1796 resultaten - Pagina 48 van 120
... 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 ...
[8] Gaat dan niet de kracht van de Heer zondermeer boven alles uit?! Zijn wij echter in de liefde van de Heer, dan zullen wij ook in de macht en de sterkte van de Heer zijn! En zo zal de zwakste in de Heer in alles sterker zijn dan degene die vanuit zichzelf de krachtigste is, en alle elementen zullen zich dan ook naar zijn wil schikken!Hoofdstuk 68: Adams woorden tot de zijnen en de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] "Kinderen die de streek bewonen waarboven, vanuit mijn woning gezien, de zon op het midden van de dag staat, zeg mij, de stamvader van alle stamvaderen, of je het woord goed hebt begrepen, dat een ongeveinsd woord was uit de mond van de onbedorven natuur van anders sprakeloze dieren!"
Hoofdstuk 68: Adams woorden tot de zijnen en de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Wat waren wij allen zonder haar? Niets dan halfverstandelijk bewegende machines, die tenslotte hun eigen waan zouden hebben verbruikt en de heer van de natuur zou een armzalige slaaf, zo nietig als een mug, zijn geworden, die bij het zien van een boomkikvors, door grote vrees gedreven, gevlucht zou zijn als een lam bij het zien van een verscheurende wolf. En wel, omdat hij niet wist wat in deze of gene woont en het allerminst, dat zijn eigen ziel een laatste en volledig gevormde onsterfelijke ziel is, ja een ziel waarin alle zielen van de schepselen verenigd zijn! En omdat hij, voor driekwart dood zijnde, dat vanuit zichzelf onmogelijk te weten kon komen, hoe zou hij dan wel zijn innerlijke leven, zijn liefde, zijn geest en de zuiver goddelijke afkomst daarvan hebben kunnen begrijpen?!
Hoofdstuk 68: Adams woorden tot de zijnen en de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[28] God is in Zijn heiligheid niet toegankelijk, in Zijn wijsheid ondoorgrondelijk, in Zijn genade onmetelijk, in Zijn macht boven alles vreselijk, in Zijn kracht voor eeuwig onoverwinnelijk. Zijn licht is het licht van alle lichten en Zijn vuur het vuur van alle vuren. En zodoende is Hij in alles een onaantastbare en ook zeer onkenbare God, die ons niet wil en ons eeuwig van Zich afstoot; maar juist deze God is ook de allerhoogste liefde Zelf. Deze liefde verzacht Zijn goddelijkheid zozeer dat Hij ons wil; en als wij van Hem houden, dan stort Hij door de liefde Zich vanuit al Zijn goddelijkheid in ons uit en maakt ons tot Zijn kinderen, en maakt Zich dan aan ons kenbaar als de beste, meest liefdevolle, heilige Vader in alles waarnaar wij maar in staat zijn te kijken, om Hem steeds meer lief te hebben, om vreugde in Hem te scheppen en zelfs Hem tenslotte in het vrije, eeuwige leven als zodanig volledig te zien.
Hoofdstuk 68: Adams woorden tot de zijnen en de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Dus, lieve kinderen, zie: omdat jullie vanuit je lichtzinnige verstand ontrouw geworden zijn aan je innerlijke liefde uit God in je, werden jullie ongehoorzaam in je ziel als je heiligdom, en dus ook aan de liefde in God. Je liefde heeft zich toen teruggetrokken; jullie leefden alleen in je ziel, strevend naar uiterlijke expansie (indien het mogelijk zou zijn tot in het oneindige). Oordeel nu zelf en zeg me wat vaster is: een zich naar alle kanten uitbreidende nevel, zelfs wanneer zijn vluchtige grootte hele werelddelen omhult, of een klein, rond, op een dauwdruppel lijkend doorzichtig steentje! Zie, daarin ligt de reden van je angst en de grond van je blindheid!
Hoofdstuk 69: Seths troostende woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Het heerlijke tafereel van deze omgeving, o waarlijk, wie niet in staat is om heilige woorden van leven vanuit zichzelf uit te spreken, o hoe moet hij vormen zoals deze, zo wonderbaarlijk heerlijk en mooi, met de stotterende tong ontledend, beschrijven?!
Hoofdstuk 72: De wijsheid van Sethlahem en de wijsheid van Asmahaƫl - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] O vaderen der vaderen der aarde, ik heb het nog amper gewaagd mijn ogen geheel te openen, opdat mij de mogelijkheid ten deel zou vallen de wonderen van de heilige hoogten te aanschouwen; nu zou ik arme, ik blinde, ik dode deze moeten vertolken voor jullie die vol genade, vol leven, vol macht en vol sterkte de dingen met de zeldzaamste vormen wel reeds lang vanuit innerlijke kracht hebben doorschouwd?!
Hoofdstuk 72: De wijsheid van Sethlahem en de wijsheid van Asmahaƫl - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] En zie, Henoch, met de overigen gaat het ook niet veel beter dan met mij! Geef ons daarom raad vanuit je liefde tot God wat er gedaan moet worden; want waarlijk, ik onderga diep het vergrijp van onze laksheid, maar even diep de zwakte van mijn ledematen!
Hoofdstuk 74: Het wezen van de waarheid en de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Henoch wendde zich in zijn hart tot Mij en liet de volgende stille zucht aan zijn borst ontsnappen: "O Gij grote, heilige, meest liefdevolle Vader van alle mensen en boven alles machtige Schepper, God van het oneindige en eeuwige en allerheiligste! Zie vanaf Uw onmetelijke hoogte van genade op ons arme, zwakke wormen in het stof genadig neer en kijk naar onze grenzeloze zwakte vanuit de oneindige overvloed van Uw liefde waarnaar wij hier smachten in het aangezicht van Uw vaderlijke mildheid, geslagen door de grote macht van Uw waarheid!
Hoofdstuk 74: Het wezen van de waarheid en de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En terstond hoorde hij een luide stem die tot zijn hart sprak: "Luister Seth! Verheug je altijd over Mijn naam; verheug je over je Vader en verheug je over alles wat je ook maar tot Mij verheft! Maar laat daarbij lichamelijke inspanningen achterwege, die dienen tot niets, maar verheug je in de stilte van je hart! Verheug je gedurende je leven over het gevonden leven en trek niet wat aan de dood eigen is mee in de vreugde des levens, dan zul je nooit schade ondervinden, niet aan je lichaam en nog veel minder aan het leven van je geest vanuit zowel jouw als vanuit Mijn liefde tegelijk!
Hoofdstuk 76: De vreugde van de stamvaderen over de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] De weg van de middag tot aan de avond was een zeer indrukwekkende - dat wil zeggen, alleen vanuit menselijk oogpunt bezien! -; zij was bij uitstek datgene wat jullie met de uitdrukking 'romantisch' aangeven.
Hoofdstuk 77: Het vertrek van de patriarchen naar de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Nadat Henoch deze woorden uitgesproken had, boog hij vol eerbied voor alle vaderen en dankte Mij vervolgens in zijn hart voor de grote genade, waardoor het hem nu wederom gegeven was om vanuit Mij zoveel louter goede en ware dingen aan de vaderen te verkondigen.
Hoofdstuk 79: Adams zwakheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Want waarlijk, lieve kinderen, welk mens zou zoiets vanuit zichzelf kunnen bedenken en wie had deze steenformatie in al haar wonderlijkheid zo duidelijk en begrijpelijk kunnen onthullen, zoals jij door de macht en het grote erbarmen van de allerhoogste God?!
Hoofdstuk 79: Adams zwakheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Het is wel de eerste keer dat ik je zo volledig begrepen heb en dat, om het zo maar eens te zeggen, vanuit zijn diepste wortels.
Hoofdstuk 79: Adams zwakheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] 'O Heer, goede, meest heilige Vader! Ik was niet en U hebt mij in het bestaan geroepen; en ik bestond in al de moedige volheid van krachtin het blijde, lichte leven vanuit U. Het behaagde U, mij met menige zwakheid te beproeven; ik herkende door Uw genade de nieuwe beproeving en bracht U in mijn afgematte staat een offer van kinderlijke liefde. U hebt nu mijn vermoeidheid weer aangezien en ik leef nu juichend een nieuw, verbazingwekkend zalig leven in U, o Jehova! Aan U zij in eeuwigheid alle roem, prijs, eer, lof en dank!'
Hoofdstuk 79: Adams zwakheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)