Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 471 van 728

...  459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484  ...
[8] Deze les ergerde Cham echter, waarop hij vrouw en kinderen nam en enkele koeien, ossen en schapen en wegtrok in de richting van de streek van het tegenwoordige Sidon en Tyrus en hij vernoemde het land naar zijn zoon en zei toen:
Hoofdstuk 364: Noachs woorden over het valse berouw van Cham. Het gesprek tussen de drie zonen van Noach. Chams edele wraak. De bode van de Heer uit Salem over het afstaan van het tiende deel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Want ook al zou je niet door Noach in je zoon Kanaän vervloekt zijn geworden, dan zouden toch de kinderen van God niet door jou in de wereld treden omdat jij niet de eerstgeborene bent! Sem is echter de eerstgeborene, en Japhet de laatstgeborene voor de vloed; daarom blijft de heerlijkheid bij Sem, en Japhet als de jongste geeft de dochters.
Hoofdstuk 365: In het kort de geschiedenis van Noachs familie tot aan Abraham. Wenken over het voornaamste doel van dit werk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Geloof echter maar niet dat alle nakomelingen van Sem en Japhet kinderen Gods genoemd zullen worden; o, beslist niet! Zie, ik heb het stamregister van Sem; dat wil ik je onthullen, en je zult aan het eind zien, wanneer en door wie de kinderen Gods op wonderbaarlijke wijze in de wereld zullen komen! Luister maar!
Hoofdstuk 365: In het kort de geschiedenis van Noachs familie tot aan Abraham. Wenken over het voornaamste doel van dit werk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Jij zult echter evenals Noach, zelf Abraham nog zien, en van Noach af zullen alle levende geslachten hem zegenen, en jij zult hem je zegen niet onthouden!
Hoofdstuk 365: In het kort de geschiedenis van Noachs familie tot aan Abraham. Wenken over het voornaamste doel van dit werk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[21] Wie het echter alleen maar zal lezen als een ander sprookjesachtig geschiedenisboek, die zal voor zijn geest een zeer magere oogst verkrijgen!
Hoofdstuk 365: In het kort de geschiedenis van Noachs familie tot aan Abraham. Wenken over het voornaamste doel van dit werk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Jullie moeten echter niet denken dat deze kleine binnenzee op zichzelf stond, want er waren in het bijzonder in Europa nog een heleboel zeer grote meren die in verbinding stonden met deze derde binnenzee door reeds toen bestaande uitmondingen. De Krain, of de Krainvlakten tot ver in de Opper-Krain was een op zichzelf afgesloten meer, waarvan het huidige zogenaamde 'Moeras van Ljubljana' een overblijfsel is, maar die met een brede afwatering tot in de streek van het hedendaagse Rann (Brezice) met de tweede binnenzee in verbinding stond, die de uitgebreide vlakten van Kroatië bedekte.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[30] De eerste is dat de huidige Donau zich pas enkele honderden jaren later een weg door de IJzeren Poort heeft gebaand, waarbij echter ook het werk van mensenhanden nodig was om door de IJzeren Poort het nog lange tijd zeer deugdelijke stroombed dusdanig te reguleren dat deze plaats nu ook voor grotere vaartuigen bevaarbaar was. Om te zien waarheen de hiervoor beschreven meren van de Mur de hindernissen die hen omsloten hebben, terecht doen komen, hoef je alleen maar de omliggende heuvels van de Mur en de bedding van de Mur zelf te bekijken, en het steengruis zal je meteen zeggen hoe deze heuvels zijn ontstaan en daarnaast ook de huidige derde door de Mur gevormde oever; daar zul je de overblijfselen van de geleidelijk aan verwoeste oeverdammen gemakkelijk vinden.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] In het onderhavige werk De geestelijke zon bezitten wij een hoofdwerk over het hiernamaals. Het werd door Jakob Lorber opgetekend in de periode van november 1842 tot december 1843, aansluitend aan de beschrijving van de natuurlijke zon. Terwijl het werk De natuurlijke zon ons in de wondere wereld voert van onze 'eigen' centrale ster en van dit hemellichaam een nauwgezette beschrijving geeft van zijn gesteldheid, zijn natuurrijken en van zijn bewoners, gaat het tweedelige werk De geestelijke zon ver buiten de grenzen die de natuur getrokken heeft.
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Als er nu tegen de klok wordt geslagen, dan wordt de slag door het inwendige fluïdum, dat een zeer elastisch en rekbaar geestelijk substraat is, waargenomen als iets dat zijn rust verstoort. Daardoor gaat het hele geestelijke fluïdum over in een streven naar vrijheid, dat zich dan uit door een aanhoudend galmen. Wordt de uiterlijke materie van de klok toegedekt met een andere stof, die niet met zulke gemakkelijk te prikkelen geestelijke potenties doortrokken is, dan wordt de vibratie van de prikkelbare geestelijke potenties, of beter gezegd hun streven naar vrijheid, spoedig gedempt. Zo'n klok zal dan al gauw ophouden te klinken. Is de klok echter niet afgedekt, dan blijft het geluid nog lang naklinken. Als ze bovendien nog van buiten omgeven wordt door een uiterst gevoelige substantie, bijvoorbeeld door zuivere met elektriciteit geladen lucht, dan wordt het klinken daardoor nog versterkt en breidt zich in zo'n meetrillende substantie ver uit.
Hoofdstuk 1: De geestelijke zon - een genadevonk van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Een nog sprekender voorbeeld is voor jullie wel de uitstraling van ieder mens, evenals van andere wezens; het duidelijkst is die echter bij somnambules. Over welke afstand namelijk een magnetiseur en een door hem te behandelen somnambule over en weer berichten kunnen doorgeven, zullen verscheidene van jullie wel aan den lijve ondervonden hebben. Zou nu de geest slechts een inwendig en niet tevens een doordringend wezen zijn, dan zou er al helemaal geen zogenaamd magnetiseren mogelijk zijn; en was de geest ook niet tevens het alomvattende en het allesbeheersende, zeg eens, hoe zou er dan tussen een magnetiseur en een somnambule contact op afstand mogelijk zijn? Ik denk dat we voorbeelden genoeg hebben waaruit we kunnen opmaken waar, hoe en op welke manier het geestelijke overal, dus zeker ook in, door en bij de zon tot uiting komt.
Hoofdstuk 1: De geestelijke zon - een genadevonk van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Jullie hebben de verschillende inrichtingen van de hele zon met alles wat zich op en in haar bevindt nu bekeken. Zij is stellig van een eindeloze en bijna onbeschrijflijke verscheidenheid. Hoe tilt zich echter tenslotte deze zeker gedenkwaardige inrichting van de zon?
Hoofdstuk 2: De hele natuur, een evangelie van Gods ordening - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Laten we echter weer teruggaan naar het inwendige van het uurwerk. Daar zullen we een vaste boven- en onderplaat ontdekken en vaste zuiltjes, waarmee de boven- en onderplaat aan elkaar bevestigd zijn. Zo zullen we ook een groot aantal vaste pinnetjes, haakjes en regelschroefjes ontdekken. Ligt er in deze onbeweeglijke dingen van het werktuig ook al iets van de uiteindelijke bestemming, die op de wijzerplaat tot uitdrukking komt? Ja, ook aan deze onbeweeglijke delen ligt de uiteindelijke bestemming stilzwijgend ten grondslag.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Wie dus de liefde van God in zich heeft, zal ook de wijsheid toekomen in dezelfde mate waarin hij de liefde bezit. En zo wordt hem gegeven die reeds heeft, namelijk de liefde. Wie deze echter niet heeft, maar slechts zijn dorre wereldverstand, dat hij voor wijsheid aanziet, hem wordt dan ook dit afgenomen en wel op de meest natuurlijke manier van de wereld, wanneer hem het wereldlijke of het lichamelijke leven afgenomen wordt.
Hoofdstuk 5: Over het rijk Gods in de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Kijk nu eens, dit aanschouwelijke voorbeeld geeft ons een echt goed voorproefje van de wonderbaarlijke geestelijke aanschouwing op onze geestelijke zon. Het laat ons zien, hoe wij daar vanaf een klein oppervlak zo overweldigend veel voor ons geestesoog te zien kunnen krijgen, net als we zojuist in ons optisch kamertje met het grootste gemak op z'n minst de halve oppervlakte van de aarde hebben gezien. Hoe zullen we dat echter aanpakken? Daarvoor ie reeds een kleine wenk gegeven en op grond daarvan zullen we dan ook een kleine, eerste poging ondernemen.
Hoofdstuk 6: Het geestelijke kosmische diorama. De sfeer van de eerste geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Opdat jullie deze dingen echter steeds duidelijker zullen begrijpen, zal Ik jullie weer door enkele voorbeelden een helder inzicht verschaffen. Neem eens een klein staafje edelmetaal. Als jullie het in ruwe toestand bekijken, dan is deze donker en ruw. Als je het echter slijpt en daarna mooi polijst, zal het er heel anders uitzien dan voordien en toch is het nog steeds hetzelfde staafje. Wat is dan wel de eigenlijke reden van de verfraaiing van dit staafje? Ik zeg jullie, een heel eenvoudige. Door het slijpen en polijsten zijn de delen aan de oppervlakte van het staafje dichter op elkaar gedrukt en in zekere zin met elkaar verbonden. Daardoor werden ze eveneens meer concreet en onderling hechter samenhangend en in zekere zin ook, om het zo maar eens te zeggen, volkomen eensgezind. In de eerdere ruwe toestand, die nog een lossere was, stonden de deeltjes als het ware vijandig tegenover elkaar. Elk los deeltje woekerde voor zichzelf met de voedende stralen van het licht, nam er zoveel van op als hij maar kon en liet voor zijn buurman niets over. In de gepolijste toestand, die een gelouterde of gezuiverde kan worden genoemd, grepen deze deeltjes in elkaar. Door dit in elkaar grijpen worden de erop vallende lichtstralen gemeengoed, daar geen enkel deeltje deze nu nog voor zichzelf wil houden, maar zelfs het kleinste beetje licht reeds met zijn buren deelt. Wat is het gevolg daarvan? Allen hebben nu licht in overvloed, zodat ze bij lange na niet in staat zijn die rijkdom op te nemen. De overvloed van de nu algemene stralenrijkdom straalt dan als een prachtige harmonische glans terug van het gehele oppervlak van het gepolijste goudstaafje.
Hoofdstuk 1: De geestelijke zon - een genadevonk van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  459 - 460 - 461 - 462 - 463 - 464 - 465 - 466 - 467 - 468 - 469 - 470 - 471 - 472 - 473 - 474 - 475 - 476 - 477 - 478 - 479 - 480 - 481 - 482 - 483 - 484  ...