Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 48 van 373

...  36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61  ...
[12] Misschien zou U, o Heer, op dit terrein een wat sterker schijnsel in mijn hart kunnen geven!"
Hoofdstuk 177: Het belang van de vrijheid van de menselijke wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] Maar zolang in een hart nog enige angst, vrees en bangheid kan worden opgewekt, is er van een volkomen geluk onmogelijk enige sprake!"
Hoofdstuk 177: Het belang van de vrijheid van de menselijke wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] En heimelijk sprak ik die tekst reeds uit bij Uw geboorte. En toen U mijn knecht genas en ik vervolgens de zeer grote gunst genoot U te ontmoeten, hield ik mij in mijn hart, dat U boven alles eert en liefheeft, deze verzen voor! En daarom zeg en getuig ik het ook nu dat U alleen de grote eeuwige Koning der ere bent waarover de wijze,' grote koning der Joden op profetische wijze heeft gezongen! En mocht U niet die koning Zebaoth zijn, hoe zou U dan zó over de mensen der aarde hebben kunnen spreken, als U zojuist heeft gedaan?!
Hoofdstuk 179: De herinnering van Cornelius aan de geboorte van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] De Geest echter en nog meer de eigen liefdesvlam uit het hart van God, die maakt dat jullie in feite echte kinderen van God worden, krijgen jullie mensen van deze aarde pas heden, en daardoor zijn jullie onuitsprekelijk bevoorrecht boven ons, en wij zullen jullie weg hebben te gaan om aan jullie gelijk te worden.
Hoofdstuk 180: De taak van engelen en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] IK zeg: " Ah, dat is niets. Er is heus niet zoveel voor nodig als je denkt! In het verstand, waar de ziel gewoonlijk haar wijsheid opdoet, zul je hiervoor wel moeilijk de geschikte woorden vinden, maar in je hart, dat de drager van de geest uit het hart van God is, des te beter
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Maar Salomo móest zo schrijven, omdat het toen nog niet de tijd ervoor was de onbekwame mensen, die in hun hart nog totaal geen geest hadden, de diepste geheimen van de hemel geheel te onthullen. In plaats daarvan mocht hij slechts zeer bedekt toespelingen maken, om de zielen attent te maken op dat wat komen moest. Maar er was geen sprake van begrip.
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Maar wat hij door de geest van God, die op zekere momenten zijn ziel verhelderde, heeft geschreven, is toch zuiver Gods woord, -maar niet gegeven om begrepen te worden door de hersenen, maar door de daartoe in staat zijnde goddelijke geest in het hart. Die werd echter pas in deze tijd, sinds Mijn komst, bij wijze van uitzondering in het hart van een beperkt aantal mensen gelegd, opdat zij Mij zouden herkennen, verstaan en begrijpen terwille van zichzelf en ook van vele andere nog geestloze mensen.
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] In jouw hart is de genoemde geest ook al als een embryo in de moederschoot gelegd. Je behoeft dus maar wat in je hart rond te kijken, dan zul je de goddelijke geest al in je vinden en die zal je dan wel woorden lenen waarmee je gemakkelijk hier aan deze tafel kunt verklaren wat Ik je heb gevraagd."
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] PHILOPOLD zegt: "Heer! Dat zal allemaal wel juist zijn en het kan ook wel zo zijn dat ik daarvoor de sleutel in mijn hart vind, maar voor U, o Heer, zou het toch een heel kleine moeite zijn, ons dit grote geheim te onthullen en daarbij zouden wij beslist heel aandachtig toehoren. Voor mij zal het echter een ontzettend zwaar karwei worden en uiteindelijk kan ik dan nog welverdiend worden uitgelachen!"
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Als je je hart echter gebruikt om dat te ontwikkelen, blijft het ook voor eeuwig in diegene die zelf eeuwig is, namelijk in je geest en door hem ook eveneens voor eeuwig in je ziel. Wat de hersenen echter in zich opnemen, vergaat en van alle wereldse kennis blijft er niets in de ziel over als zij eenmaal het lichaam heeft verlaten.
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] Daarom moeten jullie allen van nu af aan alles in het hart opnemen en alles ook in het hart ontwikkelen en uitwerken, want wat de hersenen produceren is alleen geschikt voor het vergankelijke leven van deze wereld en voor het sterfelijke lichaam.
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] Het aardse hersenverstand kan daarom onmogelijk ooit iets zuiver geestelijks opnemen en begrijpen, omdat het de mens alleen maar gegeven is voor de noodzakelijke verzorging van zijn lichaam. Slechts de goddelijke geest in het hart kan dat. Hij moet daarom al vanaf het begin worden geoefend. Als hij maar eenmaal enige vastheid heeft bereikt, is daarmee de juiste levensorde al zo goed als geheel ingesteld. Probeer jij nu dus maar dat, wat Ik van je verlang, te ontwikkelen en dan zal je geest daar veel voordeel van hebben!"
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] In mijn hart zie ik dat heel natuurlijk en echt menselijk als volgt: Eeuwen her heeft U Uw ideeën omgevormd tot vaste vormen. Eerst waren die vormen star en stijf, zoals alles wat nu nog voor onze zintuigen geheel levenloos schijnt te zijn. Uit deze grote en schijndode vormen ontwikkelde U van tijdperk tot tijdperk steeds minder harde en meer van zichzelf bewuste levensvormen met meer of minder bewegingsvrijheid en activiteit. Dat alles is en was slechts een voorbereiding en voorproef voor het geheel vrije leven in de daarop uit alle ontwikkelingen ontstane geheel vrije mens, aan wie U, o Heer, de hoofd en basisvorm van Uw eigen fundamentele Wezen gaf.
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar al gauw begon hij in zichzelf te zoeken naar de eigen oorsprong en naar die van de hem ten dienste staande dingen. En toen U o Heer dat zag, ondervond Uw goddelijke hart vreugde en U gaf hem de gelegenheid U meer en meer te voelen en aan U te denken.
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Dit grote verlangen groeide en groeide en het geheiligde verlangen naar U, o Heer, brandde steeds feller in Uw geest in het nog geheel onbedorven hart van het eerste mensenpaar .
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61  ...