, is geestelijk, en zie je met je innerlijke geestesoog. Als je echter wakke rbent, is en blijft je innerlijke geestesoog gesloten, en geen gewoon mens kan het, zoals het lichamelijke oog, naar believen openen, -wat Ik om een heel wijze reden zo heb ingesteld!
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Maar Ik zei tegen hen: 'Zolang jullie nog in deze wereld moeten leven - terwille van de wilsvrijheid, opdat jullie eens vrije en zelfstandige geesten kunnen worden -, is hetgeen jullie nu gezien hebben, volkomen voldoende; want dat zal een grote geestdrift in jullie wekken om volgens Mijn leer en Mijn geboden te leven en te handelen.
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Waar Mijn leer en Mijn wil voor de mensen van deze aarde echter uit bestaat, dat hebben jullie reeds ten dele gehoord, en pas in Rome zullen jullie van de Romein al het overige vernemen. Wanneer jullie in alles goed onderricht zullen zijn, dan kunnen ook jullie de mensen onderrichten, die jullie zullen vragen wat voor geloof jullie hebben en volgens welke leer jullie leven, en waarom.
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Omdat jullie dat nu volledig volgens de innerlijke waarheid hebben gezien, zal jullie. innerlijke oog nu weer gesloten worden, en zien jullie weer alleen de uiterlijke karavaan onder langs deze heuvel voorbijgaan! Hoe beviel jullie dit beeld?'
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Toen zei Nikodemus: 'Heer, ik heb al een aantal knechten naar de herberg gezonden met de strenge opdracht om ervoor te zorgen dat deze karavaan voor geen geld in mijn herberg onderdak vindt of krijgt! Dat zou me wat moois zijn zulke wezens onderdak te geven! Ik zal als burgemeester dadelijk alle maatregelen treffen, zodat zij ver voorbij onze woonplaats onderdak zullen moeten zoeken. Zulke wezens zouden ons overigens zeer vriendelijke plaatsje immers dermate verpesten, dat daarna niemand er meer zou kunnen leven! Ja, daar moeten meteen heel scherpe tegenmaatregelen getroffen en in het werk gesteld worden om zo'n onheil van onze plaats af te wenden! - Heer, is dat niet juist?'
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Ik zei: 'Zie en begrijp! Dat de voorste karavaan uit louter wereldse en op winst beluste kooplieden bestaat, dat zullen jullie hopelijk wel reeds lang beseffen; want een koopman uit Damascus is geen haar beter dan een dief en een straatrover. Deze kooplieden zijn heel hoffelijk en beleefd tegen de koper, opdat deze maar zo veel mogelijk voor veel geld van hen koopt. Zijn de waren eenmaal verkocht dan zouden zij, als zij niet bang waren voor de wereldse wetten, de koper het liefst vermoorden, hem de verkochte waar afnemen en hem bovendien beroven van zijn overige geld en bezittingen. Maar ondanks zulk innerlijk overleggen en streven zijn zij voor de wereld geziene en hooggewaardeerde mensen, en hun medemensen kunnen zich nooit diep genoeg voor hen buigen.
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  458 - 459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483  ...